i8 8
1629. ingewyd cn ( i ) gemyterd. Op zyne a an -1
Lwrni r ftclling vondr hy de zaaken der Abtdye
Sandcri '¿eerverloopen,'dandoorzync gocdc huysg
“ / / ' houding dc opgenomene hftcn afgelegd,
reriim de klooilcrlykc cucht herfteld, en de vry-
p»S 3 J !- .Ion,men eu gercchtigheden der Abtdye
vroomlyk voorgcftaan hebbende, nam by
voor dc ten val ncygende gebouwenvan’t
kloofter te herftellen. Des lict hy aanftonds
de flaapkamcrs der Monniken, die
van elkandere hier en daar verfpreyd waaren,
onder een dak langs eene ruyme galery
famen hechten, her verblyf der Abten
uyc den grond deftig opbouwen enmer
eenen toren yerfiercn, Daarenboven nog
vcele fieraaden tot (x ) den Kerkdienft, en
eene menigte van boeken tot het aanquee-
ken der geleerdheyd van alom vergaderd,
midsgaders de noodige erven, die tot zyn
oogmerk dienftig waaren, ( 3) gekocht
hebbende . hceft hy eyndelyk in die jaar
den grondflag van eene nieuweklooftcrkerk
gelegd , welke een der heerlykfte geboit-
wen van Gent zynde op deezen gedenkpenning
verbeeld ftaat, die wegens Ijetleg-
gCQ van deu eerften fteen, en cer eere van
den voornoemden Joachem AariTens, gemaakt
is.
(i) Tabel-
lamortua-
ria Abbat.
in vita
Aricnii
M.S.
(3) Ant.
Sandcii
Gand. live
Gandav.
return
pag. 33«.
On de voorzyde des pennings ftaathet hoofd van Smt Peter, als Befchermheylig dierabtdye.
Is) G«i;c, ^dkedoor Dagobert, K o n in g van Vrankryk,inhetjaarzcslionderdveertig (4) op denBlanjdyns-
NeSii berg is Hct randfchrift, genomen uyt den (y) Evangelifchryver Mattheus , luydt
fol. 290. aldus:
(<c)Kap.
S U P E R H A N G P E T R A M E D I F IC A B O E C C L E S IA M M EAM .
OP D E E Z E N S T E E N Z A L I K MT N E G EM E E N T E BOUWEN .
Zeer aanmerkelyk is ’t dat niemand in deeze Abtdy D t a y W wordt O lü t aa aangenomen,ii^CHUU iCii, ten lg h zy d j hy h / alvoorens
a iv v / u iv .i.
door eenen Arts en Wondheclcr der dad hcz.imM zv. en die hem vcrklaard hebben alle manly-
floor nrrs cii vv o u u i.e u ... .»„sd zy,Mon- , ^ volkomenlyk te bezitten, Voorts is dceze Abtdy door den invai der Noormannen eer-
c/c’d a / tydts verwoeft, doch federt door Karel (6) den Kaalen herbouwd : waarvan dees Joachem Aarf-
Bcfchr.der fens dc eenenzeftigftc Abt, en eerfte grondlegger der kerke geweeft is; welke op de rugzyde ,
Ncderl. „evens dit om-en opfchrift, verbeeld ftaat:
'fol. 290. *
JO A C H IM A R S E N IU s , A B B a s S a n c i i P E T R I JU X T A
G A N D a v u m i n M O N T E B L A N D i n i A N n o
M D C X X IX .
JO A C H EM A A R S S E N S , A B T V A N S I N T P E T E R N A B T G E N T
OP D E N B L A N D T N S B E R G . I N ' T J A A R idzp.
Want deeze Abtdy heeft eertyds buyten
de ftad Gent gelegen, dan is federt door
het uytleggen der wallen daar binnen ge-
trokken, alsde koophandel aldaat nog in
vollen bloei ftondt. Maar thans was die
niet alleen en te gelyk de guide eeuw dier
ftad gewceken, maarook alle de Roomfche
Nederlanden tot de uyterfte elende en ar-
jnoede
(OMcrc.
Frans-
1629.
tom.xv.
paS’73°-
(2) Neuville
Hift.
vau Holl.
J. deel,
p ag .310.
(3)-M€rc.
Tan?.
moede vervallen; dc alom befaamde Adel
in dcn bloedigcn oorlog omgekomen cn
bedorven; en deeze gelyk ook de Geeft-
Jykeu in de uyterfte verflaagcnheyd door
de hooggaande jamraerklagcen van hunne
medebroeders , Welke zoo uyt ’s Hcrto-
genbofch, als de geheele Meijerye op hct
gemelde bevel(i)der Vereenigde Geweften
verjaagd, cn uyt hunne goederen en inkomften
gezec waaren. Ieder had den
mond vol van dc gcvaaren waaraan het
Land en de Roomfche Godsdienft waaren
bloot gefteld, door den algemeenen inval,
met welken z y van de zyde der Vereenigde
Geweften gedreygd fcheenen. Dierhalven
vergaderden dc Geeftlykheyd en
Adeldom, door de geneegenheyd tot den
Godsdienft hunner Voorvaderen opge-
w ekt, een-en andermaal te famen, en
zonden Jakob ßoonen (2) AartsbiiTchop
van Mechelen uyc den naam der Geeftlyken,
en Philips Hertog van Arenberg uyt dien
van dcn A d e l, aan de Landvoogdes te
BruiTel. Naa de rampen te hebben opge-
fteld , aan welke hun Vadcriand nu meer
dan vyftig jaaren had bloot geftaan , bc-
ruygden z y alle dieonheylcn van het quaa-
de gedrag der Spanjaarden herkomftig te
weezen, als aau wie men, uyc wantrouwe
der ingezeetenen , meeft alle devoornaain-
fte (3) ftaats- en krygsbcdicningen totnog-
toc had toevcrtrouwd. Die waaren verrykt,
deeze verarmd, cnalles wasgcichaa-
pen om zoo gehaaten landaard op ’ c ly f
tc loopen. E n wat kan dit (dus fpraaken
ze) anders voortbrengen dan den volßaagen
ondergangvan onzen Godsdienft, den wift
fen v a l van den Staat, en eene ftaaverny
der landzaaten, d ie , mids het verfchil
der Geloofsleere te ,.meer te vlugten is. Zyn
onze fchatten uytgeput, ons is de moed
echter , die eertyds met zoo veel glorie het
Viderland tegens alle vyanden, ter behoudenis
van PFyf en Kinderen , befchermd
heeft, totnogtoe niet ontvallen. Dierhal-
veii verzochtcn z y haarc Hoogheyd (4)
ten fpocdigften iemand van haar Hof aan
den Spaanlchcn Koning a f tc vaardigen,
mec verzoek, dac zyne Majefteyt de gocdheyd
wilde hebben van geenen onderftand
meer in Nederlandc te zenden * maar de
befcherming daarvan dcn ingezeetenen
over ce laaten; die zich fterk maakten van,
als der zaaken kundig, beter hun eygen
Vaderland ce zullen befchermen, en de
ftaaverny afkeeren, waarmede niet min
hun Godsdienft dan Wyven en Kinderen
gedreygd wierden. De goedaardtigc Landvoogdes
, die dc traanen uyt de oogen
fprongen ,mids zoo naadrukkelyk vertoog
haar het hart niec weynig griefde , nam
dien voorftel dankclyk aan, cu zondt den
Graaf van Solre ( j ) naar Spanje, om aan
dcn Koning en zynen Raad de rechcmaa-
tige klagten zyner misnoegde onderdaancn
ce vertoonen. Op zoo gewigtige bezending
had al de werreld de oogen geveftigd,
en alle ingezeetcnen de hoope opgevat,
dat hec fchip van Staar, hcc welke totnogroe
onder de Spaanfche v/aggezoo quaalyk
was befticrd geweeft , zoodra het roer
daarvan dcn landzaaten wierde roebc-
trouwd, zekerlyk cn met glorie dc lang-
gewenfchte haven der bchoudeniife zoude
bezcylen: zynde buyten deeze hulpmid-
delen hen geen ander vercrouwen meer
overig , zoo als op deezen legpenning
niec duyfterlyk becuygd wordt.
x6ia.
(4) Merc.
Fran^.
IÖ 20.
tom.xv*
paS-77S*
(5) Neuville
Hift.
vimHolU
I.d e e l,
pag. 3 1 7.
Op dc eene zyde ziet men edn befchaadigd fchip met de Spaanfche vlaggc, onder hcc jaar
1Ö30 en een anker, ’t zinnebeeld der hoope, binnen die omfchrift verbeeld:
S P E S S U P E R E S T S O L A , S P E S U L T IM U M SO L A M E N .
D E HOOPE I S A L L E E N O V E R IG , D E HOOP E IS. O N Z E
L A A T S T E VE R T ROOS T ING .
^ Rondom het wapenfchild des Spaanfchen Konings, leeft men in den rand der andere zyde
i; Í
i' .
1
■ ‘ i'
l i
j : Iii
I I . Tied . Bbb PHI.