L - ' ßS
) :|:u ;
I iii ■ - il '
■'1
/ . ¡ . i
I l i
'¡i l i 'f 'i
’ tiiii'ßi
m ' ' li ¡ I M : ; '
il:'': 1 . '^; i 8.(1 '
' l i ' ' '
rfv'V'iii'
ft 'i'ii;»
'^ '1 |S '- - . ¡ j j
■ 1
G- i SiiT
i ¡1
' il■ p i ß .
i i
1
! V'Ä-ri'
F E R D I N A N D U S II, R O M a n o r ü m I M P e r a t o r S E M p e r A U G u s t o s .
F E R D I N A N D D E II. ROOMSCH K E T Z E R A L T TD DOORLUCHT I G .
Op de tegenzyde is eene h e ld e r fc h y n e n d e zon gedekt door eene Keyzerlyke kroon, tuflchcn
dric Koninglyke, cn binnen deezc zync zinfpreuk:
L EGIT IME CERTANTIBUS.
I
FOOR D I E P F E T T IGL TK S TR TDEN.
II. De tweede is klcyner cn den eerften in alles gelyk, uytgezonderi dat ’s Keyzers ho'ftbeeld
hiendoor geenen burgcrkrans omvangen, noch boven eenen wapenftapd vertoond wordt. gclyk
in de afbeelding kan gezien worden.
III. Op de voorzyde van den derden is zyn gelaurierd borftftuk, omvangen door deeze verfchillende
tytels, verbeeld:
F E R D IN A N D U S I I , R O M a n o r u m I M P e r a t o r A U G u s t u s , R E X
H U N g a r i a s B O E m i a s c i u e .
F E R D I N A N D DE II, DOORLUCHTIG R O O MSCH K E T Z E R , KON IN G
F A N H O N G A R I E EN BOHE EME .
Eene Koninglyke kroon is op de rugzyde o m v a n g e n door twee wimpels, welke beftempeld
zyn met deeze fpreuk:
L E G I T IM E C E R T A N T I B U S .
FOOR D I E I F E T T IG L T K ST R TDEN.
IV. De vierde, die medc op het voorftuk z y n g e la u r i e r d borftbeeld voert, heeft in den rand
dceze verfchillende tytels:
F E R D I N A N D U S I I , R O M a n o r u m I M P e r a t o r S e m p e r
A U G U S T U S , G E R M A N . AL, H U N G a r . AL B O E m i a l q u e
R E X , D u x B u r g u n d i a l , C o m e s T i r o l i s .
F E R D I N A N D D E I I , A L T O O S DOORLUC HTIG ROO MSC H K E T Z E R ,
KON IN G F A N DU T T S CHL AND, H O N G A R I E , E N B O H E EM E ;
HE R TOG F A N B O U R G O N D I E ; G R A A F F A N T IROL .
l e g i t i m e C E R T A N T I B U S . 1619.
VOOR D I E IVE T T IGL Y K S T R YDEN. 1Ó19.
Zoo gelukkig als Ferdinand was in
Kcyzer tc worden, zoo ongelukkig fcheen
hy ten aanzien van zyne andere Staaten.
Die van Hungarie vielen hem af, en ver-
Cf) Heifs hieven tot hunnen Koning Bechlem ( 1)
Hift.de Gabor, Prins van Zevenbergen. Moravie,
tom e’ l l (2-)Silezie, ja zelfs die van Ooftenryk
Jag.öz." ftonden tegens hem op, en verbonden
z ich, onder verfcheydene voorwendfcls,
fer!tom .i. mct de weerfpannige Boheemeren. De
P^g- *44- laatften poogden hunnen afval te recht-
vaardigeii met voorgeeven dac de Aartshertog
Aalbert, Vorft van dc Roomfche Nenige
onbepaaldc magc van zelf in zynen
naam des noods den eed van onderdaanig-
heyd en hulde te ontfangen: welke ook
op den tienden van Herfftmaand door de
Staaten van Ooftenryk aan den Aartshertog
Aalbert en Ifabelle zyne Gemaalin
wierdt afgelegd. Desonaangczien dewyl
hy zich met de beftieriugc zyner Neder-
landen vernoegd .hieldc, cn geenszins van
den rondborftigen ommegang zyner 200-
zeer toegeneegene onderdaancn konde af-
getrokken worden, om perfoonlyk zyne
nieuwgecrfde Staaten te gaan beheerfchen,
vondt hy goed,evenals door hem de Key zer-
(OHift.Je lyke waardigheyd, die hem d e ( i ) Kcur-
Zwichard Aartsbiftchop
pag. 3(3. van Ments hadden laaten aanbiedcn,cn nu
voor de tweede maal om dc zelfde reden
was geweygerd, thans ook alzoo den voT 1619.
len eygendom deezer ervelyke goederen
aan zynen Neef Ferdinand, gekooren Kcyzer,
op re draagen. Dit gelchied zynde
liet Ferdinand die van üpperooftenryk (x) (i)Merc.
toc hec afleggen van den ccd van onder- Franç.
werping andermaal aanmaancn , en , mids ¡om^e vi.
z y weygerden te gehoorzaamen , den P^6- 280.
Hertog van Beijeren tegens hen opCrekken,
en door de wapcnen noodzaaken om
aan hem den behoorlykcn ccd van gehoor-
zaamheyd, uyt krachte der gemelde over-
dragtevanden Aartshertog Aalbert, a fte IV.
leggen. De gedachtenis echter van dc
hulding, aan de Aartshertogen Aalbert
en Izabelle door die van Ooftenryk g e daan,
wordt op die gcdcnkpcnningrje bewaard.
Om de borftbcelden der Aartshertogen, leeft men in den rand van ’t voorftuk dit omfchrift.*
A L B E R T O E T I S A B E L L A , A R C H ID ü c ib ü s A U S T r i a : , S T A T u s
a u s t r i a c i HOM A G ium P R ^ E S T i t e r u n t , i o . S E P T em b r i s .
A A N A A L B E R T E N I Z A B E L L E , A A R T S H E R T O G E N V AN OOSTEN'
RYK, H E B B E N DE OO S T E N R Y K S C HE STAAT EN,DEN T I E N D E N
V A N H E R F S TM A A N D , H U L D E GE Z IVOOR EN.
■ Op het ruggeftuk ziet men boven eenen fchepter en degen, kruyswyze leggende, eenen vlie-
genden arend, welke van den eenen kant door een onweder gedreygd , doch van den anderen
door eene zon befcheenen wordende, zynen bek naar cene Keyzerlyke kroon uytfteekt; onder
deezc fpreuk ;
P R E M O R , N O N O P P R IM O R . M D C X IX .
I K WORD G EDRU K T , DOCH N I E T O N D E RD R U K T . 1619.
derlanden, en geenszins dc nieuwe Keyzer
hun Heer was,als zynde dc eerfte de eenige
Broeder van den laatften overleeden
Keyzer, en Ferdinand flechts des zelven
Neef. Dit lecdc wel geen tegeufpreeken;
maar de Aartshertog Aalbert, ziende de
zwakke lighaams gefteltenis van den laatften
Keyzer, was voor zyne erflanden al
by ’t leeven zyns Broeders bezorgd geweeft,
en had (3) den tweeden van Sprok-
kelmaand deezes jaars zynen Nceve Fer-
dinand by volrnagtsbricvcn bevolen zyne tomeVl.
; ervelyke Staaten te beftieren, met zoodaanige
De Boheemers ondertuifchen, fteunende
op de beloofde hulp der verbondene Onroomfche
Vorften , waaren federt de
Aartshertog Ferdinand te Frankfurt als
Koning vau Boheeme door de Keurvorften
erkend en in hunne vergadering ontfangen
wasjCegcnsden zelven nog meer verbitterd
geworden, en verklaarden, op den ncgen-
( 4 ' 'Mere, entwintigften van Oogftmaand , by (4)
plegcige cedzweering hem nooit voor Ko-
tomeVl. ning van Boheeme te zullen erkennen,
^ pag. 108. jnaar den troon ledig te ftaan, en tot het
verkiezen van eenen nieuwen Koning te
zullcn treeden. Toc dac eynde de Scaatsleden
van Boheeme op den vyfden van
Herfftmaand zynde vergaderd, verkoo-
ren z y , mids allc andere Vorften dien
twiftappel hadden van de hand geweezen,
Frederik Keurvorft van den Palts toc hunnen
Koning: welke keuze den volgcnden
dag door de Gemagtigden van Silczic, Moravie,
en Lausnics met gcmeene toeftcm-
minge (>) wierdc goedgekeurd, en hy (-j)Merc.
ook rot Vorft dier geweften aangenomen. F^anç,
Dees was thans met dc andere Onroom- ¡om^c vr.
fche verbondene Vorften cc Rottenbiirg
vergaderd, als hy de tyding dier verkic-
zinge ontfing, en op hunnen raad die aangeboodc
waardigheyd aannam, by fchrifc-
lyke bckentenis aan de Landftaudcn van
G g 2 Bo