I f
■i
iV ,
^ I f i i « " ï
■ î ; »
M '
AZ
‘ i
4' ,k
* Î i 9 - ftcnheyd verhaudeld wierden. Waardoor
dccze famenkomft: op hct Faizanteneyland
ZOO rocmruchtig is geworden, dac men
naamaals goedgevondcn hebbc der zelver
gedachtenis op dceze penningen te bewaaren.
I. Rondom het Koninglyke kopftuk, dat op de voorzyde van den gedenkpenning verbeeld
ftaac, leeft men cot randfchrift:
L U D O V IC U S X I I I I , R E X C H R I S T I A N I S S im u s .
L O D E W Y K D E X I F , A L L E R C H R I S r E L Y K S T E K O N I N G ,
In 't midden van de rivier Bidaflba is ophct Faizanteneyland, binnen het grondbewerp yan hcc
opgeflaagcn houten huys, naar de wyze der Ouden, ecn Vrcedetempcl opgerecht; onder dit byfchrift,
in den rand der tegenzyde;
P A C IS A D Y T Ü M .
H E T H E T L I G D OM D E S F R E E D E S .
Hoedaanig oudtyds genaamd wierden zekere geheyme en binncnfte vertrekken der tempelen;
waartoe niemand dan den Pricftercn de toegang vergund wierdt, en waaruyt de Goden hunnc ge-
Virg. waande Godsfpraaken (i) gaavcn. Evenals hier niemand dau de twee gemelde Staatsdienaars toe-
gelaaten wierdc tot deeze handclplaats, waaruyt de blyde hemelfpraak van den Vreede ftondt gebooren
te worden. En opdac men wifte vanwaar die verwacht wierdt, leeft men op den voorgrond
der zelfde zyde:
C O L L O Q U IU M A D B ID A S SO A M . M D C L V I I I I .
S A M E N S P R A A K O P D E R I F I E R B I D A S S O A . i 6 f p .
II. Rondom hct gekroonde wapenfchild des Franfchen Konings leeft men in den rand des
voorftuks van den tweeden, die een legpenning is, dceze fpreuk;
N I L N I S I C O N S IL IO .
N I E T S D A N M E T B E L E Y D .
> Op
Op hcc ruggeftuk zjm in de rivier Bidaflba de twee opgcflaagene bruggen, cn op het Faizan- 1^S9-
tcncyknd het grondbewerp van 't vcrvaardigdc honten huys verbeeld ; onder deeae fpreuk :------- ----------
Æ T E R N O F O E D E R E JU N G A M .
I K Z A L Z E DOOR E E N E E UW I G D U U R E N D V E R B O N D
V E R E E N I G E N .
III. Dc derde hceft de zeifdc rugzyde, doch op de voorzyde, in pkatfc van des Komngs wapen,
zyn gelaurierd borftbeeld;binnen dccze tytels tot randfchrift:
L U D o v i c u s X I I I I , D e i G r a t i a F R a n c i æ E T N A v a r r æ ■
R E X ; C O M E S A R T E S IÆ .
LO D EWY K D E X I V , DOOR GODS G E N A D E KO N IN G V AN
V R A N K R Y K E N NAV A R R E - , G R A A F V A N ARTOI S .
cnfeid™'"’ welk gebruyk’dees legpenning gemunt zy, leeft men op den voo>
p a r t i e s C A S U E L L E S .
TOT V O O R V A L L E N D E Z A A K E N .
Hill, van
Veneetf.
II. deel,
P»S-337.
Gelyk de Kardinaal van Mazaryn op
de grenzen van Vrankryk niet dan op de
goedgekcurde uytfluyting van den Prins
van Kondé gekomen was, zoo ftondt hy
ycrbaasd, wanneer hy by ’t openen der
famenkomften verftondt, dat Lodewyk
van Haro echter op zyne volkome herftelling
aandrong. En hoewel hy de begönne
handeling, om zynen byzonderen haac
tegens dien Prins, zonder den algemeenen
van beydc de Ryken ( i ) daardoor op zich
te laaden , niet konde afbreeken, zoo
bleef hy echter de verzochte herftelling
weygeren, totdac de afgerichte Spanjaard
betuygde dat in zulk ecn geval zyn Mecftcr
dan aan Kondé twee o f drie grensfteden
van Nederland, ter belooninge zyner
dienften, in vollen eygendom zoude afftaan.
En dewyl deeze zaak aan Mazaryn
nog vry meer tegens de borft was;
mids deeze gebuurfchap hem en het R y k
niet dan veel onruft ftondt te verichaffen,
bewilligde hy eyndelyk in ’s Prinfen herftelling
: doch op voorwaarde dat Portugaal
niec in deezen Vreede zoude begreepen,
dat aan Vrankryk de fteden Aves-
i S t c e Mariënbourg, (z) Philippevillc, het
de Condé, Graaffchap Koiiflans in Katalonje, en nog
eenige andere fteden zouden atgeftaan, en
aan den Hertog van Nieuburg de ftad cn ’t
flot van Gulik door den Spaanfchen Koning
zouden overgegceven worden, waarop de
Keurvorft van Brandenburg, Bondgenoot
van .Vrankryk , eene deugdelyke rechc-
fpraak had. Die van de Spaanfche zyde
aanftonds zynde ingewilligd , zoo wicrden
de belangen der wederzydiche Bond-
nooten, byzonderlyk die van Savooije
en Lotteringe vercffend; doch geenszins
die van Engeland, onaangezien de om-
zwervende Koning Karel de I I , tot vordering
zyner zaa.ken, zieh onbekend op
(3) de groote famenkomft der eerfte Staats- (3) N»i
dienaarcu vervoegd had. Zulks nu nietmin “ ¡fr. van
de belangen der beyde Vorften, dan hun- nfelfe'
ner wederzydfche Bondgenooten, zynde P*s.337.
geregeld, eyndelyk den zevenden van
Slagtmaand (4) het volkomcn Vreedever- C4)Aine-
bond door decze twee Opperftaatsdienaa-
ren wierdt geflooten, de oude v r ien d fch a p « / ” !'
met wederzydfche omhelzingen, cn toe- >
juychingen der omftanderen , herfteld, en »
alles eerlang door beyden dc Koningen op
de vereyfchte wyze goedgekeurd en bekrachtigd.
Doch vermids dc geflootene ver-
dragspumeu niet dan eerft in - ’c volgende
( ; ) jaar wierden afgekondigd , zoo » f e S S
IS c ook mct dan in het zclvc dar daar- vanftaat
op iu Vrankryk deeze penningen gemaakt J v / 'd
Z'yü* fol* 31%
rlog,
V y y y y a I. Rond*
t ..:|i
Ü
m
P '
■ i l '
li'
; ' 1 Mï.
11... I
j -*».
' . : i«i
■ ...yi
:
, ;.R i
;ßi