58 N
e d e r l a n d s c h e
lio o . land, tot vertroofting der wcderaydfche
-----------onderdaancn geene andere uyt-ofingaande
laften zouden moogen vorderen; maar dat
dc wcdcrzydfchc onderzaaten de zelfde
oude vrydommcn in de tolrechten zouden
genictcn, waarvan z y voor den oorlog in
vreedigbezitgeweeftwaaren, zoo behoeft
men zieh niet te verwonderen, dat wegens
hct fluyten van dit Vcrdrag, waardoor’t
eerfte Verbond nietalleen geveftigd, maar
ook de tolrechten geregeld wierden, decs
legpenning daarop tc Biuflcl gemunt is.
H I S T O R I P E N N I N G E N . I. Boek.
Op dc eene zyde zict men de Voorzigtighcyd, houdende in de eene hand dcnilangen-of Vree-
deilaf van Merkuur, cn in de andere eenen blooten degen, die op cen aanbceld m il, onder
dit byfchrift:
P R U D E N T IA F IR M A T .
D E VOOR Z IG T IGHE TD B E F E S T I G T HET.
Tc wectcn hct Beftand door dit nadere Verdrag. Onder dceze verbeelding ftaat verder:
C A L c u n u s C I V I T a t i s B R U X e l i - e n s i s .
R E K E N P E N N I N G D E R S T J D B R U S S E L .
Tot wier eebruyk dees penning gemunt is. Op de andere zyde zict men twee vrachtwageiu
tiiffchen twee grensfteden af- en aanryden, tot gecn gering voordeel vail beydcr ingezeetcnen}
van welke ik meen dceze vogelcn hct zinnebeeld te weezen: want hct omfchritt is:
P U B L IC A N U T R I T AM O R . iSos.
D E L I E F D E F O E D T H E T GEME EN. 1609
Wat ook hiervan z y het is zeker, dat
de Aartshertogen niets verzuymdcn,’c gene
hun onderhoorige land kondegelukkig maaken,
o f bequaam was, om de harren hunner
gcneegenc onderdaancn nog meer aan
hen te verbinden. Want de gemeenzaam-
h c y d , met welke zy in de openbaa-
rc byeenkomfteii, in de Doelcn onder
dc Boog-enBuflchieters van Bruflel, hide
vcrgadcringen der Gilden, cn in andere
gemecne plaatlcn der burgerlyke famen-
komften zieh vertoondcn, was zoodaanig,
dat ieder hct hart en den mond vol had van
de weergaelooze goedhcyd hunner Vorften
: doch voornaamelyk de begunftigde
Geeftlyken. Want de Aartshertog, ziende
hoe groot de toeloop was naar zeker
Lievrouwenbeeld, over luym honderd
(I-) Sand, jaaren in een bofch by Dieft door eenen
Afpricoll. Herder gevonden, en aan eenen (i)eyken-
boom gehecht, had over zcs jaaren volgens
gedaane geloften, als hy Maurits het
beleg van ’s Hcrtogenbolch deed opbrecken
, het gemelde bofch doen verhouwen;
met voorneemen van op die plaats eene
heerlyke Kerk te ftichten. D o o r’t fluyten
van ’t Beftand de wapenen zynde afgelegd,
zyn hy en zyne Gemaalin in dit jaar, verzeld
van hun geheele Hofgezin, denvaart
gereyft, en hebben ten overftaan van Mat-
thys Hovius , Aattsbilfchop van Mechelen
, van de nieuwe kerk den eerften fteen
gelegd, wclkc naamaals in ’t jaar zestienhonderdzcvenentwintigzynde
voltrokken,
den zesden van Zomermaand in de tegen-
woordigheyd van de Aartshertogin en den
Markgraaf Spinola , door den gemelden
Aartsbiftchopis ingewyd; naadat dieplaais
tevoore reeds door eenen wal met zeven
bolwerken verftcrkt, en de inwoondcrs b.) Sand,
met het zelfde recht ( 1 ) cn de vrydommcn g j f '
eener ftad begiftigd waaren. Jaarlyks trokken
de Aartshertogen uyt godsvrucht naar
deeze nieuwe kerk, thans Scherpenhcuvel
genaamd, vermengdeii zieh te voet onder
den drom van dc dcrwaart in beedevaart
gekomene menichen, en lictcn alom door-
luchtige voetftappenachtervanhunnemild-
daadigheyd tot den armen: als zynde dce-
zc wcl voornaamelyk het voorwerp hunner
aancRcht. Want ziende de zelve on*
der den driikkendcn lait der woekcraarcn
en Banken van belcening verzuchtcn, hebbcn
z y federt daarin voorzicn , die afgc-
fchaft, o f zoodaanig, naa ingenoracn raad
der AartsbiiTchoppcn van Mechelen cn
Kameryk, volgens hct ontwerp van ecnen
(i)Hift-de ( i ) WcnccflausKouwcnbcrg geregeld, dat
rAtchid. fetjert Bergen der barmbartigheyd gcnaamd
zyn geworden: mids aldaar dc ge-
brekhcbbcndcingezeetcnen met hctgccvcn
van eene zeer geringe erkcntenis in hunne
bcnaaiiwdhcyd, door gcldlcening op hun-
P^S- 3S-Inc
vcrpande goederen können gcholpcn 1509.
worden. Met een woord ; daar waaren -------- *
geene Stedcn, en in de zelve gccnc Schut-
terycn, Gilden o f Brocderlchappcn , o f
z y gevocldcn dc uytwerkfclcn vandemild-
daadighcyd cn goedhcyd haarer Vorften.
Ziilks niemand hunne regeering bcnydde,
maar icdcr hen als Vadcrsdcs Vaderlands be-
fchouwdc, aauwicrgoedaardtige handen het
anders zoo geduchte Vorillyke vermoogen
thans buytcn alien ergwaan cn in voile ge-
ruftheyd was toevcrtrouwd; zooals op deezen
legpenning wordt te kennen gegeeven.
Boven ecnen Leeuw, den ilerkilen der dieren, wordt op de eene zyde een Vorillyke fcliepter
cn vreedetak, leggende kruyswyzc over elkanderen, binnen dit randfchrift verbeeld:
V I S IM P E R IO S E G U R A B E N IG N O . 1609.
’r V E RM O O G E N I S V E Y L IG DOOR E E N E G O E D E R T I E R E
HE E.R S C HA P P Y. iijog.
Rondom het gekroonde wapenfchild der Aartshertogen leeft men in den rand der andere zyde
dit opfchrift;
G e c t o i r s P o u r l a C H A M b r e D E S C O M P t e s E N B R A b A n t .
L E G P E N N I N G E N VOOR D E R E K E N K A M E R I N B R A B AN T .
In deczen bloeijcnden ftand fcheen der
Ncderlanden ruft, zoo onder het goedaard-
tige heftier der Aartshertogen, als onder
den aanwaftenden koophandel der Vereenigde
Geweften, voor eenige jaaren verze-
kerd te weezen, indien de ftaatsgevallen
der gebuurige Landen, onder den naam
van gegeeven onderftand , deeze pasge-
fmaaktc ruft niet in eenen nieuwen en zeer
langduurigen oorlog , hoewel flechts op
der gebiiurcn grond, o p ’t onvoorzienft en
met den beginne deezes jaars verwiifcld
had. Want den vyftienden van Lentemaand
was Johan Wiilcm, Hertog van
Gulik, Klec f, en Berge, Graaf vander
Mark, Ravefteyn, Ravensberg, en andere
bygclcgenc Heerlykhedeii, die in ’t laatfte
ßloeimaand des jaars vyftienhon-
tafel 28Ö. dcrdtweecnzeilig gebooren was , zonder
cenige wettige kinderen naa te laaten deezer
werreld overleeden. Want hoewel hy
in hct jaar vyftienhondcrdviercnzeven-
tig tot BiiTchop van Mimftcr gckoorcn
w a s , en die kerk over de elf jaaren in
die hoedaanigheyd befticrd had , zoo
hecft hy eyndelyk die waardighcyd we*
der afgelegd, en is met Jakoba , Dochter
van den Markgraaf Philibert van
Baden getrouwd. Dan hebbende op vcr-
moedeii van bcgaane echtbreuk dceze z y ne
Gemaalin, zonder kinderen by haar
geteeld te hebben, doen verwurgcn, hecft
hy in ’t jaar vyfcienhonderdnegencnnegcn-
tig zieh ten tweeden maale in ’t huuwelyk
begeeven met Antonia Dochtcrvan Karel
den II, Hertog van Lottcriugc. Maar ook
by deczc geene kinderen komcnde te winncn,
is hy eyndelyk geheel krankzinnig
geworden, cn mids zyn kinderloos affter-
vcn zoo vinnig ccn oorlogsvuur ontvonkt,
dat zyne naagclaatene Staaten in ecnc zee
van menigvuldige rampen zyn gcdompcld,
cn zyn lyk niet voor het jaar zeilienhon-
derdachtentwintig door de zorg cn het toe-
doen van zyn Zufters Z o o n , Wolfgang
Wiilcm Paltsgraaf aan den R y n , volgens
de geruygenis van deezen penning, is be- fchied. in
graavcn : die door hem onder de gcncn,
welke die begraavcnis hadden bygewoond, 1619. pag.
(3 )is uytgedeeld geworden, n.verfa.
P i Dc
W'-
f ♦' >i
.1^' .
i i !
Íili: I
-.'A
1 i
Pi I