1 1 l i l i
i l l
f '
Ifili L
li1li I
Snelheid in kilometers per u Aantal treinen op ieder baanvak.
1 8 78. 1 8 9 6. 1 8 7 3 . 1 8 0 6 .
Gemiddeld
netto (*)
Gemiddeld netto (*)
g 3 g 1 g -§ .3
i l I I
■ S iä
Groot8te.
I I i l i
tais
3
bij goederentreinen.
Groo täte
1 1
o
o
g
i
O ÖJ S I
S. V.
Hoofdlijn:
1s
Eerste ged’e elte : Semarang—Solo (108 E M .) .....................
Tweede „ : Solo—Djocja (60 E M . ) ..........................
Z ijta k : Eedocng-Djattie—"Willem I (36 EM.) . * . . . .
-
30—40
40
18 op-
gaonde
25 af-
komende
40
43
50
80—85
28—86
22 opg.
24 afk.
25—80
80
20
22
60(f)
25 fil B
4
6
4
4
6
4
8
■f 8 fac.
+ 2~fec.
+ 2 fac.
8
10
i .
D. B.
Stoomtramweg:
Eerste gedeelte: Djocja—Paal Bnpang (15 EM.) . . .
Tweede gedeelte: Paal Bapapg—Srandakon (0 EM.) ü
i S
15 opg.
20 afk.
15
20
20
1 S 6
+ 8 fee.
+ 2 fee.
8
6
B . B.
J 5
Batavia—Meester Cornells (omnibusverkeer) (12 EM.) . . -
30
30
43
45 . 35
i
50
4 4
14
8
14
6
14
-{-4 fee.
10
14
Onder gemiddelde netto snelheid wordt verstaan do snelheid, berekend door den duur van het geheele trnject volgens dienstregeling te verminderen met het
gezamenlijke oponthoud en bovendien nog met 2 ' voor elke stopping, en dit cijfer te deelen door het aantal kilometers van hqt traject.
m
Toegelaten: voor personentreinen 80 resp. 50 EM . per u u r; voor gemengde treinen 45 EM . per u u r ; voor goederentreinen 40 EM . per uur.
Toegelaten: op sterke hellingen 25 EM . per u u r ; op vlakke gedeelten 35 EM . per uur.
De snelheden op de lijnen van de Maatschappij zijn beperkt, daar aan eene grootere snelheid geen behoefte bestaat. De bouw
van de baan en het materieel van den spoorweg S. V. laten belangrijk grootere snelheden toe.
De omvang van de beweging. en de toeneming daarvan, bij vergelijking van de jaren 1878 en 1886, blijkt nit de volgende cijfers :
S. V. D. S . B. B.
1878. 1896. 1878. 1896. 1878. 1896.
Afgelegd aantal treinkilometers.
Te z om e n ............................... ....................................................................... 867767 653139 69 455 164404 296 820
per kilometer baan = ..............................................................
1851 3186 2894 2835 5 800
= gemiddeld aantal treinen per ja a r over elken EM . baan. .
as-kilometers.
7 956 614 17 590 886 891166 2 813412 6 798458
per kilometer baan = = .............................................................................
89 889 85 809 87182 89886 121312
= getal assen per ja a r voor elken EM . baan...............................
21.6 26.1 12.8 14.1 21.8
VERVOER.
Omtrent den omvang van het vervoer wordt volstaan met vermelding van enkele cijfers ter vergelijking over de jaren
1873 en 1896.
Aantal reizigers,
zonder militairen en
gevangenen.
Eoopmonsgoederen,
behalve hierna te
noemen ortikelen.
Ton.
Eoffie
(afvoer).
Ton.
Hoofdsuiker
(afvoer).
Ton.
Zout
(opvoer).
Ton.
Totani
zonder dienst-
goederen.
Ton. .
565733 55 969 6 070 17 568 8 352 83 550
S. V. !
1 1896 ......................................................... 1 075 029 233 987 1417 79 842 4086 818 832
491272 12 234 346 51 _ 12 031
B . B. <
{ 1890 ......................................................... 915442 103 831 3 563 8 80S 108205
De afvoer van suiker ’voor de europeesche markt op de lij:
S. V., in hoofdzaak van de stations van Solo af tot. en met
Djocja en van die van den stoomtramweg Djocja—Brossot
(sedert 1895) naar Semarang is geleidelijk toegenomen en is
steeds een van de hoofdfactoren geweest voor de goede uit-
komsten van het bedrijf.
De vervoeren van koffie en zout, zoomede in de latere jaren
die van copra en petroleum zijn voor de verschillende jaren
uiterst wisselvallig geweest.
De werkkring der Maatschappij heeft sedert de laatste jaren
uitbreiding verkregen door den' aanleg en de exploitatie van
Sto omtram weg en. Boven werdreeds beschreven de lijnD. B.
In aanleg is thans de stoomtramweg van Djocja naar
Magelang (*).
Deze stoomtramweg, ter lengte van ongeveer 43 KM., zal
ingevolge de voorwaarden van de concessie worden gebouwd met
eene spoorwijdte van 1.067 M. en met een bovenbouw van het
tegenwoordige type der Staatsspoorwegen op Java.
De lijn moet uiterlijk op 1 October 1898 in exploitatie zijn
gebracht.
De. kosten voor aanleg en uitrusting zijn voorloopig geraamd
op omstreeks / 48 000 per kilometer.
Mede werd aan de N. I. S. Mij. de concessie verleend voor
den bouw en de. exploitatie van een stoomtramweg van Goendih
naar Soerabaya (f).
Deze stoomtramweg, ter lengte van ongeveer 230 KM., zal
ingevolge de concessievoorwaarden worden gebouwd met eene
spoorwijdte van 1.067 M. en moet v66r 1 October 1905 in
exploitatie zijn gebracht. De voorbereiding voor den aanleg is
aangevangen.
De kosten voor aanleg en uitrusting zijn voorloopig geraamd
op omstreeks / 35 000 per KM.
Bij gebleken rentabiliteit zal, krachtens de voorwaarde, gesteld
bij de verleenihg van de concessie Djocja—Magelang, de aanleg
.worden ondemomen van eene stoomverbinding van Magelang
naar Willem I, ter lengte van- ougeveer 43 KM.
B. M. GRATAMA.
M
DE SPOOR- EN TRAMWEGEN OP JAVA.
H! olgens de laatste officieele opgaven bedroeg het aan-
! tal inwoners van het eiland Java op ultimo December
1895, Europeanen, Chineozen en Arabieren medege-
, rekend, 25070101.
De geheele oppervlakte van dat eiland bedraagt 12 562 255 HA.,
gevende alzoo een gemiddeld aantal inwoners van 199 per KM2.
Neemt men nu echter in aanmerking, dat van datoppervlak
slechts 40 ten honderd bebouwd is en de rest hoofdzakelijk uit
nog maagdelijke wouden of onbewoonbare bergen bestaat, dan
kan men veilig rekenen, dat het boven vermelde aantal inwoners
zieh op de helft van het oppervlak heeft geconcentreerd,
waardoor de gemiddelde dichtheid tot het dubbele of 398 per
KM*, stijgt.
ln de vruchtbare rivierdelta’s, längs de noordkust, heeft de
Nederlundsch-Indié
• den analog en de exploitatie van dezen Stoomtranr
ird verleend bij besluit van den G-ouverneur-Genen
i 14 October 1805, n». 7.
>or dezen stoointrnmweg werd verleend bij besluit v
an Eederlnndsch-Indie van 24 September 1S96, no. 1
bevolking zieh nog veel dichter saamgedrongen, en om een
denkbeeid daarvan te geven, wordt hier vermeld, dat het district
Adiwema in de residentie Tegal op dat punt bovenaan staat
met een gemiddelde dichtheid van 1506 inwoners per KM*.
Vergelijkt men met deze cijfers de bevolkingsdichtheid van
Nederland met 147 per KM*., dan moet het verwondering
baren, dat het aantal ijzeren wegen op dit zoo rijke eiland zoo
gering is in verhouding tot het moederland, en dat eerst sedert
eenige jaren de particulière ondernemingsgeest, door de enkele
reeds bestaande, grootendeels flinke dividenden uitkeerende,
ondememingen van dien aard geleid, er van doordrongen is
geraakt, dat aanleg en exploitatie van spoor- of tramwegen op
Java als een zeer winstgevende zaak mag worden beschouwd.
GESCHIEDENIS.
Ofschoon reeds vroegtijdig de aandacht werd geschonken aan
het verbeteren van de afvoerwegen, welke van de binnenlanden
van Java uit naar de havenplaatsen leid den, en dit voor-
namelijk voor den afvoer van die producten als koffie enz.,
wier verkoop het Nederlandsche Gouvernement in hoofdzaak
de batige sloten van de Indische begrooting bezorgde, bleef
men steeds hinken tusschen de gedachten, of door den Staat
dan wel door particulieren naar de middelen daartoe moest
worden gezöcht. Eerst in 1842 wordt bij Koninklijk besluit
daarin eene beslissing genomen, door opênlijk aan te kündigen,
dat bij het Departement van Koloniën voorstellen worden in- .
gewacht tot het aanleggen van eenen spoorweg van Semarang
naar Kedoe en de Vorstenlanden, zijnde dit de residentiën,
welke in de eerste plaats voor een verbelering van afvoerwegen
in aanmerking moesten worden gebracht.
Bij dezen ijzeren weg werd echter nog alleen gedacht aan
spoorwegen voor karren, getrokken dopr buffels.
Wel is waar kwamen verscheidene aanvragen in, doch deze,
welke allen Staatshulp verzochten, stuitten om verschillende
redenen af, terwijl tevens tijdens de daaromtrent gevoerde
onderhandelingen weder meer en meer het denkbeeid van
Staatsaanleg op den voorgrond trad en dit in 1846 zelfs in
beginsel werd aangenoraen. Zoo bleef de zaak weder hangende,
totdat zes jaren later, nadat wederom door particulieren een
aanvraag werd ingediend, de meeningen wederom overstag gingen
en besloten werd, dat aanleg van spoorwegen ook aan particulieren
kon worden overgelaten.
Op nieuw werden verschillende aanbiedingen, waaronder zelfs
een plan van de heeren jhr. J. C. Reynst, W. Poolman en
A. F raser voor een geheel net over Java, onaannemelijk be-
vonden en werd eindelijk in 1860 door de Regeering eene com-
raissie tot de vervoermiddelen op Java benoemd, aan welke de
vraag werd gesteld, welke middelen zouden kunnen strekken
tot verbetering van de afvoerwegen en welke commissie tevens
een spoorwegplan voor Java zou moeten samenstellen.
Hangende de daarvoor noodige onderzoekingen werd aan die
commissie opgedragen, de inmiddels ingekomen aanvragen voor
een spoorweg van Semarang naar de Vorstenlanden van W.
Poolman ßi s. en van rar. J . E. Banck en anderen voor spoorwegen
ter verbinding van de vier voornaamste havens op Java,
namelijk Soerabaja, Semarang en Batavia aan de noord- en
Tjilatjap aan de zuidkust, met het binnenland in Studie te nemen
en ofschoon de meeningen omtrent de te volgen richting zeer
uiteen liepen, werd toch eindelijk in 1862 de eerste stap gedaan
voor spoorwegaanleg op Java door eerstgemelde spoorweg-
concessie, met toezegging van krachtige Staatshulp, te verleenen.
Deze concessie werd ingebracht in een naamlooze vennoot-
schap : de «Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij*, welke
kort daarop in 1868 eveneens vergunning verkreeg voor den
aanleg van de lijn Batavia—Buitenzorg.
Wijl verder voortgezette onderhandelingen met particulieren
niet tot bevredigende oplossingen geraakten, werd bij de wet