ri. ; 'M
[•ri
•If
15 5 4. op dccze wyze nu van dcn Herrog mee-
--------- ftcr zaagen, zoo was echter nog hunne
grootfte bekommering wegens zyne benden,
welkc zy wcnfchtcnaan hunne zyde
en in hunnen dienft verbonden te houden:
waarom ftraks de Graaf van Brcu, de Abt
van Sinte Katryn, endeGraafvan Fuen-
ialdaigna zich n a a r’t Lotteringlche leger
begaaven, en die zwaare zaak tot cen
goed eynde bragten ; dewyl men dien
Landaart te verftaan gaf, dat men door
de aantafting des Hertogen geenszins
dc uytrooijing v a n ’t Lotteringlche Huys
beoogde, maar hct hoogc Staatsbeftier aan
zynen Broeder, die zieh thans te Wenen
aan ’c Hof des Keyzers ophieldt, w'ilde
opdraagen; eu het dus een Opperhoofd
befchikken, ’t gene door zync bequaamheden
in ftaat was van’t Lotteringfche Huys,
dat door hct wispeltunrige gedrag van den
gevangen zoo vcel geleeden had, in zynen
oudcn luyfter te herftellen. En waarlyk
was niet zoodra dc Hertog gevangen, o f
de Aartshertog gaf ftraks aan zynen Broeder
v a n ’t voorval bericht, en lice hem
tot het aanvaarden van des zelven Staats-
gezag, door den Graaf van Sint Amour,
( 1 ) nodigen; welke den zelfden avond
nog te poft naar Wenen vercrok, en in
dit jaa r, in erkentenis van zyne tronwe
dienften, tot Landvoogd eu Veldmaarfchalk
v a n 't Graaffchap (x) Namen verheven
wierdt; waarvan de gedachtenis op
deezen legpenning bewaard wordt.
ti) Holl.
Merkurius
annoi0j4.
pag. 20.
(1) Extracl
uyt de Archiven
van
'e Graaffch.
Hamen,my
doer den
G rifftr dH
Boistoeit.
zonden.
Tuflchen twee kuwcrtakken, wordt op de ccne zyde hct gekroonde wapenfchild van dcn
Naamfchen Landvoogd, binnen den zoom deezer tytelen, gezien:
J a c q u e s N i c o l a s D e B R U G E S E T D e L A B A U M E , C o m t e D e
S a i n T a m o u r , G o u v e r n e u r , C A P i t a i n e G e n e r a L D u
C o m t e ’ D e N A m u R . 16/4.
J A K O B N I K L A A S V A N B R U G E S E N L A B A UM E , G R A A F F A N
S I N T AMOUR , L A N D V O O G D , E N OP P E R L E G E RHOOFD
F A N ' T G R A A F S C H A P N AM E N . i6y4-
Dit geflacht is zeer oud en EdeU want Lodewyk van Bruges, Ridder van ’t Gulden vlies,
I , (?) waFRaadshecr en Kamerling van Philips dcn Goeden, Hertog van Bourgondie ? en zynde
BUfondc Stedevoogd gcweeil van Brugge, wierdt hy federt Opperlandvoogd van HoUand, Zeeland , cn
la Toif. Vriefland, en in’t vervolg Voogd, uyt den naam der Staaten van Vlaandre, over Philips den
Schoonen. Zyne Vrouw was Maria vanBorfele, wier Kleynzoon Rcmer van Groothuyzcn, gc-
huuwd met Beatri.x van la Chambre, ccne Dochter Katarina teelde? welkc getrouwd mctLode-
wyk van la Baurae , Graaf van Sint Amour, de Moeder was van Philibert Emanuel van la Baume,
die tot Vrouwe nam Helene Perrenot van Gran velie, weUcc de Ouders van den zoo gemelden
Naamfchen Landvoogd geweeft zyn.
Het wapenfchild van’t Graafichap Namen ftaat op dc andere zyde, welker rand omzoomd is
met decze woorden toc opfchrift :
G E C T o i r S d e s E S T A T S D E N A M U R .
L E G P E N N I N G E N D E R S T A A T E N F A N N AME N .
Mids hcc welgelukken deezer gevange-
nifie hoopce nu de Aartshertog van de
Lotteringfche benden, die hem totnogtoe
meet tot laft dan tot voordeel verftrekt
hadden, in den voorhanden zynde veldtogt
krachtdaadigc hulp tegens den Franfchen
Koning, te zullen bekomen. Welke,
hebbende o f door’t geweld der wapenen,
o f by verdrag cn door ’ t verleenen
van genade, allc dc afgevallene fteeden en
meefte
meefte Grooten zyus Ryks alth.-ins weder
onder zyue gehoorzaamheyd gebragt,
niecs onbeproetd lict, ook den Prins van
Konde van den Spanjaard a f te trekken.
Doch dees, hocwcl hy zyne uyt Spanje
komende (i)onderftaiidgeldcn door de En-
gelfchen zag rooven cn aidaar aanflaan, ja
pag-34- zich van den Prins Talmont en andere z y ne
boeicmvrienden verlaaten, befloot echter
, den Spanjaard aankleevende, ce Bruffel
te blyven ; o f om dat hy ce grootmoe-
ner goederen; (2) in hoope d athy nog
ondertuflchen zync genade zoudc om- (7 ) De "
heizen. Maar alles was vergeefs, want de
Prins bleef by zyn eensgcnomen befluyt; Louis'^
zulks de Koning, den achtentwintigften xiv.tom,
van Grasmaand, zich in ’t Parlement be-
gaf, de ftukken van ’c gehouden geding
liet voorleezen en eyndelyk hec vonnis
veilen : waarby hy fchuldig aan gequecfte
Majefteyt, en den naam van Bourbon onwaardig
dig was om zich voor zynen doodvyand,
den zeegepraalenden Kardinaal, re vcrnc-
dcrcn , o f omdat hy zyne wraakzucht
kennende, zich op de aangeboode vergif-
fcnis niec durfde verlaaten. H o e ’ t z y ,
immers de Koning, zyne halftarrigheyd
ziende, deed hem aan ’c Parlement be-
klaagen, en op eene plegcige wyze indaa-
gen, 0111 binnen vyftien dagen daarvoor
tc verlchynen, cnzich te verantwoorden
op dc befchuldigiugen, welke men hem
ftondt voor tc houden. Dan mids het
achterblyven van Kon4 ® . gaf de Koning
b y voorraad des zclvcn Grootmeefterfchap
zyns Hoft aan den Prins Thomas, en
ftelde Rentmeefters over het bewind zy* fpellen.
verklaard, en dus hem alle cere,
waardigheyd, en voorrechtcn, den Prinfen
van den bloede toekomende, ontzcgd,
zyne goederen aangeflaa^en, zyn naam
alom uycgeichrapt, en hy nietalleen toc
de erfenis der Franiche Kroone onbequaam,
maar zelf de dood Ichuldig geoordeeld
wierdc. Dusdaanig was hec eynde
der inlandfche beweegingen , door
welke het Koninglyke gezag , verre
van verkleynd te worden , totdat on-
bepaalde vermoogen is gcfteegcn, ’c gene
men ten Hoove aldaar alsnog ziet
handhaaven, en in hec vervolg een zee-
gepraalend R y k , volgens den inhoud
van deezen legpenning, fcheen te voor-
Onda- het borllbeeld van den Jongen Vorft, die in dit jaar, dcn xcvenden van Zomermaand (3) De
te Rheyms gezalfd (3) wierdt, ftaac op den voorgrond der eene zyde: RicncoufI
L U D o v i c u s X I I I I .
L O D EW Y K D E X I F .
Hift.de
Louis
X lV .to if t l
I.P>S.X!4J
En om te wecten tot wiens gebruyk de relcenpenning gemunt is , leeft men ih dcn rand der
xeifde zyde nog dit omfchnft: ^ . .»nu uer
e x t r a o r d i n a i r e D e s G U E R R E S E T C A V A L L E R Y E L E G E R E
TOT B U r T E N G EW O O N G E B R U T K V A N D E N O O Ä iO G E N D E
L I G T G EW A P E N D E RÜT T ER T .
Op de andere zyde is een vcclhoofdig gedrocht ter aarde leggende, mcc afgehakte hoofden en
poomn verbeeld, zynde het zinnebeeld .van den gedempten furgerkryg. H « r^nSfStTuydl
M A G N I P R Æ L U D I A R E G N L ifiyq.
B E G I N S E L S v a n ' T GROOT E RTK . ,634.
F f f f f i E b
|i .. t,
È ' il
I
1
I t
v :
f • i
»It