1640. In den rand der andere zyde, die het gekroonde wapenfchild van Namen bevat
— dit omfchrif:
G E C T o i r S d e s E S T A T S D E N AM U R . 1040.
L E G P E N N I N G E N D E R S T A A T E N VAN N AME N . 1640.
( i ) Aitic-
maiaaken
van ftaat
en oorl.
Ii.deel,
fol. 7S4-
i l ) Refol.
der Staat,
van Holl.
TO Mcy
164 t. fol.
maiaaken
van ftaat
enoorl.
Ii.d e e l,
foi.7?6.
(4)XXVII
art. des
Verbonds.
Refol.
der Staat.
van Holl.
8 Maart
1641. fol.
(5) Brandt
L ecv. van
de Ruyter
fol. 11 .
Om het nicuwopgedraagCQ ryksvcr*
moogen naar vereylch te onderfteunen,
zondt de nieuwe Koning van Portugaal
aanftonds cencu Gezant naar Engeland,
en Triftan Monkada Furtado ( i ) in
dc zelfde hoedaanigheyd aan de Vereenigde
Geweften. Alwaar hy in ’t volgende
jaar een ( i ) Beftand van tien jaaren
, zoo met de Weftindifche Maatfchappye
als met den Staat zelf (3) iloot?
cn de laatfte beloofde de Kroon van Portugaal
met twintig fchepen van oorlog op
zyuc eygene koften tegens (4) den Koning
van Spanje te zullen byfpringen. Uyt
krachte van deeze verbindtenis zonden de
Vereenigde Geweften, onder het beleyd
van den Luytenant Admiraal Gyzels,en den
Schoutbyuagt Michiel de Ruyter, het beloofde
getal oorlogfchepen naar Portugaal,
omzich aldaar metde oorlogsvloote dier
krooneen deFranfchehulpfchepcn vereeni-
gende, den Spanjaarden de handen vol werks
te geeven. Opde komft derNederlandfche
fcheepsmagt verftondt men dat de Portugeezen
reeds waaren ouder zeyl gegaan;
des begaf die zich mede weer in zee, op
hoope van ze ceSint Vincent, werwaart (y)
men tyding had dat z y ’r gewend hadden,
te outmoccen. Dan met hct opgaan der
zonne van den vierden van Slagtmaand in
plaatfe van de Portugccfchc aldaar eene
vyandlyke vloot fchepen gewaar wordende,
ftondt ieder niet weynig verzet, cn te
meer, mids die van alles wel voorzien uyt
vierentwintig zoo Spaanfche galioenen als
Duynkerkfche oorlogfchepen beftondt. De
Nederlanders, hoewel zwakker, maakten
zich echter gereed tot het gevecht, dat omtrent
acht uuren ’s morgens zynen aanvang
nara. De eerfte hevigheyd des aanvals
viel Hopman Jan Solaas re beurt, mids
hem, lufTchen verlcheydene Spaaniche galioenen
gckneld, zyne groote fteng afge-
fchoottnen zyn fchip zoodaanigdoornageld
wierdt, dat h y , eer de Ruyter tot zyne
hulp konde afkomen, bereyds wel zcs
fchooten (6) onder water had en des ge- (6) Biandi
noodzaakt was te krengen; invoege men
niet weet o f zyn fchip gezonken of ge- fol. 13.
nomen zy. Hopman Leramc wierdc wel
cydiger bygefprongen, doch terwyl de
Ruyter bezig was mec dcn afgeweeken
vyand te vervolgen, zag hy zyn eygcn
Ichip vol water, en dat van Lemme, eer-
der dau hy gedacht had, door dtf zeegol-
ven verflinden ; zulks flechts veertig
perfbouen daar van wierden geborgen.
Hiermede eyndigde de ftryd, en dc afvvy-
kende Spaanfchen geenen luft tot een
nieuw gevechc betoonende, wendden hec
de Ncderlandlche oorlogfchepen naar de rie-
vier van Liffebon: daar z y door den Koning
niec alleen mec ververfchinge wicrden
verzorgd maar ook de Hopluyden enßevel-
hebbers cot twintig in ’c getal ieder mec
eene goude keten en (7) eenen daaraanhan- (7) Brande
genden penning te famen omtrent twee-
honderdvyfcig guldens waardig, aanboort fol.14.
van den L. Admiraal Gyzels, door handen
van den Hollandfchen Konzul Peter
Korneliszoon befchonken. De penning
nu aan de ketens gehecht was als deeze,
die my door de Koninglyke Hoogefchoole
vanLiiTebon, uyt de peningkafTe van den
Markgraaf van Abrantes , door handen
van den Portugeefchen Afgezant den Graaf
van Tarouka is tocgcfchikc en vereerd geworden.
Rondom ’s Konings gcharnafl: borftbeeld , met cenen Veldheerlyken ftiiijer omhangen, leeft
men op dc voorzyde in den rand deezen tytel:
JOANJ
O A N N E S I I I I , D e i G r a t i a R E X
P O R T U G a l l i a l . i i4 i.
J O H A N D E I f , DOOR GODS G E N A D E KO N IN G V A N
P O R iU G A A L . 1(541.
Van eenen brandenden altaar ziet men op de tegenzyde den vogel Feniit opwaart vliegen i
Onder deeze fplreuk :
V IC I M E A F A T A S U P E R S T E S .
¡ K B E N M I N N O O D L O T B T M I N L E E V E N NOG TE B O V E N
GEKOMEN.
(i) Aitie-
iiiazaakeo
vaa ftaat
cn oorlog,
Il.ded,
fol* 545*
(i)RcfoL
derStaaten
vanHoll.
n Dec.
1640. foL
iji.
(3) Neuville
Hift.
van HoU.
Ii.deel,
P<g-37*
(4) Refol.
derStaaten
van Holl.
foDec.
1640. fol.
171,171,
^7?.
De Franfche Koning had zich ook,als uyt
het voorgaande verhaal genoegzaam is op
tc maaken, met die Kroone verbonden,
en zync Moeder, volgens de belofce, die
z y in Holland ( i ) zynde gedaan had, dc
zaake indiervoege aan ’c Engelfche Hof,
Ben voordeele van den Huyze van Orauje
bequaam gemaakc en bevorderd, dat’er hoope
fcheen van een huuwelyk tuffchen den
eenigen Zoon van Prins Frederik Hendrik
en eerie Dochter van dcn Koning van
Grootbrittanje te zullen bewerken : zulks
de Prins van Oranje den Heer van (x)
Heenvlict, tot voortzetting dier handelinge,
i n ’t geheym naar Engeland zondc.
Dit verzochte huuwelyk kwam in den
beginne aan ’t Engelfche H o f heel ongclyk
voor , ja niemand had gedacht
dac hec ooic voortgang zoude gekreegen
hebben , mids des Prinfen Zoon ,
naauwelyks vyftien jaaren oud en in
eens anders dienft zynde, (3) nog onlangs
eerft van den Franfchen Koning den
tytel van Hoogheyd bekomen had. Dan
de Hecr van Heeuvliet wift zyns Meefters
belangen en deu lo f des Huyfen van Oranje
zoowel voor te draagc^» dac hy voor ’r
eynde des voorgaanden jaars op zyn verzoek
’s Koning toeftemming eyndelyk be-
kwam. Des deed dc Prins van Oranje nice
alleen van deeze geheele handeling (4)
1 1 . JOeel.
verflag aan den Staat, máar gaf ook des
zelfs Leden in (5 ) bcdenkcn, o f zy nict
zouden können goedvinden om uyc hunnen
naam ook eene bezending naar ’c En-
gelfcbc Hof, rot hec voltrekken van ’c
huuwelyksverdrag te (6) doen. Dit
wierdc dankelyk aangenomen, en de Heeren
van Breederoode, Sommelsdyk , cn
Heeuvliet, op den voorflag des Prinfen,
(7) benoemd om nevens Hunner Hoog-
moOgendheden gewoonlyken Afgezànt
Joachimi a an ’t Engelfche hof hec b^on-
nen Huuwelyksverbond, tengenoege des
Prinfen, cot ecn goed eynde te brengen.
Den eerften dag (8) deezes jaars vertrokken
deeze Afgezanten, en, naadat hec
Huuwelyksverbond in Engeland geflooten
w a s , Ook de jonge Prins Willem, den
vierentwintigften van Grasmaand (9) derwaart,
alwaar hy den twaalfden van Bloeimaand,
door den BiiTchop vanLinkoln,
met de PrinccíTe Maria, oudfte Dochter
van Engeland, in tegenwoordigheyd van
denKoning,deKoningin, en alle de Grooten
des Hofs in den echten ftaat te With
al,naar de wyze der Engelfche kerke, (10 )
wierdc beveftigd. T er gedachtenis van
’s Prinfen huuwelyk, die den achtentwintigften
van Zomermaand weder terug in
Holland kwam, zyn dceze twee penningen
gemunt geworden.
(s) Aitze-;
ma zaaken
vanilaat
cn oorl.
I l.c ied ,
fol. 709.
Ä
van Holl.
I I Dec.
1640. foL
171.
(7) Rcfol.
der Staat,
van Holl.
19 Dec.
1640. fol. 179*
(8) Komin
elyn
Leevcn
van Frcdri
Hendr.
Il.d c c I,
fol. 86.
16 4 1 .
(9) Aitzc-i
mazaakcd
van ftaat
en oorl.
II. deel,
fo l 7 JO.
Relol.
derStaaten
van HoU.
I I Maart
16 4 1. fol.
fol 77. cn
19 April
1641.101.
99-
1.10) Refol.
derStaaten
van HoU.
lö ju ly
1641 .fol.
166.
T t t I.De
: i '
.Dl