"■ 'rife ];
ì
■ I'ii ' ■’ ” ' .s'¿iferi ffj 1
• f e ' r i l f ' f it
; i |
, <• ißfes
» ß ,i«
|>h
i66z.
(t) Lettie
du Comte
d'Eilrades
ail Roy,
2i Juillet
i6 6 i.
(2) Lettre
du Comte
de Clarendon
à Mr.
d'Ertrades,
2()Juill
i66z.
Dc Koniug van Vrankryk, wiens Ryk
in dit jaar aan zoo grooten hongersnood,
cn de daaruyc voorckomende pcil blooc
ftondr, had in ’c voorgaande d o o r(i)dc
atgerichtheyd van zynen Afgezant dcn
Graaf van Eilrades te Londen deu bekrom-
peu ibac des Engelfchcn Hofs ontdekt;
en hoc Koning Karel, ilechts honderdtwintig
tonneu Ichats inkomen hebbende,
naar dc geftalte zyner zaaken, jaarlyks
wcl twintig te kort kwam : temcer,
mids Duynkerke, in plaatie van voordeel
aan tc brengen, hem jaarlyks wel tien
tonnen gouds aan onderhoud koflte. En
dewyl de Koning van Engeland, door
zync Vrouw aari dcn Portugeelchen oor-
iog gehuuwelykt, ten onderftand dier
Kroone groote geldfommen van noode
had, hoopte de Franiche Koning dac zich
nog wel eens de gelegenheyd zoude op-
docn, om zich van zoo magtige zeeftad,
als Duynkerke was, en waarop hy hec
oog had laaten vallen, hec zy by koop,
het zy by ruyling , te können meefter
maaken. TuiTchen zynen voorgemelden
Afgezant en den Kanielier van Engeland
Waaren deswegen al eenige woordwiiTelin-
gen gevallen ; doch die zaak echter tot in
’t laritfte van dit jaar blyven fteeken:
naadat de laatftgemelde, verftaande hoe
de Graaf van Eftrades als Afgezant naar
Holland ftondt te vertrekken , den (z)
negenencwintigften van Zomermaand deezes
jaars hem te Kales eenen brief van
uytnoodiging had toegezonden, om zyne
reys over Engeland te neemen, en dus gelegenheyd
re hebben om hem wegens eene
zaak van groote aangelegenheyd opening
tc können docn. Met veel vermaaks
wierdt dit door dcn Koning van Vrankryk
toegeftaan : dcwyl hct ondcrwcrp
diet Handelinge hec vcrkoopen van
Duynkerke zoude z yn ; voor ’c wclke,
mcc al hcc daarin leggende gefchut, (3)
den oorlogs voorraad, en dc zeehaven de
Engelfche Staatsdienaers honderdtwintig
tonnen fchats eylchccn. Hoogelyk hicldc
zich i n ’ t eerft de Fraufche Atgezanc, wac
geneegenheyd zyn Meefter ook voor die
ftad had, midsdcgrootheyd der gevorder-
dc geldlbmmc, van den gedaanen eyich
vervreemd: Doch naa veel handelens
wierdt men hct wegens den koop van
Duynkerke, op vyftig tonncn fchats eyndelyk
eens, en hct verdrag daarvan, den
(4)zevcnentwintigften van Wynmaand tuf
Ichen den .Fraqfchcn Afgezant cn de vier
Gemagtigden van den Koning van Engeland
te Londen opgefteld, vervolgens ge-
flooten en ondertekend. Dus naa twintig
connen fchats in de Ichepen des Engelfchen
Konings geleverd, en voorde overige
dertig, die iu twee jaaren moeften
betaald worden, te Louden borg gefteld
ce jiebben, naamep de kry'gsbenden des
Franfchen Konings, den achtentwintigften
van Slagtmaand, (y) bezic dier ftad;
alwaar ook zyne Majefteyt zelve den
tweeden van Wintermaand, haarc intree-
dc deed, den Ambrooziaanlchen lofzang
in de Hoofdkerk liet opheilen, en de inwoonders
zoo Geeftlyken als Werreldly-
ken, beloofde by hunne oude voorrechten
en vrydommcn tc zullcn handhaaven. De
gedachtenis van dit koopcn van Duynkerke
wordc op deczc drie penningen bewaard.
(3) Lettre
du Comte
d’Eftrades
ail Roy,
17 Aouc
16Ö1.
(4) Lettres
dll Comic
d'Eftrades.
tomcl.
pag.S3<*
(5) Hoii;
Merkurius
1661.
pag. 172;
I. In den rand der voorüyde,vändcn,j>cdenkp[;nning.lecn: men, rondpm hot kopSnlt dej Franfchen
Konings, deczen tylet :
LU-
' ' L U D O V I C U S X I I I I , R E X C H R I S T I A N I S S I iV IU S .
LO D EWT K D E X IV , A L L E R C H R I S T E L T K S T E KONING.
Duynkerke biedt, in de gedaante eener knielende Vrouwe, den Franfchen Koning, die in Ro-
meynlche kleeding verbeeld is, het grondbewerp der gekochte Ilad op de rugzyde ties pennings
aan; wclke tot om- cn opfchrift voert: •
P R O V I D E N T I A P R I N C I P I S D U N Q U E R C A R E C U P E R A T A .
M D C L X I I .
DOOR D E V O O R Z I E N I G H E Y D D E S VOR S T S D Ü T N K E R K E
W E D E R G E K R E E G E N . v66t.
II. De eene zyde van den legpenning voert hct gelaurierde borilbecld des Franfchen Konings;
binnen dit randfchrift:
L U D o v i c u s X I I I I , D e i G r a t i a F R a n c i æ , E T
N A V a r r æ r e x .
LO D EWY K D E X I V , DOOR GODS G E N J D E K O N IN G V A N
V R A N K R T K E N N A V A R R E .
■ Op de andere zyde ziet men in de gekochte ftad wier naam op den voorgrond ftaat, eene groo- CO Ovidfl
tc menigte gelds regenen,-waar door,gelykde(i)oude Dichters willen, Jupiter by Danaë eertyds
toegang kreeg; evenals Lodewyk zynen Vriend den Koning van Engeland tot het overgeeven
van zoo gewigtige zeeftad gcbragc hecft ; .volgens dit (2) bovengcftelde randfchrift : 69-.
( 1 ; Claud
deLaudiS.
S I C V I N C I T A M IC O S . Sti.hb.U
A L D U S V E R M E E S T E R T HT Z T N E V R I ENDEN. -
II I.D e derde,die in ’t volgende jaar gemunc,en door my in de penningkafle van den Hecr Balthazar
Scott, Raad en Schepen, midsgaders Ontfanger van’s Lands middelen te Amfterdam, naadac
de eerfte plaat reeds gefneeden was, eerft ontdekt is, verbeeldt eensdeels wederom ecneii geldre- v3)HoraÜ
gen, welke uyt de wolken op eenen zectoorn voor ’c gekochte D Ü T N K E R K E (D U N -
K E R Q_U E) nedervalc; onder deeze fpreuk van dcn Venuzynfchen (j) Lierdichter, daar hy ook
I C T U F U L M IN E O P O T E N T IO R .
K R A C H T I G E R D A N D E B L I X EM S L A G .
En dcwyl, d o o r’t ontruymen van Duynkerke, de Engelfchen, wclke van eene verfchillende
Geloofsleere met de Françoizen zyn, van de grenzen van dat Ryk wierden verwyderd , ziet men
andersdeels, op ’t gezigt der zittende Gercchtigheyd ,• twee harpyen zich vandaar wegmaa-
ken; waarboven in den rand deezc fpreuk van den Mantuaanfchen (4) Hcldendichtcr geleezen
wordt :
H A R P Y A S P E L L E R E R E G N O . 1663.
D E h a r p y e n UTT H E T R T K TE D R Y V E N . lööj-.
N n n n n n a D©
i:. ir
■Iß S r
■ S .