Gewoon hoogtij van buitenwater is 2.74 M.
Gewoon laogtij van buitenwater is 2.25 M.
Hoogst bekende waterstand is 5.32 M.
De kruin van den dijk ligt op 7 M.
Winterpeil van den polder is 0.457 M.
By dergelijke polderfcoestanden viel aan natuurlijke water-
loozing niet te denken.
Zondert men de hollandsche waterraderen in Louisiana
uit, dan waren stoomgemalen in Amerika onbekend. Nu waren,
wegens de hooge en veranderlijke opvoerhoogten, centrifugalen
de aangewezert opvoerwerktuigen, doch, daar de fabrikanten
hiermede niet vertrouwd waren en aan directen invoer uit
Europa wegens de hooge rechten niet te denken viel, moesten
tal van moeielijkheden van allerlei aard worden overwonnen,
eer het gewenscbte doel op eene voor alle verschillende belangen
bevredigende wijze was bereikt.
W heerschen, en voor elke van de groote pompen eene afzonderlijke
In April 1884 werd de eerste scbrede gezet op bet pad, dat
tot de oprichting van het tegenwoordige stoomgernaal heeft ge-
leid; er werden twee hevelcentrifugalen opgesteld, alsmede een
horizontaal stoomwerktuig met condensatie- en met MEiJER’sche
stoomschuif. De beweging van de as wordt op die van de pompen
overgebracht door middel van riemen; het aantal omwente-
lingen wordt door deze overbrenging verviervoudigd. De middel-
lijn van den cylinder is 0.305 M., de lengte van denzuigerslag
0.609 M. Elk schoeprad, ter middellijn van 0.914 M., heeft vijf
schoepen. De beide pompen slaan hun water uit in een pers-
buis van 0.763 middellijn. Bij een opvoerhoogte van 2.74 M.
en 240 omwentelingen van het schoeprad in de minuut kunnen
beide pompen 68 M*. water opvoeren in de minuut.
Bij hevige regens en hooge ¡buiten waterstanden bleek het
opvoeringsvermogen onvoldoende, wat in 1886 leidde tot het
plaatsen van twee rechtstreeks aan de as der machine verbonden
hevel-centrifugaal-pompen; de wijdte van elke van de persbuizen
is 1.01 M.; elke pomp heeft twee zuigbuizen, ter doorsnede van
0.701 M.; wegens het groote verschil in opvoerhoogte, die van
2.74 tot 6 M. afwisselt, zijn, ten einde zooveel doenlijk met het
grootst mogelijk nuttig effect te kunnen werken, voor deze twee
centrifugalen niet dezelfde afmetingen en vormen aangenomen.
Het grootste schoeprad, ter middellijn van 1.37 M., is voor hooge
waterstanden, het kleinere, met eene doorsnede van 1.21 M.,
voor de lagere berekend. Beiden hebben vijf schoepen en zijn
van het «enclosed» type. Elke zuigbuis en is met een voet-
klep voorzien, ter middellijn van 0.79 M. Ten einde de kracht
van den waterslag bij het stilstaan van de pompen te broken, zijn
in elke voetklep vier door een veer aangedrukte kleppen
(«relief-valves») aangebracht. Deze pompen waren in 1886 z66
geplaatst, dat de machine naar verkiezing aan een van beiden
of aan beiden tegelijk kon worden gekoppeld.
H e t stoomwerktuig was van h et horizontale (tandem) compound-
systeem, receiver-type, met condensatie; de middellijn van den
hoogdrukcylinder is 0.3 M., die van laagdrukcyUnder 0.66. M.,
de lengte van den zuigerslag is 0.457 M. De hoogedruk-cyUnder
heeft dubbele MEUER’sche-stoomschuiven; de expansieschuif van
den hoogedrukcylinder is gedurende h e t bedrijf met de hand
verstelbaar. Een afzonderlijke, dubbel werkende «jet-condensor»,
met daa raan verbonden compound-machine condenseert den
stoom voor de beide stoomwerktuigen en verwijdert de lucht
u it de centrifugalen.
Deze machines en pompen werden in 1886 op een provisioneele
paalfundeering geplaatst met naar de tochtsloot afgebogen zuigbuizen.
Een tochtsloot van 9.2 M. breedte verbindt het meermethet
stoomgernaal, terwijl tal van kleinere slooten het regen- en kwel-
water van het omringende land naar het meer leiden.
Ondertussohen waren sedert 1886 de landerijen in hoogen
Staat van cultuur gebracht en waren onder anderen 400 HA.
in een rijken boomgaard herschapen.
Dit maakte het wenschelijk den toestand meer afdoende te be-
machine te hebben, ten einde te allen tijde stoornis in de gere-
gelde afwatering te kunnen vermijden. Deze overweging leidde
tot een algeheelen ombouw van het stoomgemaal, die in den
nazomer van 1895 ondemomen werd. Er werd tot eene op païen
rüstende cementrbeton fundeering besloten, waarop de voorhanden
werktuigen, ketels enz. werden geplaatst, terwijl de centrifugaal-
pomp, ter middelhjn van 1.21 M., rechtstreeks verbonden werd aan
eene nieuvye vertikale compoundmachine met condensatie van
het EiDE-type van dezelfde afmetingen als de tandemmachine.
De zuigerstang van den hoogdruk-cylinder is door een stang
verbonden aan de zuigerstang van een afzonderlij ken vertikalen
«jet-condensor*, welke zeer goed voldoet. Er is slechts ééne
cyUnder-vormige stoomschuif (zie figuur 4, plaat LXXXIV). De
gepatenteerde uitvinding is de eigendom van den heer S o r en
E id e , werktuigkundig ingénieur te San Francisco. Dit werktnig
is gegarandeerd voor 220 slagen in de minuut, welk aantal, met
het oog opmogelijke zeer hooge waterstanden, wenschelijk geacht
werd, en voor een kolenverbruik van 1.02 KG. per indicateur
paardekracht per uur, en met de bijbehoorende condenser en
«heater» beslaat het eene oppervlakte van 2.13 M. x 2.60 M.
Aile stoomwerktuigen zijn van stoomdrogers en zelfwerkende
waterafscheiders voorzien, alsmede van eene inrichting, die
toelaat den gebruikten stoom in de lucht te doen ontsnappen.
Daar aile pompen tevens door middel van stoom-ejectors kunnen
worden gevuld, behoeft, ook bij het onkla'ar worden van de condensatie
toesteUen, het bedrijf niet te worden gestaakt.
H e t gezamenlijk opvoeringsvermogen bedraagt voor de vier
pompen, bij eene opvoerhoogte van 2.74 M., 378 M*.. in de
m inuut, waartoe dan de EiDE-machine 190, de tandem 165,
en de kleinste machine 60 slagen in de minuut maken.
Eene proefheiing in Juni 1895 wees aan, dat een op een
diepte van 11.28 M. beneden het nulpunt der peilschaal ihge-
heide paal met 60000 KG. zou kunnen worden belast. In
werkelijkheid werd hiërvoor 13 200 KG. aangenomen.
Het machine-gebouw, lang 16.92 M. en breed 9.14 M., rust
op een fundeering, bestaande uit 143 palen, met kespen, breed
0.3 M., door hakkelbouten op de palen bevestigd en een vloer
van grenenhout, zwaar 0.152 M.
Over de geheele oppervlakte van den vloer is eene cement-
betonlaag gespreid ter dikte van 0.457 M.; op dit beton-
fundament zijn aan de vier zijden de buitenmuren, ter dikte
van 1.07 M., en, met uitsparing van de watergangen onder het
gebouw, de pijlers uit cementbeton opgetrokken. Deze laatste,
onderUng en met de buitenmuren door bogen vereenigd, dragen
den 1.07 M. zwaren vloer. Boven d e n vloer zijn de buitenmuren,
ter dikte van 0.305 M., uit cementbeton opgetrokken, en deze
dragen het ijzeren dak, waardoor de in dit klimaat zoo ge-
wenschte brandvrije constructie verkregen werd. Er zijn vier
stoomketels, lang 4.87 M., met horizontale vlampijpen; tweeer
van hebben eene doorsnede van 1.52 M., de beide andere
van 1.22 M. De stoomspanning is zeven atmospheren overdruk.
De vermenging van het cementbeton geschiedde op de plaats
zelve uit de hand; het is samengesteld uit een deel Boulogne-
sur-Mer-cement, vijf deelen stukken harde rots van geen grooter
doorsnede dan 5 cM. en grof, scherp zand, in voldoende hoe-
veelheid om de ruimten tusschen de rotssteenen te vullen.Het
werd na eerst op een houten vloer te zijn uitgespreid met de
schop tweemaal vermengd, vervolgens slechts matig besproeid
en met kruiwagens naar den stortkoker gevoerd en daarna met
zware ijzeren stampers aangestampt, totdat het water zieh aan
de oppervlakte vertoonde. Er werden in het geheel- 943 M*.
verwerkt. De fundeering en de gebouwen waren aan den laagsten
inschrijver, de firma J ohnson & P eterson opgedragen; 'het
cementbeton kostte / 30.89 per Ms.; 231 palen werden ingeheid
tegen f 25 per ingeheiden paal; voor elken uitgetrokken paal
werd f 6.25 en voor het inheien van elken uitgetrokken paal
eveneens / . 6.25 betaald.
De oprichting van het stoomgemaal, met alle bijbehoorende
gebouwen heeffc, sedert 1884, / 214 694.50 gekost.
Het opstellen en werkvaardig opleveren, zoowel van de nieuwe
EiDE-machine,als van de reeds aanwezigejyerktuigen, was bij open-
bare inschrijving aangenomen door de naamlooze vennootschap
W. F. Garratt & Co. De contracten werden geteekend den
24sten Juli 1895; den 27sten daaraanvolgende begon het werk
van de af braak van het oude gebouw; men werkte onafgebroken
door, zoodat de remonteurs den 2den December aan het woord
konden komen en den 31sten Januari 1896 de EiDE-machine
kon worden aangezet.
Een kolenloods, die berging voor 400000 KG. steenkolen aan-
biedt, is op zoodanige wijze tegen het binnenbeloop van den dijk
geplaatst, dat de stoker het in zijn macht heeft, door het openen
van een van de schuiven, de steenkolen v66r de stookplaatsen te
doen nederstorten.
Bij den buitenteen van den dijk is een op palen rüstende,
- holle koker van cement-beton gebouwd; deze Staat door een
zeer kleine buis in verbinding met het buitenwater. Een in
dien koker aanwezige tinnen drijver wijst op een in het machine-
gebouw geplaatste wijzerplaat ook bij hoogen golfslag den juisten
stand van het buitenwater aan. Op deze wijze werd tevens de
‘ in een drassig polderland voor den ingenieur onmisbare ver-
trouwbare peilschaal verkregen.
- Een in den dijk gebouwde, op palen rüstende muur van
beton ondersteunt de persbuizen en verhindert dat, bij hooge
waterstanden, het buitenwater zieh längs de buizen een weg
door het dijkslichaam banen zoude.
Het voedingswater wordt door middel der «heaters» zonder
aanwending van ongebruikten stoom tot 66 graden C. verwarmd,
eer het in de ketels wordt geperst.
Eene groote besparing van smeermiddelen werd verkregen
door alle gebruikte olie op te vangen en naar den in figuur 6
afgebeelden waterafscheider te leiden. Zoodra het water hooger
] f rijst dan het hoogste punt H van de pijp A , treedt het deze
bij de opening O binnen en ontsnapt, terwijl de olie, na eerst
droppelsgewijze de water-kolom te hebben doorloopen (waarbij
ze reeds dadelijk veel van het vuil afgeeft), zieh aan de oppervlakte
verzamelt; daarna wordt ze door pijp B naar den filter
geleid, dien ze aan de onderzijde binnentreedt. Hier wordt ze
door stoom verwarmd en, door middel van de zieh in pijp C bevin-
dende kolom olie, door den filtreer-toestel T geperst, en daarna
naar het reservoir geleid, dat ook met ongebruikte olie kan
worden gevuld.
De pijp W verbindt dit reservoir met den boven in het ketel-
huis opgestelden waterbak, en de olie wordt nu door pijp J onder
dien waterdruk, en verder met behulp van kleine koperen buisj es
naar de verschillende oliepotten geleid. Het vullen van deze laatste
uit de hand wordt dus vermeden, iets wat de reinheid ten goede
komt. Doch nu alle olie wordt opgevangen, kan men tevens,
zonder bezwaar, bij het heet loopen van eenig deel van de machine
dit met een straal olie, in plaats van met water afkoelen, het-
welk beter en sneller de gevreesde storing in het bedrijf voorkomt.
Na 1884 werden ook door anderen inpolderingen op groote
schaal in Californie ondemomen: meer dan 32000 HA. werden
sedert ingedijkt, en in. de onmiddellijke nabijheid van het
Pearson Reclamation District verkondigen nu gedurende de
wintermaanden de rookkolommen van zestien stoomgemalen,
dat in even zoovele polders aan de ontwikkeling van «aan de
baren ontwoekerde» landen met kracht gearbeid wordt.
Mr. P. F. YAN LÖBEN SELS.
fl