c % - . - í ? !
r
■ F '
- Ü
"..xÉ'
■ " l
i i „ U ' 'r = i i i i
1 II, H : ' . <i. . , . * j i
i 6 8 N E D E R L A N D S C H E
16 4 1. joegcn.Dicr ftondc den Overwinnaar deeze
'z e e g e , welke cchcer zeer groot was, indien
men aanmerkt dat hem al hec gefchut,
de oorl(^svoorraad, pakkaadje , en nevens
ecn grooc gecal mindere gevangenen de
Vcld'maarfchalk Rantzouw , cn de algemeene
Wachcmeefter de Baanderheer van
Efchelle in handen waaren gevallen. Sc-
(OKom- derc trachtte ook de Spanjaard wcl den
Lei«« Kcyzer tegens zyne vyanden by tc fprin-
vanFredr. gcn, dan als de Prins van Oranje mec het
K i i . Staatfchc ( i ) leger voorby Orfoy naarEm
fol 118. mcrik, om dit cc belctcen, optrok, licp
die voorneemen roc niec , en hct ovefigc
van den veldtogt, zonder zoo van de ce-
ne als de anderc zyde iec hoofdzaakelyks uyc
te rechten, toc geen kleyn genoegen der
Brabanderen ten eyndc. Welkc ziende
hunne wapenen in dcn aanvang van deu
veldtogt, door dc verhaalde zcege zooon-
gemcen bevoordeeld , deezen penning ,
toc vermaan van de vereyfchte waakzaamheyd,
in ’c licht gaaven , om niet te zccr
op hec ongeftaadige en glibberige geluk ce
betrouwen , en dus tot zorgeloosheyd o-
ver tc ftaan.
Een fchip ziet men op dc cene zyde wel voor den wind, maar mct een enkel zeyl zee bouwen;
v/aaiTondom in dcn rand deeze fpreuk geleezen wordt ;
S T A V IG I L A N S , C O E L I F R A U S N O T A S E R E N I .
S r J J WAAKZAAM, WANT DE ONBESTANDIQHEYD VAN
'T SCHOONE WEDER IS BEKEND.
In den rand der andere zyde, leeft men rondom hetgehelmde wapenfchild van den (i) Ridder
-an Baufelc, Heer van Brack, opziender der Bvuftclfche trekvaarte, deeze fpreuk, die
op de twee in ’t fchild verbeeldde roozen haare zinfpeeling heeft;
(i)Troph. ,
dc Brab. A d ria an van
tom. II.
fol. 47 3.
F E L L E N O C E T , Q UO D M E L L E F A V E T . 1642.
z r BE SCHAADIGT ZOOVEEL DOOR HET BITTER, AL S Z E
DOOR HET ZOET BEVOORDEELT. lö q z .
(i)Viëdu
Card.de
Richelieu,
tom. II.
p3g.46p.
(4) Aitze-
ma zaaken
vanita«
cn oorl.
H.deei,
foLSjz.
Niet minder dan hec allergunftigfte weder
is ook hcc geluk en leeven der fterve-
lingen onbcftandig, toc bewys van ’c welke,
zonder veele zaaken hy te brengen ,
de Kardinaal vau Richelieu ons alleen ten
voorbecld kan verftrekken. Want als naa
zyne verhaalde herftelling in het hooge
ryksbcwind , door het overlyden van dc
(3 ) Koninginne Mocder, die hy altyd,
federt haarc vlugc naar Nederland, als bailing
buycen hct R y k , cn van den Koning
haaren Zoon verwydcrd gehouden had,
niemand meer overig was voor wiens laagen
hy ce vreezen had en hem althans niets
meer oncbrak, ’c gene zyne ftaatzuchc
vleijen kon, wierdc hy zelf (4) den achtentwintigften
van Slagtmaand van eene
doodlyke ziekte, verzeld van eene geweldige
pyn aangetaft, aan welke hy,naa veel
fmcrte geleeden re hebben, den vierden
van (y) Wintermaand, in den ouderdom
van achtenvyftig jaaren, cn het achttiende
zyner oppcrftaatsbedieninge (6) overlccdr.
Dus was hec eynde van deezen zeegepraa-
lenden Staacsdienaar, welke hec vcrmoogen
zyns Meefters tot zulkfn cop van on-
afhoudelykheyd gevoerd, cn z clf zooveel
deeis in allcde Staacszaaken , nice allecn
van Vrankryk, maar ganfch Europa gehad
heeft.Weynige maanden naa des Kardinaals
dood ftierf ook in de Vereenigde Geweften
Simon, Episkopius, die hoewel geen
Staats-
(ç)Y^ic da
Card.dc
RicheliWt
E s i S :
derSiaicvaiiH
o iL
13 Dec. 1041-fo!.
33<-
1043-
H I S T O R I P E N N I N G E N . HI. Boei. 269
Staatsdienaar zynde, in de voorverhaalde
Artnmiaanfche kerkgefchillen groot deel
. t . . . - ____
Epifcop-
('“J 'V ” -
f e -
(4)Ue-
venTau
Kpifcop.
fol.7-
(5) Leeven
van
Epifcop.
fbl.io.
re gedaagden buyten die Vergadering gc- X643.
Arriiihiaanlche kerKgeicniiien grooL ucct z e t , hunne gevoelens veroordecld » e n ,
achad, cn zynen naam daardoor onfterve- j mids hy w e y g e r d e den afgevergden ftilftand
lyk gemaakc heeft. H y was in ’tjaar vyf- | te belooven , op laft der Algemeene (6)
tienhonderddrieeucachtig te Amfterdam Staaten ten Lande uytgevoerd. Staandedee-gjifcop.
gebooren, en,aldaarde Latynfche en Griek* zc ballingfchap heefc hy zich m Brabant, • •
Ichc taal geleerd hebbende door den Ma- Keulen,eu Vrankryk opgehouden ; doch als
giftraatdier ( i)ftad to c haaren (x) Vocds- mcc de dood van Prins Maurits dcgrootfte
° ■■ -T--..- c,-.,- hcvigheyd tegens zync Geloofsgenooten
wac verkoelde, keerde hy in ’c jaar zef-
cieuhonderdzescntvvintig, op den raad zy-
ner vercrouwdfte vricnden weder naar (7)
zyn Vaderland, en begaf zich aldaar in ’c Epifcop,
hmiwelvk met Maria PeflTers; die hem de
‘ 33*
teriing aangenomen. Toen in hec Staat-
fclic quceklchool te Leyde gezonden ,
wierdc hy eerft Meefter der (3) Wysgeer-
te , en, naa zich verfcheydene jaaren in
de Godsgeleerdheyd aldaar onderde beftie-
ring van Gomarus, Trelkaten, (4) en Arminius.
en lèdere ook nog tc Franckcr
geoeffend tc hebben, is hy eerft tot Kerkc-
Iceraar te Blcyswyk, cn van daar wedcrte
Uytrecht (5-) beroepen. Doch die laatfte
berocp had geenen voortgang , dewyl
François Gomarus gewillig afftand van zyn
Hoogleeraarfchap deed, en Episkopius in
zyne plaats door de Opperverzorgers der
Hooge fchoole te Leyde met dat aanzienlyk
ampt wierdc befchonken. Ondertuffchen
wonnen de Geloofsgcfchillcn in de
Vereenigde Geweften mecren meer gronds,
de bekende Kcrkvergadering wierdc te
Dordrechtberoepen, en Episkopius, naadac
hy aldaar voor zyne Geloooftgenoo-
tcn het woord gevoerd had , nevens andehuuwelyk
Peifers;dood in ’tjaar zeftienhonderdeenenveertig
weder oncruktc. Dit gewigtige verlies
fmertce hem boven maate; zulks h y , zynde
daarenboven door geduurig blokken cn
ichryven afgeiloofd, in ’t volgende jaar
z e lf ziek wierdc, en den vierden van Grasmaand
(8) deezes jaars , ’s morgens om- (8) Lee-
trenc tien uuren , in den ouderdom van Epifcop.
zeftig jaaren , cn zyne geboorte ftad fol. 14».
overleedc. Vier dagen daarnaa wierdt
het lyk op eene ftaatlyke wyze in de
Wefterkerk begraaven , eu zoo aau die
den overleeden in zync ziekte bygeftaan,
als des zelfe lyk gedraagen hebbcn dees
gedenkpenning, tot ’s Mans gedachtenis
vereerd.
VAN' -WYIliCT mf SIMOTT
TCHISCOlBlVê "VEnSEERT T O T
f © m A C H T EM S A E H in iIE GENEN
I m iE S YN -E - IN S Y N S n E C K T E I ÎE '
% d e e e î t e n N A E § Y K ©YEKEYOEN
I^OTSKAGEN H E B B EW IS l
\ IN D E N H ?- OÎÎTSI.AJPEN OEN-t ^
\ A P R I L J ( f 4 3 çSMOiRGENS
O N T R E K T !0 U iR iE N T C f ^ ^ /
A M S rm iD A lÆ
De waarheyd, vcrtreeJende de werreld, en houdende raet dc rechter hand eene zon cn
mct dc flinker cen opgeflaagcn boek en palmtak, is opde cenc zyde, cn ncvcnshaar dc Vryheyd
verbeeld, die cencn hoed op eene fpeer voerdt. De randfchnften luyden dusdaanig:
DE HE LD E R E SUTF ERE NAiAKTE WA A RHE IT
E N GHULDE F R THE r r ,
KRACHTIC H F erDEDICHT ME T L E E R E N L E F e s ,
DOOR M e e s t e r S I M o n E P I S c o p i u s ,
E ERTTTS P R O F E S S O R DER H e t l i g e THEOL o b i e TOT LETD E.
I I . Ded. Yyy De
r-' ■
t.=
f : .
l i