.i»"' i
í: IL! ''i''
1
i 6x8. Dit echter kon niet beletten dat de Key-
“ zerlchen in ’t Graaffchap Mark en Hertogdom
Berg en Gulik trokken, en den
Spaujaarden debehulpzaame hand booden,
ora den noodigen ( i ) mond- en oorlogs-
vünH oii. voorraad in Linge tc brengen. Welk goed
“ “ '•g vcrlland tuiTchen die van dca Huyze van
N D S C H E
Ooftenryk, en de eendragt det Room"
fche Bondgenooten aanleyding gegeeven
heeft , dat in dit jaar dees legpenning
. ter gedachtenis van den gtoo-
tcn voorfpoed ten voordeelc diet Roora-
fche Geloofsgenooten behaald, is geflaagen.
voordeel op ’t prachtigft onthaald, mids de
'R e fo l Opperadmiraal van den Staat
delsraaten den tienden penning dicr genomeneptyzen,
'"'"con-’ ter fomme van wel zcvcn ( i ) tonnen ichats
} ‘ic r . teil ftondt te trekken. De Staaten vercerden
ook den met roem en roof belaaden Zee-
’ held met de bcdieningc van Lt. Admiraal
van Holland in de plaats van Willem
van NalTou, natuurlykcn zoon(i)van (fjcom/
Maurits, die in ’ t beleg van Grol gefncuveld
was. T ot lof van Peter Heyn vind va^Fred.
ik deeze gedenkpenningcn , wegens hct
veiovcrcn der Spaanfche zilvervlootc, gcmunt
te zyn.
Rondom hct gehainailc Borftbeeld des Spaanfchen Konings, Iccft men in den rand van de eene
zyde deeze tytels :
P H I L i p p u s I I I I , D e i G r a t i a H I S P a n i a r u m E JT
IN D IA R u m R E X .
P H I L I P S D E IV , DOOR GODS G E N A D E KON IN G VAN
S P A N J E E N D E IN D I E N .
Ifoiavi- .Op de andere zyde ziet men, onder twee zeegepalmen, eenen bundel pylen op eenen altaar,
leriani die het Zinnebeeld (i) van de Godvruchtigheyd is. Waarrondom in den rand dit opfchrift ftaat :
Hierogl.
lib.XLix. U N IO N I P IÆ V IC T O R I A L Æ T A . 1628.
cap. 13.
HEU CH L Y K E O V E RW I N N IN G VOOR D E GODV RUCHT IG E
V E R E E N I G I N G id28.
(3} Rcfol.
derStaaten
van Holl.
3 Maart
ï6 i8 .fo l.
16.
(4) Neuville
H.ft.
van Hol!.
I.d e d ,
pag. 389,
Berer geluk bejaagden dc Vereenigde
Geweften doortwee viootcn op z e e , die j
de Weftindilche Maatfchappy, hebbende '
van den Staar eenen onderilaiid van (3)
vierenveertighonderd geregelde foldaaten
verzocht, in dit jaar naar de Spaanfche
Wciiiendien zondt. De eerftc , twaalf
fchepen fterk, was in (4) Louwmaand
deezes jaars , onder het beleyd van den
Admiraal Peter Adriaanszoon, uyt Texel
in zeegeloopcn, en had het geluk vaa de
Spaaniche vloot, die uyt de Golf van Honduras
vertrokken w as, op de hoogte van
’c Eyland Kuba te ontmoeten. De Spanjaards
zich vindendein zoo groor gcvaaren
eerlang t’ eenemaal afgemat, poogden zich
in eene haven by de ftad Sint ChriftofFelte
bergen. Dan de Nederlanders zaaren hen
ZOO digt op de hielen, dat z y het moeften
op ’tftrand zetten, zonder dat de onderftand
, die hen uyt de naafte ftad wierdr toe-
gefchickt, beletten kon , dat de Hollanders
zich van alle de fchcpcn meefter maakten,
en, naa't verbranden van de zelve,
mct den daaruyc geligten buyc naar Nederland
zeylden. Alwaar men in Bloeimaand
des zelfden jaars , ondef het beleyd van
Peter Peterszoon Heyn eene tweedc
vloot van eenendertig ichepen had uyt.
geruft en in zee gezonden , om op de
hoogte van Havana op de t’huysko-
mende ziivervloot des Spaanfchen Konings
te paffen. Dau den achtften van (y ) Herfft-
maand beiiep hem op die hoogte ccn gewel- vanHoU.'
dige ftorm ; waar door de Nederlandfche
vloot tot op de kuften van Florida omtrent
de baai van Matanza, tot haar groot geluk
, wierdt gefmeeten: midsdien de Spaanfche
ziivervloot deeze ftreek houdende de
Nederlandfche in den mond liep. Welke
zich, naa eenen kleynen te;^enftand, van
de zelve en haare ingelaade fchatten, die
zeer groot waaren, meefter maakten. Want
het goud en zilver,wierdt opcweecnzeven-
tig tonnen fchats,de koopmanfchappcn op
zecendertigmaal honderdduyzend guldens,
en her gefchut, touvvwerk, en andere roe-
rufting ter zeeop vier millioenen gefchar. 1^19 .
Van dceze ongemeene winft wierdt aan dc . 0.
deelgenooten der Maatfchappye vyftig (6)
ten honderd uytgedeeld, en Peter Heyn, ftaat.
die uyt een gering geflacht van Delftsha- TdcS.
ven geboorcig w a s , als de Herfteller van
’s Lands krachten, met ongemeene toc-
juychinge onder het luyden der klokken
ingehaald, en door den Ptins van Oranje,
(7) gezelfchap van den Koning van Bo- (7) Mere
hecrae, en dc Afgezanten der gekroon-
dc Hoofden , in erkcntenis zoo van zyn xv. pag.
beleyd, als uyt aanmerking van zyn eygen
voor-
I. De voorzyde van den eerften bevat het borftbeeld van deezen gelukkigen Zeeheld, omhan*
gen met eene vierdubbclde keten, waarmede hy van de Staaten wierdt begiftigd. Het randfchrut
luydt aldus:
I I . ‘Deel. X x PE*
/ A l