s N E D E R L A
XÖ03. en zoo nu zoodan door verfcheydene uyr-
■ vallcu her Scaatfche leger in zync werken
(t) Meter oncruftcn. Op deczc wyze elkandcr tot
Ned. H ilf in Slagtmaand voor ’s Hertogenbofch hcb-
(iReiol bendc opgchoudcn , hebbcn eyndelyk dc
derStaaten Staatfche kncchtcn den vyfden ( i ) hunne
van 9°**" werken verlaaten, en zyn in dc naaftefte-
oftob. tot den , evenals de muytelingen in de ilad
Graaf, ter bezetting (2,) getrokkcn. Ter
i6p. ' cere van Aalbcrt vind ik , wegens het an-
N D S C H E
dcrmaal behoudcn van ’s Hertogenbofch,
ook in dit jaar aldaar andermaal deeze
penningen geflaagen. Want offchoon in
’t begin de burgers dier ilad wegens zoo
zwaare bezetting t’onvrccde waaren, zoo
keurden z y in ’t vervolg het gehouden gedrag
van den Aartshertog niet allcengoed,
maar beftonden o o k , ziende hec ontzet (3) Hift.de
daarop gcvolgd, zyne voorzigtighcyd (3 )
volmondig te pryzen.
De ccn is wat grooter dan de ander, doch hebben beyden hct wapenfchild der Aartshertogcn
op de eene, en dat der ilad op de andere zyde i zynde de vanden omzoomd met deeze ty-
telen:
A L B E R T U S E T E L I S A B E T a , D e i G R a t ia A R C H ID U C E S A U S T iu a ;.
D U C E S B U R g u n d i ä ; , E T B r a b a n t i ^ . k So j .
A J L B E R T E N I Z A B E L L E , DOOR QODS G E N A D E AARTSHE R^
TOGEN V AN OOSTENRYK- , H E R TO G EN V AN BO U R G O N D I E
E N B R A B AN T , idoj.
Terwyl de Graaf vanden Berg by ’s Hertogenbofch
aan Maurits aldus hec hoofd
boodt, voerde Ambrozius Spinola alsOp-
(4jBcntiv. perlegerhoofd (4) hec hooge bevel voor
Ned Oori. Ooilende. Welke ziende dat dceze plaats
pa^. 707. ’ heel ligt te dwingen zoude z yn , zoo maar
de haven geilopc, en den belcgerden de
toevoer van onderftand längs de zee belet
konde worden, alle zyne krachten en
fchanderheyd te koll leyde , om dit uyt te
werken. Des deed hy veele fregacten en
(5)Refol. booten uytruilen , bootsvolk (y) aannce-
van hS l groocgetal rysboflen
van 19. en zwaare fteenen aanbrengen, om die in
NovYmb 't water te werpcn, enzichdaarovereenen
1603. foi. weg te baanen, cn liet veele zakken mec
300- wol opvullcn, die, mids ’c gebrek van aarde,
den belegeraarentot borflweeren konden
verftrekken, midsgadersook verfchcy-
dcne vlotten en blinden toeftellen , ora,
waare ’c moogelyk, door ’c behulp dier
zaaken te gemaklyker over eene w y de vaart
te geraaken. Dceze lag voor de buyten-
werken, doch wasterpIaatfedaardeBour-
(6)Bentiv. gondiers cn Waalen werkten (6) enger en
n S Oorl ’ zulks die de eerflen waapag.
joS. ten, die ’er overraakcen; wordeude eerlang
ook van de anderen gevolgd. Scdert
tailce men de halve maan aan, die de ove-
rige buyccnwerken dekte. Dc Bourgondiers
en Waalen waaren wederom de eerflen,
die hierin hun oogmerk (7) bereyk- (7)Bentiv.
ten, als zyndebeguniligddoor de hoedaa- ^g*^‘ oori
nigheyd der plaatfe; en de andere volke- pag. 709. *
ren , daardoor aangemoedigd , maakten
ten koile van veel bloeds zicli ’er ook eyndelyk
meeiler van. Dees voorcgang wak-
kcrde niet weynig de hoope, van de Had
nog te zullen veroveren; des wierden op-
nieuws mynen tegens mynen gegraaven,
beukeryen tegens beukeryen geilicht, en
voor hec eynde deezes jaars de mee-
fle buytenwerken, naa veel bloedvergie-
tens, bemagtigd. En aloffchoon de op-
komende Winter de reeds zooverre gevor-
derdc aanvcchtingen vertraagde , en de
zee door haare holgaande haaren , geduu-
rende dc (’S) winterilormcn , veclc wer-
ken der beleggcren overhoop fmcet cn Ncd. Hift.
befchaadigde; zoo vatteden echter
Aartshercogen ccn zeker vercrouwen op,
dat onder hun oppergezag en door hec beleyd
van Spinola de zeeilad Ooilende, die
nietmin met hardnekkige verweerdcrs en
hechte werken dan de zeekrceft met harde
fchaalen en fcherpe fchaaren gewapend
w a s , eyndelyk te zynen tyden en vLaatfe
zoude verplec en veroverd worden. Z yn de
die de zin^eeling van deezen legpenning,
die in dicjaar rcADCwcipengemunt is.
Rond-
H I S T O R I P E N N I N G E N .
+
7. Boek.
Rondom hct gekroonde wapcnfehild der Aartshertogcn, dat op de voorzyde ftaat, Iccft men
in den rand dit opfchrift:
A L B E R T U S E T I S A B E L L A D e i G r a t i a .
A A L B E R t E N I Z A B E L L E DOOR GODS GENADE .
Op de tegenzyde ziet men eenen kreeft door twee gekroonde rechter handen, vcrbccidende
beydc dc Aartshertogcn, met een heyblok gebcnkt worden; binnen het randfchrift deezer
woorden:
T E M P O R E E T LO CO . IÖO3.
■TE Z Y N E N T YDE E N P L A A T S E . ifioj.
( ,)F le -
iriing ue-
3cg vaii
Ooftendc,
pAä.400.
(1) Flem.
Beleg van
Ooftende,
pn&404.
(3) Flem.
Beleg van
Ooftende
pag. 40 j.
(4) H. de
Groot
Ncd. Hift,
fol. 461.
De Vcrcenigde Geweften inccgciidcel
fpandcn alle hunne krachten in , om Ooilende
zooveel doenlyk was re beichermen:
des hebbende Jonkheer Karel van-
der ( i ) Noodt, in de plaats van den
afgeloftcn Heer Frederik van Dorp, tot
nieuwen Scedcvoogd aangeftcld , waaren
z y zonder ophoudcn bezorgd om by de
duyflcrheyd des nachts zoo nu zoo dan
hct noodige in de ftad, en degcquecflen
cn afgemacce krygsbenden weder daar uyt
tc krygen. Op deeze wyze kwaamen
daar binnen op den dric- en vyfentwiutig-
ften van Oogftmaand derticn fchepen mec
krygsvolk, ( i ) allerhandc eetwaaren,oor-
logsvoorraad cn ververflingen gelaaden,
Dan als op den achtentwintigften des
avonds eenige fchcpen uyt de l^elcgerdc
plaatfe, bevracht metgcquetfte o f aan dc
peil ziek zynde foldaaten, naar Zeeland
meenden in zee te fteeken, is een der zel-
ve aan dc zyde des vyands aan den grond
vaftgcraakt , cn mec hec ichip nog twaalf
gequecfte o f zieke ibldaaten (3) den bele-
geraaren in handen gevallen; welke zc allen
deedcn ophangcn, onder voorwcnden
dat’er geene lyfsgenade aan die ter zee,
cven als aan die tc lande gekreegcn wierden
, gegeeven wierdt. Maar als Graaf
Maurits uyt weerwraake, ftaande nog hec
beleg van ’s Hcrtogenbolch, van alle de
gcvangcnen twaalf, dien dat lot door ge-
rrokkene briefjcs te beurte (4) viel, ins-
IT. Deel.
gelyks liet opknoopen, is dus dc eene
wrecdheyd mec de andere niet alleen be-
taald gezet, maar heefc ook in ’c vervolg
het eene mcs hec andere in dc fchcde gehouden.
Zulks de Aartshertog, door dceze
wreedheyd nietsgcvordcrd zynde, eenen
anderen weg infloeg , cn alom openlyk
door aangeplakcc bevcifchriften aan icder
werreldkundig maakte ; hoc hy aan alle
uytgeweekencn uyt zync onderhoorigelanden,
en die zieh aan geene andere misdaa-
den dan der inlandfchc beroertcn fchuldig
vonden, herveylig wedcrkecrcu toeftondc:
onder uytdrukkelyke belofce , dat hunne
gocdercn, die zy voorheen hadden bezec-
cen, doch tegenwoordig door dc ßreukka-
mer waaren(5-)aangeflaagen,denwcderkee- (5) H. de
rcnden zouden worden wederom gegeeven. ^S°Hift
Doch met deeze bepaalinge nogtans, dat fol. 465.
hen hec recht om die te moogen vervreem-
deii blecf benomen : in welke raids de
knoop lag.die demeeften deezc uytbieding
deed verdenken en aanzien als het lokaas
om hen Hechts in het net tc krygen; zulks
men zieh geenszins daarop heefc durven
verlaaten. Wclkc geveynsde gocderticrcn-
hcyd des Aartshercogen, o f ten minfte dat
hy de Vlaamingcn totnogtoe met dever-
geeffche hoope van Ooftende o f eenen ge-
wenfchren Vreede te zullen bekomen ge-
vleyd had,rayns bedunkens aanleyding tot
hct miintcn van deeze twee legpenningen
hccft gegeeven.
I.De
W.,