i t , r r ‘
! 0 I
„ 1 fe
i I
jo o
1662.
(i)D r . O.
Dapper
Befchryv.
vaia Amilerdam
fo].4 4«.
(1) Pels
Gebr.cn
Misbr. des
tooneels,
pag- 17.
Bcyde nu decze Kunftkamcrs fpanden a l - '
le haare krachten in, om dc Nederduyr-
fche taal van baitaardwoordcn, flaande
dc regeering der Bourgoudil'che Hertogen
ingciloopen, weder te zuyveren ,dc dichc-
kimde in top te voeren, eu elkandere uy:
ccncn pryzelykcn nayver in ’c volvoeren
vau bcydc , zoo vcel moogelyk waare,
voorby ceilrccvcn. Oubefchryvelykis’t,
liocvccic vruchten dc Nederlandfche Zang-
berg uyc die flrydcu om de kroou plukce:
maar als z y eyndelyk toeleyden om elkanders
cooneeltpeclders tc onderhuuren, en
dus dc eene de andere te benaadeelen kwam
dc Magiftraat mec zyn hooggezag daartus-
fchcn, cn beyde dceze Kamers, mcc haare
blazoencu cn zinfpreuken ineen fmelten-
de, deed, onder’copzigc van den Hoofdfchout
Jan cen Grootcnhuys, eu den Bur-
germeeftcr ( 1 } Gcrard Schaap, opde Keyzersgrachc
en de zelfde plaats, daar deeze
twecdc Karner haare vergadering plagt te
houden, door den zeer ervaaren Bouw-
meefter Nikiaas vau Kämpen, in ’t jaar
zeflicnhondcrdzevenendertig een heerlyk
fchouwrooncel oprechcen; gene, hoewel
kleyn van omtrek, zich door de kunft
als een groot en doorluchtig Vorftlyk hof
vertoonde; cn wienspracht, houdiug,
eu gemaklyk gebruyk onderling om de
kroou ftrecden. Die was nu het*ftrydpcrk
der uytmuntendftc Dichteren; hier (2)
klonk de Nederlandfche taal met zoo aangenaame
zuyverheyd,dat de gemoedsdrif-
fca der toehoorderen daardoor als in
zecgepraal wcggellcepc, en oud, jong,
burger, en vreemdeling, in zoo groot getal
derwaarcgelokt wierden, dac, naa ’t
aftrekken der gemaakte onkoften, hec
overfchietende geld, eenige duyzenden
guldens *s jaars bcloopendc, toc gecn kleyn
llcunlcl van der ftad Oudemanncn- eu
Weeshuys, naar elks gelang, verilrekte :
mids de koften, in opbouwen van deczen
fchouwburg gevallen, door ’c eerftc
voor ccn derde, cn door ’c laatftgemelde
voor dc cwcc (3) overige deelen, waaren gedraagen
; eu waarom alsnog alle de inko-
mendc geldcn door beyder Bcdicnaars worden
onrfangen. Die gebouw echter, hoe
heerlyk ’c ook waare opgetimraerd, blecf
niec langer dan zevenentwintig jaaren in
dien ftand , cn is door den altegrooten
yver en dc onkunde der zcs Opzicndcren,
die, in den beginne door de ßurgermee-
ftersjcn thans voor dc Bewindsmannen dier
Godshuyzeu aangefteld, hcc opzigc over alles
hebben, om hec onbcweegelykc tooneel ,
naar de wyze der Italiaanen, te doen beweegen,
mec zeer groote koften hertim-
mcrd, daarvan den vierentwintigften (4)
van Lentemaand door Maria V os, Dochcer
van den bekenden Dichter Jan Vos, de
eerfte fteen gelegd, en dus binnen een
jaar iu dien ilaud gcbragc, waarin hct tegenwoordig
nog gezien wordt: könnende
echter die nieuwe geenszins, naar’cgevoe-
len (y) van fommigen, de deftighcyd van
’c oude ophaalen. Hoe *c z y , immers
wierdc ieder der zes Opzieuderen vau
den eerften geftichten Schouwburg, by
aanvaarden van den dienft, met dusdaanig
een. zilver. penningtje vereerd,
en de magt van het aau hunnen bekenden
te moogen uytleenen, om zonder
geld te geeven te worden ingelaaten.
Welk zilver merkteken ik in de pen-
niiigkafte van den Heer Willem van
Heteren in ’s Gaaavenhaage ontdekt
heb.
(3) Com-'
melin
Befchryr;
van Amil,’
fol.ööo.
(4) Klaas
Bruyns
Luftpiaats
Zoelcn,
pag-<33*
(?) Pels
Gebr. en
Misbr. dea
tooneels,
pag. 17 en iä,
Op de eene zyde is een byfcorf.zynde hct zinnebeeld van de laatfte opgercchte Rcdervkkamcr.
verbeeld; nevens dit zoo boven-als ondergeftelde s ondergeftelde bbyyffcchhrriifftt;; i ro «veuciysKamcr,
S C H O U B U R G H .
Y V E R .
C I O I O C X X X V I I .
Zyndc
het jswr alswanneer de eerfte Schouwburg ter plaatfe Is opgerecht daar de voor-
gemeldc Karner, die het woord Y V E R toc zinfpreuk had, haare vergadering plagt tc hou-
1662 .
Onder het gekroonde wapenfchild van Amfterdam, ’c gene op de andere zyde verbeeld ¡s, leeft
men den naam van deu Opziender des Schouwburgs:
J ; V a n d e r PO E L . 1 6 6 2 .
(i)Dapper
iwccde
G eia 11t-
fchap naar
Sina.fül.
51.
(i)Dapper
tweede
Geiant-
fcliap naar
Sina, fol.
54-
' Ä "
Geiant-
Wiapnaar
Sina, iol.
90.
De grootheyd deezer ftad is op den
koophandel geveftigd, waarvan die der
Oortindilche Maatfchappye, welke wel de
voornaamfte is , in ’t voorgaande jaar geen
kleyne fchaade leedt door hec verliezen
der Eylanden Taijowan en Formoza,. Z ekere
Chunchilung was v an( i) eenen kle^r-
maaker, zoo door den Sineefchen koophandel
als gepleegde zeerooveryen, eyndelyk
tot dat vermoogen en die magt ge-
ftcygerd, d a th y , by de vierduyzend ligt-
gewapcnde ichepen könnende in zec brengen,
op hcc veroveren van Sina, ftaande
de inval der Tartaaren, toeleyde. Doch
de laatften zich nietalleen van dac R y k ,
maarook vaa zynen perloon door ichoone
woorden ten Hove gelokt, meefter gemaakc
hebbende,outweek zyn Zoon Koxin-
ga cen diergelyk onthaal op zyus Vaders
wcluycgerulle oorlogsvloot, en maakte de
zee omtrent Sina door rooven en ftroopen
200 onveylig, d a tde Tartaaren, zynde
in gecnen ftaat om hem gcwapenderhand te
bedwingen, längs dc vafte kuften van Sina
allc de landen,fteden,«ndorpen vandezee
wcl drie uuren landwaart in , zonder aanzien
van perfoonen, cot den grond verwoeftten •
om hem aldus den toevoer van leevcnsmid-
delen tc beletten, en eyndelyk ten eyftde
adem te brengen. En waarlyk zag hy
(2) zich hierdoor ecrlang in zulke benaauwdheyd
gebragt, dat hy de Sineefche
kuilen verliec , en het naar de Eylanden
Taijowan en Formoza wendde, dezelve
ovcrvicl, fchoon hy raet de Nederlande-
rcn in geenen oorlog w a s , zich in den
tyd van omtrent tien maanden niec alleen
van het geheele (3) platte Land maar ook
van hct fterke flot Zeeland meefter maakte.
Dit onverwachtce verlies nam men te
Batavie zoozeer ter harte, dat raen eene
vlooc van acht jagten cn vier fluyten uytll.
Hed,
ruftte, die den vierentwintigften van Zo*
mermaand van dc Batavifche ree in zee
ftak, om de Heeren Johan van Kämpen
en Konftancyn Nobel, als Gezanten der
Maatfchappye, naar Sina te brengen.
Alwaar z y op hun aanlanden bevel ontfin-
gen, om zich naar den Onderkoning (4)
Singlamong, en deu Veldheer TaifingLi-
poui tc begeeven. Dus mec hun gevolg
van achttien perfoonen de rivier Hakficu
met eenige jonken opvaarende, ftapten z y
te Sinkfieu, den derden van Wynmaand,
aan land, en hadden den volgenden dag
gehoor by den Onderkoning; van wien
z y , naa’c aanbieden der medegebragte gefchenken,
en voordraagen huns verzoeks
cot antwoord kreegen,dathy hen toeftondc
om de cenc of andere vafte plaats, o f wel
eenig Eyland, cot vordering van den
koophandel, op eene der Sineefche kuften
te moogen in bezic neemen , en on*
befchroomd alle havens des Sineeichcn
fyks aandoen. Doch ten aanzien van
Koxinga, (y) dat hy zyne zeemagc by die
der Nederlanderen volgens hun verzoek
om dien Zeeroover te verdelgen, niet
konde voegen; vermids de inwoonders
der Eylanden Eymuy en Quemuy mec de
Tartaaren reeds ecnen Vreede geflooten
hadden, cn der zelver Gezanten , om
dien te beveftigen, uaar ’ c Keyzerlyke hof
van Peking op weg waaren. En hebbende
federt zoonu zoodan de Nederlandfche
Gezanten wel doen onthaalen, lict by
voor hun vertrek (6) aan ieder der zelvc
twee ftuks zyde ftofTen en eenen dusdaanigen
zilveren Sineefchen gedenkpenning,
ter waarde van v y f ta y l, waarvan ieder
van ons geld omtrent drie guldens
en twaalf ftuyvers waardig is , toc
een teken zyner hoogachtinge , fchenken.
(4!Dflppci
tweede
Geznnt-
fchap naar
Sina, fo!.;
71*
(i)Dipp ci
tweede
Gezantichap
naar
S ina, fol.
9 1.
(6)Dapp<i
tweede
Gczant-
fchap naar
Sina, foh
91.
LU 111 W d k s
Hs.:
f c
;
i l l
r :