ii.-r ;
Ì'V ' „ /
| !
f e
■rii
di;
'i/.:
i r ;
,. 'r i;:
■!f J I
ï6 j6 .
(r)Hubn.
geflachtk.
tafel. 42.
( i) BufF.
Hift. des
Mâif.fOUT.
tome II.
pag. 480.
(OLarrey
Hift. dc
Louis
XlV.tom.
H. pag. • 33‘ -
(0 Hubn.
ftaack.
Hiftori,
I II. deel,
II. ftuk,
pag. 397-
zynen naatuurlyken Zoon , toc des zelven
opvolgcr: welken hy by eene Too-
neelipeeliler, wel van eene zonderlinge
fchoonhcyd des lighaams doch van nog-
groocere volmaaktheyd des geeils, geteeld
had. Want z y , deezen Zoon, den zevenden
van Grasmaand ( i ) desjaars zes*
ticnhonderdnegencntwintig , o f , gclyk
anderen willen ( i ) , twee jaaren vroeger
hebbende ter werreld gebragt, wilde nietalleen
federt nooit meer den Koningin z y ne
rainneryen te wille z y n , maar begaf
zich, tot wegneeming der openbaare ge-
gcevc ergernifle , voor (3) het overige
haars leevens in cen kioofter. Haar
Z oon, op bevel des Konings ondertuffchen
in ’c heymelyk opgevoed, wierdt
niec eer dan in het jaar zeftienhonderd-
vierenvcertig, geduurende de reys die Philips
naar Katalonje deed, voor den zynen
crkend, en was dus hierin byna gelyk aan
Don Johan , natuurlykcn Zoon van Keyzer
Karel den V. De aangeboore begaafdheden,
die in deezen Don Johan uytmunt-
tcn, maakten hem van jongs a f by den
Vader bemind; zulks hy ftraks groot
Prior van de Malteeiche Ridderordre (4)
in Kaftilie wierdt» enzyn naam» door de
groote ervaarenhcyd in krygszaaken, by
alle Hoven eenen grooten opgang en hooge
achting maakte. Hiervan had hy als
Oppcrgezaghcbbcr der Spaanfche krygsmagten
ia Italie geen geringe blyken gegeeven
, met den geweldigen opftand,
door Mas Anjelio te Napels in ’tja ar zes-
tienhonderdzevenenveertig ( y ) aange-
richc , nietalleen volkomenlyk te dem-
pen, en aldus dc twee wa^elcnde Ko-
ningryken van Napels en Siçilië gebrey-
deld en aan Spanje verknocht te houden,
maar opk daarenboven Portoiongone en
Piombino (6) den Françoizen weder uyt
de handen te wringen. Des was ’t ook
uyt aanmerkinge dier bequaamheden, dat
hem thans hct Nederlandfche Staatsbeftier,
op eene ganfch onbepaaldc w y z e , om de
vervallene zaaken aldaar te herftellen, doot
den Koning was opgedraagen. Z yn e gedachtenis
wordt op deeze twee penningen
bewaard, wier eerftc omtrent deezen ty d ,
en de tweede in ’t volgende jaar gemaakc
is ; en die dierhalven nergens beter dan
hier, als hy nog niet in ’t bewind der Ne-
landen getreedcn w a s , können geplaatft
worden : dewyl ze den Landvoogdlyken ty tel
nog geenszins voeren.
Cs) Ntni \
Hift.van
Veneetf.
Ii.d e e l,
(<5)Nani
Hift. van
Veneetf.
ILdeel,
pag-u8.
(7) Fleurv
Hift. Ecd.
tom. XV.
P»g-17-
I. Rondom zyn geharnaft borftbeeld, dat mct het Kruys der Johanniter of Malteefche Ridderordre
verfierd is, leeft men in den rand der voorzyde deeze tytels;
JO A N n e s A Ü S T R IA C Ü S , P H I L i p p i im. R E G is F I L iu s .
oE T a t i s X X X .
J O H A N F A N OOSTENRYKy ZO O N F A N K O N IN G P H I L I P S
D E N J F . I N Z Y N S OU D E RDOMS 50 J A A R ,
Opderugzyde ftaat deMocdermaagd Maria, die deeze(7)OrdreroorBefchermheyligehoudt,-
in-de gedaante der Vrouwc, bekleed mct de Zonne, en van (8) Johannes in zyne Openbaaringe
befchreeven, onderden Hebreeuwfchen naam des H E E R E N , en tuflchen dit byfchrift ver-
bceld;
U L T R A N IH I L A D M IR A R I .
N I E T S M E E R V E RW O N D E R E N SWA A R D I G ,
II. De
i 6 ;6 .
I f . De eene zyde van den twecden is beilempeld mct des Spaanfchen Konings geharnaft borft.
beeid, cn dc rand omzoomd mct deczen tytel:
P H IL IP P U S I I I I , D e i G r a t i a H I S P a n i a r u m E T I N D i a r u m
R E X . idyy-
P H I L I P S D E IV , DOOR GODS G E N A D E K O N IN G V A N
S P A N J E E N D E IN D I E N . iSyy-
De anderc zyde voert, rondom dc beeldenis van des Konings namurlyken Zoon, dceze ver-
fchillcndc tytels:
S e r e n i s s i m u s P R I N c e p s J O A N N e s A U S T R IA C U S , H I S P a n i a r u m
R E G i s F I L IU S . ' .
D E DOOR LUCHT IGS T E P R I N S J O H A l j V AN OOS T ENR T K,
ZO ON D E S S P A A N S C H E N KONIN GS .
fi)Parival
Iieclede
fer.tom.I.
PaS-i3S-
^ ] Parival
£
-iecle de
fer.tom.II.
.234.
(3) Aitiemaiaaken
vanftaat
en oorl.
Ill.deel,
fol.1314 .
Zoodra Don Johan tot Landvoogd der
Nederlanden benoemd was, ftak hy mec
vier galeijen vau Barlelona in zee, van
welke drie door de zeeroovers onderwege
genomen wierden; zulks hy z clf die gevaar
en van eenen zwaaren daarop volgenden
ftorm niec ontkwam, dan door eenen
byna bovenmenfchlykcn arbeyd der ga-
leyroeijers, aan ieder van welke h y , behalven
hunne Vryheyd, zoo zy hem in
behoude haven leverden, ( i ) honderd
guldens tot een gefchenk beloofd had.
Dus naa ’c uytftaan van zulk een gevaar te
Genua gekomen , zettede hy , zonder
zich de door veclvuldige eerbewyzingen te
Milaan, en in andere fteden van Italie te
laatcn ophouden, mec den uyterften fpoed
( z ) zyne reys, over Augsburg, Keulen,
en Roermonde, naar BruiTel voort. Vanwaar
de Aartshertog Leopold, mec zoo
magtigen naafleep van den voorcrefFclyk-
ften Adel des Lands, den achtftcn Van
Bloeimaand (3) was vertrokken, dat men
van ’s morgens ten negen tot ’s avonds ten
v y f uuren de Loveulche poort door de
uytreydende karroiTen en vrachtwagcns als
geftopc zag. T e Loven hebbende overnacht,
reed hy Don Johan totboven
Scherpenhcuvel tegemoete,cnhem.uycde
koetfe getreedcn, hebbende verwelkomd,
leydde hy hem met de hand in de zyne,
rydende dus gezamentlyk naar Scherpenheuvel;
daar z y , door de Guldenviies-
heeren gediend, hec middagmaal hiejden*
Naa den ceten over ’t uur in ecn geheym
vertrck wegens den ftaac des Lands onclcr-
ling hebbende geraadpleegd, kwaamen z y
eerlang beyden weder te voorfchyn. De
Aartshertog nam ftraks hierop, niet zonder
ontroeringe des (4) gemoeds, van al- (4) Holl,
le de legenwoordig zyndc Edellieden en “ " ‘Ä
Giooien ,die hem toihieiioe gevolgd waa- pjs.ij.
rcn, zyn affcheyd, wierdt door Don J o han
met des zelven koets tot die plaats,
daar hy hem ontfangen had, weder uytgeleyd
, en naa elkanderen met den hoed gc-
groct te hebbcn, verreysde de Aartshertog
Leopold met cen kleyn gevolg naar
Bon; daar hy den negentienden aanland-
dc, cn van den Keurvorft, ftaande zyn
1 L l l 11 J verblyf
Ir
t ■ 1
f ; r i i | '
• : I
: r
Ï
/ f e » /