' ■¡■■L'IIpÜ"
:: : 1!;:^,
, .:i,'.
..J; i:::;
■ LF:.:!S|}
3 8
N E D E R L A N D S C H E
1Ä08.
H I S T O R I P E N N I N G E N .
• f
160S.
( 1 ) Joli.
Pierii Va-
Icriani
Hierüg!,
lib.
XXVII..
T£l
Camerarii
Symb.
cent. IV.
cmbl.9.
(2) Bentiv.
Hift.der
Ned.Oorl.
pas.763.
(3) Refol.
derStaaten
van Holl.
17 Maart
1608. fol.
45 -
(4] Bentiv.
Hift.der
Ned.Oorl.
pag.765.
(5) Refol.
der Staat,
van Holl.
16 Jan.
löoS.fol.
x8.
Rondom de borftbeclden der Aartshertogen, die op dc voorzyde ftaan, leeft men in der zelver
rand deeze woorden:
A L B E R T U S E T E L I S A B E T a , D E I G R A T IA .
A A L B E R T E N I Z A B E L L E , DOOR GODS G ENADE .
Op de rugzyde ziet men eenen dolfyn om een anker geilingerd j waarmede de Ouden eene bc-
daarde en handelbaarc (i) gemaatigdheyd des gemoeds hebben willen verbeclden. Wa^om
ook cer gedachtenis van deeze betoonde befcheydenheyd der Aartshertogen boven de verbeelding
tot opfchrift ilaat:
M O D E R A T IO . 1608.
B E Z A D IG DHE TD. 1608.
(6) H. dc
Groot
Ncd. Hift.
tol. 564.
Doch deeze iawilliging der Aarrsherto-
gen was Hechts onder voorwaarde (z) gegeeven,
dat daartegens de Vereenigde Geweften,
zulk eene groote toegeevendheyd
erkennende, zich van de vaart der beyde
Indien zouden onthouden : waardoor de
vreugd die men over de gegeeve toeftem-
ming in ’ t begin had opgevat, niet weynig
verminderd wierdt; mids z y van zins waaren
deeze begönne (sjfcheepsvaart metdie
vryheyd, welke het recht der natuureen
der volken aan allen geeft, te achtervolgen
en voort te zetten. Znlks hierover, en
het openen der Schelde geene kleyne moeije-
lykheden ontftonden, en Neye geraaden
vondt in perfoon naar Spanje (4) te rey-
zen, om over zaaken van die aangelegen-
hcyd ( f ) het goeddunken van Koning Philips
te innen. Inmiddels kwaamen de land-
fcheyding, de binnenlandfche handel, en
her openlyk dulden van den Roomfchen
Godsdienft te beide: dan hierover reezen
geene mindere zwaarighcden; des wierdc
ook op die verfchillende punten niets meer
dan op ’t voorige beflooten: waardoot de
begönne handeling fcheen aan ’t fleepen en
dc Staat in onderlinge verdecldheden te
zullen raaken. En vermids de Spaanfche
Gezanten zeer pal op de vrye oeffeningvan
den Roomfchen Godsdienft in de Vereenigde
Geweften ftaan blecven, ’ t gene de
Staaten alseenmiddel om de (6) grondflagen
van hunnen ftaat te ondermynen aanzaa-
gen, beflooten deeze de handeling a f te
breeken; en licten aan de Spaanfche Gezanten
daarvan de noodige verklaaring ter
hand ftellen. Die , verzet over zoo onverwacht
befluyt, zich by de Gezanten
der onzydige Moogendheden vervoegden,
welke hierop in deVergadering verlchee-
nen, en in plaatfe van den totnogtoe be-
oogden Vreedc een Beftand van veele jaa-
ren(7) den Staaten voorfloegen.Onbefchry-
velyk is ’t hoc groote beweeging op dien
voorftel volgde om de ftrydigheyd der
gevoelens ; mids de een dien als aan-
neemelyk voorlprak, de ander dien als
ganfch verdervelyk voor den Staat uyt-
kreet. Ondettnflchen het gerucht van
dien voorflag allerwege zynde doorgebto-
ken, is daarop eene zeer (8) hevige entoo-
mclooze ongebondenheyd in 't uytftrooi-
jen van blaauwe boekjes zonder naamen
der fchryveren onder het gemeen uytge-
borftcn, en heeft het (9) geheele jaar in
zwang gegaan. In deeze ichimpfchrifteu
wierdt het gehouden gedrag der Staaten
niet weynig gehekeld en doorgeftreeken ,
ja de trouw der aauzicnlykfte Staatsieden
zelfs by de gemecnte, met eene onge-
hoorde ftraffeloosheyd verdacht gemaakt.
Want ofwel zoo groote darcelhcyd van ’c
gemeen ( lo ) in ’ tuytftrooijen vanfmaal-en
hekelfchriften voorheen reeds wasenthans
door nieuwe ( 1 1 ) plakaaten zeer ftreng
wierdc vetbooden , zoo wierdt echter de
uytfpoorige loop der zelve niet geftuyt;
mids geen fcherp onderzoek noch ftrenge
uytvoering dier plakaaten , als ftrydcnde
met de Vryheyd,door de daartoe gemagrig-
deBreukmeefters zelfs gedaan wierdt. Wcl-
ketoomelooze pennekryg veelligc ookaan-
leyding tot het munten van deezen legpenning
zal gegeeven hebbcn.
Een
(1) Meter.
Nederl.
Hift. foL
609.
(8) Refol.
derStaaten
van HolL
2 3 Juny
1608. fbl.
12Ö.
(9) H. de
Groot
Ned. Hift.
fol. 564.
(10) Refol.
derStaaten
van Holl.
30 Aug.
1608. foL
203.
( 1 1 ) H. de
Groot
Ned. Hift.
fol. 565.
Een ilruysvogel met uytgefpreyde vleugelcn, doch die hem tot gering gcbruyk zyn, ftaat,als
of hy vliegen wilde, opde eene zyde; binnen den zoom deezer woorden:
N I L P E N N A , S ED U SU S . löoS.
N I E T S B A A T D E P E N , M A A R ' T G O E D GE BRUTK. i6oS.
Waarmcde de Beeldefpraakfchryvers (i)hebben willen verbcelden zulke gaauwaardts, die zich
afflooven, cn tc wonderlyk vermaaken in het betrachten van zaaken,die boven hun bereyk,of
ook van geene nuctigheyd, gelyk den ftruysvogel hec vliegen met zyne vleugeleii, zyn. Waarom,
ook de zinryke Roemer (z) VilTcher dit zinnebeeld zeer aardtig voorftcit, met deeze ronde
Nederlandfche fpreuk: Knecht hoe zweet gy ! Op de andere zyde des pennings leeft men, rondom
hec wapenfchild van Gelderland, die kantfchrift:
C A L C u n C A m e r z E C O M P u t o r u m D U c a t u s G E L r i .«
E T C O m i t a t u s Z U T p h a n i z E ,
L E G P E N N I N G E N V A N D E R E K E N K A M E R D E S HE R TOG DOMS
G E L D E R , E N G R A A F S C H A P S Z ü T F E N .
(1)Joan.
Pierii
Valeriani
Hieroel.
lib. X XV.
cap. j .
Joach, Camerarii
Symb.
cent.Iir.
embl. 17.
(2) Zinnef
i f S .
pag. IOL
(3) Bentiv.
Hift. der
Ned.Oorl.
pag.7Ö9-
(4) Refol.
derStaaten
van Holl.
25 Aug.
1608. fol.
193-
Refol.
der Staat,
van Holl.
30 Sept.
1608. tol.
<5) Refol.
derStaaten
van Holl.
iSOilob.
löoS.fol.
247.
(6) H. dc
Groot
Nederl.
Hiil. fol.
5 " L
Jeannyn Afgezant des Franfchen Konings
was cygenrlyk die, welke in den
naam van alle de andere Gezanten aan dc
Vereenigde Staaten met veele en dringende
beweegrcdenen het gemelde Beftand
had voorgeflagen. H y zelf ging ook de
Aartshertoglyke Gezanten o v e r ’t zelfde
voorwerp fpreeken, en ontfing van hen
eenantwoord, dat hem, onaangezien zy
naa een vergeeffch verblyf van acht (3)
maanden weder naar (4) BruiTcl keerden,
nog hoope overliet van zyn oogmerk te
zullcn können bereyken. Niets liet hy
dierhalven onbeprocfd om de byzondere
Staaten cn Staacsiedcn rot hec fluyten van
een langwylig Beftand op zoodaanigen
voet te overreeden, als hy en de Gezanten
van Engeland hen voorgefteld hadden,
En ofwel ondertuflchen bleck, dat Oldenbarneveld
en veelen der ervaarenfte Staacs-
leden tot het aangaan van ’c voorgeflaagcn
Beftand geneegen waaren, was ’c echter ce
verwonderen,naadat de Algemeene Staaten
dien voorftel aan het oordeel (y) der byzondere
Geweften gefteld hadden, met hoe-
groote hevigheyd deeze nieuwe zaak in
alle Staatsvergaderingen betwift wierdc.
De dagelyks uytkomende hekelfchriften
bliezcn nog bet dit vuur aan, verfchoo-
ncnde zelfs de Köningen niec, alsofdie hun
heyl in dc elende der Nederlanden ftelden.
Maar de zwaarfte lafter viel Oldenbarnc-
veld te bcurt ((5) als den fmeeder van diergelyke
raadflaagen. Zulks hy bclaadcn met
den haat van die genen, aan welker ftaac-
zucht zyn groot gezag een hinderpaal
was, in de Vergaadering der Staaten van
Holland zyne bedieniiig afle yde, met
verzoek van ten befte des Lands eenen anderen
dienaar min gehaac in zyne plaats te
ftellen. Op eene plegcige bezending nogtans,
aan hem door die doorluchcige vergadering
gedaan , hervattede hy federt
zynen afgclegden dienft, en verhefiende
van den eenen kant de weldaaden en hec
tuflchenkomen der Köningen, en draagen-
de van den anderen kanc de onzekere uytkomft
en gewifle rampen van eenen nieuwen
oorlog voor, heeft hy zyne tegen-
fjireekers den mond geftopc, Amfterdam,
langft weygcrig, overgchaald, en eynde-
lyk (7) gehcel Holland rot eenpaarigheyd
van (8) gevoelcn gebragt; hec welke ook
Gelderland, Vriefland,Uytrecht, Overyf-
f e i , Grocninge en de Ommelandcn eerlang
insgelyks omhelsd hebbcn. Want fteu-
nende op dc gcrechtigheyd hunner zaa-
ke, onderfteldcn z y vaftlyk dat God,
die totnogtoe hec Vaderland zoo oog-
fchynelyk onder zyne hoede , ftaande
de geheele oorlog , gehouden had , het
niec minder, byaldien ’ er een Beftand
getroffen wierdt, alrhans bewaaren zoude:
gelyk die van Uytre ch t, naadat z y
zich by het gevoelen der v y f andere
Landichappen gevoegd hadden, niec duyfterlyk
op deezen legpenning tc kennen
gcevcD.
K 2 Dc
(7) Refol.
der Staat.
van Holl.
30 Aug.
1608.fol.
202.
H. de
Groot
Ned. Hiil.
fol. S72.