Jaar.
Stoom-
en zeilschepen
zonder
visschersvaar-
tuigen.
M3. netto meting.
Waarvan vaartuigen
met
55 dM. diepgang
en meer.
1887 8819 14628943 839
1888 9 488 . 15715 512 892
1889 9 643 16 288 726 1017
1890 9637 17 078007 1170
1891 9458 17 535 567 1245
1892 9191 18160769 1207
1893 9 628 20432165 1478
1894 10 731 23 947 859 1718
1895 10922 24171138 1759
1896 12484 28656774 2261
Van de in 1896 binnengekomen schepen hadden 243 een
diepgang van 67 tot 70 dM.; 84 een diepgang van 70 tot 73 dM.;
33 een diepgang van 73 tot 76 dM.; 9 een diepgang van 76
tot 79 dM.; 2 een diepgang van ruim 79 dM.
In 1896 kwamen binnen:
zeescbepen
te Antwerpen .. .._ . 4951
te Rotterdam 5974
te Amsterdam 18501
te Hamburg. . •
7 824
metende
5 854142 Reg. netto ton.
14 974116 i metende
- - 6 9441-16 -
! 1970 0001 Reg.. netto ton.
6 445 000
Voor de Holland-America-lijn komt in de vaart tussehen
Rotterdam en New-York, in Juli 1897 bet tweelingsschroef-
stoomscbip Rotterdam, lang 143 M., breed 16 M., bol 12.8 M.,
met 5 000 paardekracbt, tonnenmaat 8 000 (dead weigbt) en
diepgang met volle lading 82.5 dM.' en is in aanbouw om in
Juni° 1898 in die vaart te komen het tweelingsscbroefstoomscbip
Statendäm, lang 157 M., breed 18.13 M., bol 13.3 M., paardekracbt
6000, tonnenmaat 10 000, diepgang 83.8 dM.
Aan het slot der redevoering door den grooten Staatsman,
wiens woorden ondergeteekende in den aanbef mocht aanbalen,
uitgesproken aan het slot der discussie in de zitting van de
Eerste Karner der Staten-Generaal van 23 Januari 1863 over
bet wetsontwerp waarnaar de Amsterdamscbe en Rotterdamsche
waterwegen zouden verbeterd worden, bezigde deze de merk-
waardige woorden:
«Men heeft in den loop dezer discussie meermalen mijne
«uitdrukking aangebaald, dat dit werk een gewaagd werk is.
«tk zfeg dit nog. Het is geene aanbeveling; maar nochbij deze
«noch bij eenige andere gelegenbeid denk ik verder te gaan
«dan hetgeen ik voor waar en juist houde. Ik zeg nog dat bet
«3en gewaagd werk is, maar een werk dat wij moeten wagen.
«Het. geldt hier te doen hetgeen men doet wanneer men zelfs
«aen ongelijken strijd waagt voor zijne vrijheid en onafhanke-
«lijkheid. Blijvende hetgeen wij zijn, worden wij voorbijgegaan
«en zijn wij bedorven; het schijnt mij dus een onvermijdelijke
«pligt, bet middel aan te grijpen dat ons redden kan».
De uitkomst heeft den moed om «bet gewaagd werk» te
aanvaarden schitterend bekroond. Onze kust is voor de groote
scbeepvaart van onzen tijd längs de zoo volkomen geslaagde
verbindingen met zee tot de havens Amsterdam en Rotterdam,
toegankelijk geworden.
LEEMANS.
( E -
VERBETERING VAN DEN WATERWEG
VAN ZWOLLE NAAR ZEE.
i Waterweg van Zwolle naar zee, zijnde het Zwarte
Water en bet Zwolscbe Diep,' voldeed in het begin
van de tweede helft van deze eeuw al minder en
minder aan de behoefte van de scbeepvaart jeensdeels
ten gevolge van ondiepten en breede platen, anderdeels ten gevolge
van de toename van de afmetingen van de vaartuigen. Voor
een afdoende, aan alle eischen beantwoordende verbetering van
dit väarwater, werd in 1853 op last van den Minister van
Binnenlandsche Zaken door den -hoofdingenieur in Overijssel
een plan opgemaakt, waarvan de kosten geraamd werden op
/ 390000; dit . bedrag was echter te boog en daarom werd
in overleg met de. belanghebbenden zooveel mogelijk op bet
plan bezuinigd, met dit gevolg dat de kosten slechts f 153 000
zouden bedragen. De verbetering zou van Rijkswege worden
uitgevoerd en daarvoor werd toegezegd een bedrag v a n /50 000
of voor '/s de kosten overeenkomstig een. bij dergelijke
werken gevolgd beginsel; bet ontbrekende zou door de provincie
Overijssel en de bij een verbetering van het Zwarte Water en
Zwolscbe Diep belanghebbende gemeenten moeten betaald worden.
Alleen de gemeente Zwolle verklaarde zieh bereid tot een
bijdrage van f 75 000 en Vs iu de onderhoudskosten, zoodat
bet ontbrekende niet werd bijeengebraebt, en van de verbetering
van Rijkswege van den waterweg van Zwolle naar. zee werd
afgezien.
In 1860 wendde bet gemeentebestuur van Zwolle zieh opnieuw
tot de Regeering met verzoek, dat de verbetering van het-Zwarte
Water van Rijkswege zou worden ondernomen; aan dit verzoek
werd geen gevolg gegeven, doch werd een siibsidie van bet Rijk
in bet uitzicht gesteld indien de gemeente zieh met de voltooiing
wilde belasten. In 1861 verzoebt bet gemeentebestuur van
Zwolle aan de Regeering, dat dan vooraf aan.den hoofdingenieur
bet maken van een plan voor de verbetering van bet Zwarte
Water tussehen Zwolle en Genemuiden, en voor de verlenging
van de leidammen in bet Zwolsche Diep zou worden opgedragen,
aan welk verzoek door de Regeering gevolg werd gegeven.
In 1862 kwam bet ontwerp voor de verbetering gereed en
werd dit werk geraamd op f 510000; de bodembreedte van
den waterweg zou gebracht worden op 30.M.; de bodemdiepte
op 2.20 M., en om.deze diepte in zee te bereiken zouden de
dämmen van bet Zwolscbe Diep met 2200 M. moeten verlengd
worden. De diepte van 2.20 M. werd voor een grooten scheep-
vaartweg nog als onvoldoende beschouwd. Voor het bereiken
van een meer aan de eiseben beantwoordende diepte van 2.50 M.
in zee, zouden de dämmen met 10 000 M. moeten verlengd
worden, waartegen ön met bet oog op de groote kosten, ön
met het oog op de belangen van d e . aangrenzende polders
gewichtige bezwaren bestonden.
Om deze bezwaren te ontgaan werd een kanaal ontworpen
van het Zwarte Water even beneden Zwolle naar den IJssel
even beneden Kämpen. Dit kanaal, voor groote zeescbepen
ingeriebt, zou een diepte krijgen van 2.60 M.; een breedte op
den waterspiegel van 25 M.; terwijl bet aan beide einden
door schutsluizen, wijd 12.50 M., zou worden gesloten. Voor
het bereiken van de diepte van 2.60 M. in zee zouden de
leidammen van bet Kamperdiep slechts met 400 M. verlengd
behooren te worden. De kosten van dit kanaal met de daarmedo
verband houdende werken waren geraamd op / 400 000.
Een ander plan om den Waterweg van Zwolle naar zee op
min kostbare wijze te verbeteren, bestond in het verbeteren van
de Willemsvaart, die Zwolle met den IJssel aan het Kater veer ver-
bindt, door dit kanaal voor diepgaande sebepen in te richten,
welke bun weg dan verder naar zee door den IJssel zouden
nemen. Dit plan was daarom zoo aanbevelenswaardig, omdat
het verband bield met de verbeteringen van den IJssel beneddeenn I
Kater veer in de laatste jaren aangebraebt.
Dit plan is uitgevoerd en daaraan werd door de provincie
Overijssel een subsidie verleend van / 100000.; door de gemeente
Zwolle / 100000, welk subsidie later tot / 145 000
is verboogd, en door de gemeente Kämpen f 120 000. Zwolle
stelde bij bet verleenen van bet subsidie deneisch, dat bet Rijk
zieh zou verbinden om den IJssel tussehen de Willemsvaart
en Kämpen op een diepte van 3 M. — AP. en een bodembreedte
van 20 M. te brengen en te onderhouden, en om de
bezwaren .weg te nemen, die zieh in den Ussel tussehen de
Willemsvaart en Kämpen voor de scheepvaart voordeden.
In 1869 werd met de werkzaambeden begonnen, en wel met
de verlenging van de bestaande Keteldammen met 800 M.,
omdat de diepte aan het einde van deze dämmen, die 3000 M.
lang waren, slechts 2.05 M. — AP. bedroeg, terwijl de voor den
Waterweg gewensebte diepte van 2.72 M. — AP. of van 3 M.
onder volzee op 800 M. buiten den mond van het Keteldiep
in zee werd gevonden. D e dämmen die aan de gemeente Kämpen
toebehoorden, werden aan het Rijk in eigendom en beheer
overgedragen, waarmede tevens verviel de heffing van toi op dit
vaarwater.
De verlenging van de dämmen gesebiedde volgens de dwars-
profielen in figuur 1 van plaat III aangegeven met stippellijnen.
In 1874 werden de dämmen verhoogd, omdat. door de over-
storting van water bij storm telkens verondieping in het Keteldiep
ontstond.
In 1875 en 1876 werden de dämmen gebeel in steen gezet
en met steen bestort, ten einde beter weerstand aan den golfslag
te kunnen bieden, en verkregen zij bet tegenwoordige dwars-
profiel, dat in figuur 1 met zware lijnen is aangegeven.
De kosten van de verlenging van de dämmen en het baggeren
van een geul tussehen die dämmen, met een bodembreedte
van 20 M. en een bodemdiepte van 2.72 M. — AP., bedroegen
/ 150833.
Ten einde een voor de scbeepvaart zeer hinderlijke boebt in
de rivier te verbeteren, werd een doorgraving gemaakt door
de Kattewaard, lang 600 M. en breed 60 M. (zie figuur 2).
De kosten van deze doorgraving bedroegen / 52 374.
Yoor de verbetering van bet vaarwater te Kämpen was het
noodig, dat de doorvaartopening in de bestaande bouten brug
verplaatst werd. Daar de brug zelve in bouwvalligen Staat
verkeerde, is van die gelegenheid door de gemeente Kämpen
gebruik gemaakt, om tot bet bouwen van een geheel nieuwe
ijzeren brug over te gaan (zie figuur 3). De brug is
lang tussehen de landboofden 219.50 M.; in het midden is
de doorvaartopening, die 17 M, wijd is, gesloten door een
dubbele opbaalbrug, waarvan elke klep een lengte heeft van
9.14 M. bij een breedte van 8.36 M. Het rijvlak van de brug
is breed 5 M, de voetpaden 1.50 M.
De totale bouwkosten van deze brug (*) bedroegen / 361200.
De afmetingen van de bestaande schutsluis te Katerveer:
6 M. doorvaartwijdte, 91.50 M. lengte van de scbutkolk met
een slagdrempeldiepte van 2.20 M. — AP., waren te klein
voor de aan een waterweg van Zwolle naar Zee gestelde
eiseben. Naast deze schutsluis werd daarom een nieujve gebouwd
(zie figuur 4) met grooter afmetingen
(*) Bij den hoogen unterstand in het begin van Januari 18S2 ontgrondde
ten gevolge van den Sterken stroom de meest rechts gelegen pijler van deze brug
en kantelden de beide spanningen; d it had ten gevolge d a t de as van de rechter
batons brak en de scheepvaart door het klemmen van de vollen ruim een maand
werd gestremd. Voor de herstelling werden de beide spanningen met groote bakken
van de pijlers gelicht, de scheef gevallen pijler geheel opgeruimd en in de
plants dnarvün een geheel nieuwe gebouwd, gelijk aan den vorigen, doch wanr-
van h e t beton rustte op palen. Ten gevolge van het schranken van de spanningen
vereischten enk'ele deelen herstelling of vernieuwing. H e t ongeval had 7 Januari
plants gevonden en 80 November kon de brug weder voor het gebruik worden
opengesteld. De vernieuwing van den onderbouw kostte f 80 000, die van den
bovenbouw / 40 000, terwijl de hulpbrug een uitgaaf vorderde van / 18 603.
Deze schutsluis bestaat uit twee gemetselde hoofden op een
paalfundeering, verbonden door een schutkolk met aarden
wanden. De doorvaartwijdte van de sluisboofden bedraagt 12 M.;
de slagdrempeldiepte 3 M. — AP., en de lengte van de schutkolk
9 4 .7 4 M.-
De hoogte van het bovenvlak van de dekzerken van het
buitensluishoofd is 5.55 M. -+- AP. en van die van het binnenslnis-
hoofd 3 .6 5 M. -+- AP. Beide sluisboofden zijn voorzien van een
paar vloeddeuren, terwijl er gelegenheid is tot het aan brengen
van een paar ebdeuren.
In de scbutkolk zijn aan weerszijden 6 wrijfpalen aangebracht
om de vaartuigen van de glooiingen te houden.
Over bet binnensluishoofd ligt een ijzeren dubbele ophaalbrug.
De bouwkosten van deze sluis met de daarbij behoorende
werken tot verbinding van de Willemsvaart met den Ussel
bedroegen f 2 0 1 4 6 0 .
Te Katerveer wordt niet geschut:
1». wanneer de keersluis te Zwolle gesloten is;
2°. bij waterstanden op den IJssel boven 3 M. + NAP.;
3°. wanneer bet verscbil in waterstand tussehen IJssel en
Willemsvaart meer dan 2 .2 5 M. bedraagt.
Van af de sluizen te Katerveer tot de spoorweghaven te
Zwolle en van de stadsgracht tot de Kamperpoortenbrug werd
de Willemsvaart. die een bodembreedte van 8 ä 10 M. en een
bodemdiepte van 2 M. — AP. bad, gebracht op een bodem-.
breedte van 1 4 ä 1 8 M. en een bodemdiepte van 3 M — AP.
De kosten van deze verruiming bedroegen / 4 7 9 0 0 .
De ijzeren draaibrug in den spoorweg van Zwolle naar Kämpen
had slechts een doorvaartwijdte van 8 M., en moest deze op
1 2 M. gebracht worden. Overwogen is om tijdens de verande-
ring de vaart op het kanaal te stremmen, doch hiervan is
afgezien met het oog op bet groote nadeel voor de scheepvaart.
De spoorweg is toen tijdelijk omgelegd en in de omlegging
een bouten opbaalbrug met ijzeren val gebouwd (zie figuur 5)
met een doorvaartwijdte van 6 M., van een boogst een-
voudige, weinig kostbare doch voldoende stevige samenstelling.
De totale bouwkosten bedroegen na aftrek van de waarde
van de afkomende deelen slechts / 2 200.
De kosten van de verruiming van den onderbouw, de omlegging
van het spoor en bet bouwen van de hulpbrug bedroegen
/ 3 4 6 9 3 ; die van den bovenbouw f 2 2 7 7 0 .
De keersluis aan het begin van de Willemsvaart bij de stadsgracht
te Zwolle bood slechts een doorvaartwijdte aan van
8 M. Deze sluis is opgeruimd en in de plaats daarvan is een
nieuwe keersluis gebouwd, aan bet einde van een verlegd ge-
deelte van de Willemsvaart (zie figuur 7 ) . Deze keersluis heeft
een doorvaartwijdte van 12 M. en een slagdrempeldiepte van
3 M. — AP. Over de sluis ligt een ijzeren draaibrug.
De bouwkosten van de sluis bedroegen / 1 1 8 6 0 0 ; die van
de kanaalverlegging zonder onteigeningskosten / 6 9 7 5 .
Niettegenstaande herbaaldelijk tussehen het in 1 8 6 9 verlengde
gedeelte van de Keteldammen in de jaren 1 8 6 9—1 8 7 2 gebaggerd
was, kon de gewenschte diepte niet behouden blijven, hetgeen
werd toegeschrevcn aan den zieh naar zee toe verwijdenden
I vorm van het Keteldiep. Terwijl toch aan het worteleinde de
dämmen slechts 7 0 M. uit elkaar lagen, was de afstand aan
het zeeeinde 1 0 0 M. en was de afvoer door het Keteldiep te
gering om over deze grootere breedte de gebaggerde diepte te
onderhouden; de afvoer door het Rechter Diep bedroeg nog
ongeveer 61 °/„ en door het Keteldiep slechts 3 9 °/0. Aanvan-
kelijk lag het in de bedoeling om aan dezen gebrekkigen toestand
een einde te maken, door de breedte van 100 M. nabij zee door
bekribbing tot op 7 0 M. te verminderen en in overeenstemming
te brengen met het meer bovenwaartsche gedeelte, waar de
gewenschte diepte gevonden werd.
Dit plan stuitte af op de belangrijke bezwaren, door de
binnenvaart daartegen ingebracht.