, 1 ' . , N i l lict veroveren van Gulik zyn de
Pranrche hulpbenden , onder het beleyd
(, 'M v a n h n n n e L e g e r h o o fd e n , d e n n e g e n d e n ( l )
N.-J, Hill. H e r f f tm a a n d v a n h c t o v e r ig e le g c r d e r
P r in f e n B e z i t t e r e n g e f c h c y d e n , e n h e b b e n ,
naa bekomen verlof der Aartshertogen,
längs Luxemburg cn Mazicres dc rugtred
naat Vrankryk genomen. Maurits insgelyks
van dc Staaten uytdrukkciyk bevel
tot het wcderkeeren ontfangen hebbende,
om den gevrccsdcn argwaan, als o f hy onder
den ichyn des Guliklchen oorlogs heel
iet anders in den zin had ,te dempcn, heefc
aanftonds (z) zyne krygsgereedfchappcn
naar Dulleldorp, en vandaar tc water den
R yn aigezondcn; cn is zelfden achttiendcn
der zelfde maand met hec overige Ieger naar
Schenkenfchans algezakt, alwaar het ge-
fcheyden en in dc winterlegering gezonden
is. Staandc dc winter wierdt’er eene famen-
komft der in gelchil zynde Vorften teKeu-
len beleyd,alwaar de Keurvorft van Ments
en Graaf van Holienfollern, als Gemagtigden
des Keyzers, vcrfcheenen. Lodewyk
Landgraaf van Helfen deed verfcheydene
rllaagen tot wegneeming der verfchil-
J U J : A, J/... Rn-rit-rr’ri’n nii^r nan
( i ) Neuville
Hift.
vanHoll.
I .d e d ,
pag-34-
len ,doch die deu Prinfen Bezitteren niet dan
onfmaakelyk voorkwaamen. De Franfche
Afgezant iloeg wel eenen anderen weg in ,
dan diewas wederom geenszinsaangenaam
aan den Landgraaf en ’s Keyzers Gezanten.
OndertuiTchen wierden ’er verfcheydene
gefchriften zoo van de eene als andere zy-
(3) VaíTor de tot rechtvaardigiiig (3) hunner gedaane
Hift.de eyfchen in ’t licht gegeeven: doch welke
xriTtonie hctvcrdragmeer vcrwyderd danbevorderd
I. pag. 81. hebben. invoege deeze befchreeve vergadering
onverrichter zaake fcheydde, met
onderlinge aantuyging van zieh vry te kennen
van alíe de onheylen, die, mids dit
vruchtloos icheyden, den landen ftonden
op te koomen. Terwyl de nabuurige landen
van dusdaanige twecdragtzwangcr gingen,
genooten de Spaaniche Nederlanden
ccne volkomc ruft onder het godvruchtige
heftier der Aartshertogen: want z y , totnogtoe
gcnoegiaam cnkelc aanichouwers
van der gcbuuren oorlog zynde, voeren
voort in hunne godsdicnftige betrachtingcu.
Z y ieyden den eerften ftccn aan de prächtige
kerk der Auguftyncn, der ongelchoci-
dc (4) Karmelieteii, der Minimen , der
Annuntiaten, en der Vrouwebroedcrcn te ^¡£„10.’
BruiTel. Het oude Hof, de woonplaats
van Keyzer Karel tc Mechelen , verecr-
den z y aan de Jefuyten , ora tot cen verb
ly f der nieuwe aannecmclingen dier or-
drc,ftaande hunne procfjaaren, te weezen.
Aan de Kanonniken der Hoofdkcrke te
Antwerpen gaaven z y veele landgoederen,
omtrent v y f uuren van Gent gelegen. Aan
die van Sint(5-)Goedele te BruiTel honderd
bunderen lands omtrent Kameryk, en die Albert,
van Sint Peter te Loven meer dan tienduy-
zend guldens aan kerkficraaden, mids zy
het verhoogen hunner weddcn hadden af-
geflaagen, uyc vreeze zoo die rykcr van
jaarlykfche inkomften waaren, dat ze geenszins
door de Leeraars dier Hooge fchoole,
maar door de kinderen der ecrfte Ampcc-
naaren zouden worden bezeeten en iuge-
flokt. Des daverden de predikftoelen van
de godsvrucht dier Vorften. Den gemeentc
wierdt niec anders als de hoogachting tot
de zelve door de Geeftlykhcyd ingcboe-
zcmd, ’c was hunne mildheyd die men längs
dc ftraaten opzong, hun lo f , dien men
niet alleen in alle openbaare vieringen,
maar ook door hec uytgeeven van deezen
legpenning in topvoerde.
Twee geftrengelde rechter handen houden op den eenen kanc den vreedeftaf van Merkuur,
boven eenen brandenden altaar j op wiens voorzyde de twee Griekfche letters XP ftaan , die de
drie eerfte van ’t woord C H R I S T U S zyn. Nevens den altaar leeft menhetjaar lö ii.en iß
den rand dit omfchrift;
F E L I C I T A S iE T E R N A .
D E E E UW I G D Ü U R E N D E G E LV K S TA A T .
^ Op den anderen kant wordt, rondom het gekroonde wapenfchild der Aartshertogen, in den
rand dit opfchrift geleezen;
A L B E R T U S E T I S A B E L L A D e i G r a t i a .
z i A L B E R T E N I Z A B E L L E DOOR G O D S G EN ADE .
Geen
(i) Brandt
Hift. der
Reform.
II. deel,
pjg. lOÖ.
(1) Brandt
Hift. der
Reform,
ii.d e e l,
pag.! It.
(;■) Brandt
Hift.der
Reform.
II. deci,
pag.118.
Brandt
Hift.der
Reform.
n.de cl,
pag.119.
Geen minder geluk, mids de bloeijende
ftaat des koophandels, zoude dc Vereenigde
Geweften omtrent deezen tyd gelinaakt
hebben, indien de kerkgefchillen, waarvan
ik hiervoor al iet gezegd heb, die ge-
wenfte ruft niec geftoord hadden. Want
ofwel Arminius d en ( i) negentienden van
Wynmaand desjaars zestienhonderdiicgcn
geftorven was, zoo had hy echter eenen
grooten aanhang achtergelaaten. Dekerk-
twift had zich meeft in de Ndorderdcelen
van Holland vaftgezet, en de KlafTc van
Alkmaar zich tegens de Staaten van Holland
en hunne befluyten gekaut. Waaruyt
zeer hevige beroerten, en hec afzetcen
der Magiftraaten aldaar (x) volgde. De
gefchriften zoo voor het eene als andere
gevoelen vermecrderdcn dagelyks; waar-
iii de doodeii niec min dan de lecvendcn
wierden aangetaft. Onder anderen gaf
Uycenbogaard een volflaagen bock in ’c
licht, waarin hy beweerde dac, naa ’t af-
gaan van ’c Pausdom , aan de byzondere
Staaten als opperftc Chriftlyke Overheden
deezer Landen het hoogfte opzigc en ge-
bied (3) in kerkelyke zaaken roekwam,
onder en naar ’c richtfnoer van des Heeren
woord. Dit boek, van veelen gepreezen,
wierdc ook van veelen gelaakc, en opende
eenen weg tot nieuwe geichillen : zulks
de Staaten van Holland aan alle Kerkely-
ken een bcvcl decden toekomen, dat ze in
alle humie predikacicn hadden toe te legg
en , op ’c handhaaven van den Vreede,
cn ieder zich voortaan te onthouden van in
druk o f gcfchrifc iec uyt te geeven, raakendc
’c ampc der Overheyd in kerkelyke zaaken
, o f de Godlyke (4.) verkiezing en
voorfchikking, en de daarvan afhangende
gcloofftukken. Desonaangczien nam de
verwydcring dagelyks toe: de predikftoe-
Icn dreunden nu hoe langer hoe meer van
de gefchillen over het gemelde Godlyke
befluyt: de gemeence wierdr verdeeld ;
zoodat hec eene deel de Leeraars van dit,
hcc andere deel die van dac gevoelen naa-
liep en hoorde, naardat ’er Prcdikanten
waaren, die ’c eene of andere gevoelen
fterk dreevcn, o f gelegenheyd vonden om
(5-) aanhang te maaken. En dewyl ditvccl-
tyds tot naadcel der gcncn, die Arminius
grondftcllingcn aanklccfden,uycvicl, wierden
die te raade een Vertoogfchrift den
Staaten van Holland aan te bieden; in ’c
welke z y , naa zich van alle dc hen tc laft
gelegde zaaken ontfchuldigd tc hebben,
openlyk hun gevoelen voordrocgen, mec
betuyginge van geenszins den twift maar
den vreedc te zocken. En dewyl de over-
levcraars van dat Vertoogfchrift zich daarin
telkens Remonßranten noemden , zoo
zyn alle die genen, wclke ’c gevoelen,
daarin begrcepen tocn en federt toeftem-
den, met den (6) naam van Remonßranten
betekend, en federt zoodaanig genaamd
geworden. Wac moeite de Staaten van
Holland federt aanwenddcn om de ruft te
herftellen, ’c was al vergcefs; de geichil-
Icn wierden mec meer yvers dan ooic, en
wel voornaamelyk in de KlalTe van Leyde
gedreeven , doch desonaangczien Koen-
raad(7) Vorftius Hooglceraar der Godsgeleerdheyd
in de Hooge Schoole aldaar,
en de plaats van den afgeftorven Arminius
beroepen. En ofwel dees in alles met z y nen
voorganger op ’c ftuk der Godlyke
voorfchikkinge nict overeenkwam, zoo
verklaarde zich Koning Jakob echter, op’c
aandringen van den AarcsbiiTchopvan Kan-
terbury, (8) met veel naadruks tegens Vorftius
en de Remonftranten , zoowel by ge-
fchrift als by monde van zynen Gezant
(9) Rudolf Winwood; liec zyn in ’t licht
gegeeven bock verbranden, cn tegens hem
by de Staaten van Holland hooge aantuygingen
doen. T o t zulk eene hoogte waaren
nu deverdeeldheden over de in gefchil
ftaande leerftukken der Godlyke verkiezin-
gegereczcn, als het jaar zescienhonderd-
cwaalf zynen aanvang nam, ’c gene hec
vierde was, federt dat de wapenen Avaaren
ne^rgelegd, en de eerfte ftilftand was aangegaan
, om over eenen Vreede te handelen,
dien men in den beginne alleen beoogd
had: als op deezen legpenning kan gezien
worden.
D Brandt
Hift.der
Reform.
II.deel,
pag.iió-.
(<5) Neuville
Hift;
van Holl;
I.deei,
p a g .ji.
(7) Refol.
derStaateii
van Holl.
23 April
16 1 1 . fol,
75-
(8i Brandt
Hift.der
Reform.
Ii.d e e l,
(9) Rcioi,
derGe-
comm.
Raad.
van Holl;
24 Dec.
16 1 1 . fol(
179.
Een bundel pylen is op dc cene zyde en binnen dit randfchrift verbeeld i
F O R T IT U D O B E L G IC A .
N E D E R L A N D S S T E R K T E ,
T z ße
r i Í: