1607. van den Roomlchen Godsdicnft, te ver-
biuden. Doch naa de verzoeuing van dien
( I ) Hog.
dcMonf.
Hertog mec den Koning, vcrzoendc hy
zieh ook met den zelven, die hem ftraks
tot Raadshoofdman van’tParlement(i) van
Botfrgoudie aanftelde,met laft van zyn per.
Ran. pag. verzelleii. Invoege dac’er
niets hoofdzaakelyks voorvici a an ’t h of,
waarvan hy geen fcheydsman w a s , gee-
ne raadsvcrgadering, waarby hy nice
geroepen wierdt, en dus op deeze Han-
dcling in dc Vereenigde Geweften gezonden
, even als hy te voore rat de
Vreedehandeling mec den Spanjaard was
gebruykc geweeft. Scaliger, die een oor-
getuyge van zyne wysheyd geweeft is,
zegt dat men hem geen rocms genoeg konde
gecvcn. Oldenbarneveld getuygde dat
h y , met hem omgaande, dagelyks nogiec
van hem lecrde: ja de Kardinaal(x) Iknti-
voglio verklaart van hem dat by zeker mon-
dcling vcrtoog, ftaande deeze Handeling tc
BruiTel gedaan,de Majefteyt en aanzicnlyk-
heyd des Konings van Vrankryk z e lf niet
mill in zync woorden dan in zyn weezen
uycfchecn. Immers zyn bclcyd was, ge-
duurcndc hec vervolg deezer Handelinge,
zoodaanig, dat zoowel de cen als de ander
zieh defwegcn geheel voldaan vondt ;
en ik daarom niec ondienftig oordeel deeze
penningplaac, welke ik nergens dan in de
penningkafle van den Heer en Mr. François
Fagcl, Griffier der Algcmecne Staaten
, gevonden heb , alhierin tclafleo.
fl) Han-
dd. van'C
Beltaad
Il.boek,
pag. 4 16 .
Het borftbeeld van Jeannyn, die naa ’t overlyden des Konings de Koningin Voogdcs niec
weynig onderftcundc, enden laatften van Wynmaand des jaars zefticnhondcrtwecentwintig, in
den
i i ......
r : ; . ;
den oudcrdom van tweeentachtig jaaren, zclf ovcrlcedt, ftaat in Raadshccrlyk gewaad cn binnen
dit randfchrift:
P E T R U S J E A N N I N u s , R E G i C H R I S T i .4 n i s s i .mo A S E C R e t u
C O N S t L i i s , E T S A C r i y E R A n r r P R . E F e c t u s .
P E T E R J E J N N T N G E H E TM R A A D V A N D E N A L L E RC I I R I S T E-
L T K S T E N KON IN G , E N O P P E R R T K S SC H A TM E E STE R.
T Staat,
van Holl.
3 Sept.
16 0 1 . fol
ä^Refol.
der Staat,
van Holl.
4 Sept.
1607. fol.
247-
..
:
Desgelyks hceft ook Koning Jakob van
Engeland cwcc Gezanten naar ( f) ’s Graa-
venhaagc afgcvaardigd; om nevens dievan
Vrankryk met raad en daad de Algemeene
Staaten der Vereenigde Geweften , in die
hachlykheyd (x) van zaaken, by te ftaan, en
vooral zorg te draagen, dat de cwecdragc
in de raadsbefluytcn geenszins de overhand
uam; welke zekerlyk het verval van
den Staat dreygde, en z elf op de minfte
beraadfiaagiug konde gebooren worden uyt
de veelheyd der Staatsieden en vcrfchil-
lendheyd der gevoclens. Want op den
voorftel van dc vloot c’huys ce roepenwaa-
ren ftraks alle de gevoelens verdeeld. Ee-
irigen, die hier in aan Neye wilden te
Wille zyn, bctuygden dat men niec alleen
mec woorden, maar ook mec de daad be-
hoorde te toonen, dat hunne gemoederen
van ecnen oprechtcn Vreede niec vreemd
waaren: temeer, vermids hen ook, zoo
’er geen Vreede getroffen wierdt, alsdan alle
zeen nog zouden opcnftaau, en z y v an
zins zyn de wapenen ecndragtiglyk aan
CQ*fchietcn; om zieh (3 ) nict aüccn over
de eertyds geleedcnc ongelykcn, maar ook
over eenen befpotcelyken Vreedchandcl
tcwreeken. Anderen integcndccl, wier
hart meer naar de wapenen helde, zeyden,
menbehoordczich al verder, tot wclftand
van den totnogtoe bcfchcrmden Godsdienft
en het Vaderlaiid, van het geluk te dienen,
terwyl hec hen thans begnnftigde; cn van
geenen Vreede te hooren ipreckcn , dan
met (4) de wapcnen in de hand. Doch
naa lang twiftens kwam men eyndelyk re
befluyten , dar men de vloot uyc Spanje
zoude tc rüg outbieden, zoodraalsPhilips
hcc geilooccnc mec de Aartshertogcn had
beveftigd. Onder hec getal der genen, die
den Vreede mec de wapenen in de hand wilden
gemaakt hebbcn, zullen waarfchyne-
(3 lH .d e
Groot
Ned. Hift.
fol. 539.
lyk ook die van Uytrecht geweeft zyn ;
want hec is van hen dat men in dit jaar,
waarin over den Vreede gehandcld wierdt,
deezen legpenning aldaar gemunt vindr.
( 4lH .d e
Groot
Ned.Hift.
fol. 538.
Eene hand, u y t d e Wolken k ö rn en d e , houdt op de eene z y d e een bloot zw a a rd ; b innen dceze
fpi-eulc:
P RO A R I S E T F O C I S 1607.
VOOR D E N G O D S D I E N S T E N N E T F A D E R L A N D . lioy.
Rondom het gekroonde wapenfchild van ’t Sticht Uytrecht, leeft men in den rand der andere
zyde:
C A L C U L U S JU S T U S A PU D D E U M .
B T GOD I S E E N E R E G N T F A A R D I G E R E K E N I N G .
Verder ftaat, om te bewyzen tot wiens gebmyk de penning gemunt is, ter wcderzyde van
het wapen:
O R D i n e s T R A j e c t i .
d e S T A A T E N F A N ÜTTRECHT.
II. Deel. • I Onder-
. V I'v .;
F ■'
1 :