’rilì
J
/li,;
: i.
'"'i"'ri-.y i
S i »ri i
IÄ42. Oranje, cn naa zyne vaderlyke ftad Sedan
---------■ aan de kroon van Vrankryk voor ecuwir
» tc hebbcn afgeftaan , het leeven
behouden. Naa welk voorval, en de daarop
gevolgde aantuyging van den Prins
van Oranje, van zieh, byaldien den Kardinaal
, nict meer in des Konings gunft
ftaande, het bewind der zaaken ontnomen
wierdc, niec alleen van de belangen, van
duComS Vrankryk tc willen Icheyden, maar ook
d 'E lln d c ! nevens de Staaten de gunftige voorilaagen
Idi“.'"“ ( 0 aanneemen, die hen de Spaanfche Koning
onderde hand had laatcn aanbicden,
achtte dc Franfche Koning de behoudenis
van den Kardinaal zoo volflaagen
noodzaakelyk en aan ’t R y k voordeelig
, dat hy hem nu meer dan ooit te
voore met hct hooge Scaatsbewind geworden
lie t, en zyne boezemvrienden,
ziende hem op zoo zeldzaame wyze
in 't midden zyner zwakheyd over alle
zyne vyanden meer dan ooic zeegepraalen
, deezen penning in 'c lichc gaa-
ven.
(t) Vië da
Cardinal
de Ri-
clielieu.
tome I.
pig. 84.
(31 Vie du
Card, de
Richelieu,
tom. II.
pag 6.
Het borftftnk van den Kardinaal lhat verbeeld op de voorzyde, wier rand omzoomd is mct
deeze tytelen ;
A R M A N D u s J O a n n e s , C A R D i n a l i s , D U X
D E R IC H E L I E U .
A RM A N D J A N , K A R D I N A A L , E N HERTOG V A N
R I CH E L I EU .
Zyn itamnaam was Plelfis, en zynde eerft BiiTchop van Luçon, wierdt hy op’ t aandrtngen der
Koninmnne (i) Moeder Kardinaal, en het L a n d f c h a p R i c h e l i e u om den bezicter door dcn Ko-
ninrr federt tot (3) een Hertogdom verheven. Op de tegenzyde ziet men eenen zieken Leeuw,
doo^ twee kleyne keffcrtjes aangerand ; binnen dit randfchrift ;
P O T E N T IO R H O S T IB U S Æ G E R . 1642-
K R A N K Z Y N D E I S H Y NOG S T E R K E R D A N Z Y N E
VY ANDEN. 1642.
U) Aitte
iniiaaken
van ftaat.
cn oorl.
I l.d e d ,
fol. 819.
(5)Kom-
melyn
Leeven
van Fredr.
Hcudr. .
Il.d e d ,
fol. 118 .
Dc Prins van Oranje, om te voldoen
aan hec Verbond,dac hy door detuflchen*
komftvanden herftelden Kardinaal mecden
Koning van Vrankryk (4) voor den aanftaandcn
veldtogt gemaakt had, lict wel
het Scaatfche ieger in den aanvang van
Bloeimaand omtrent de ichans Voorn vergaderen
, doch vandaar nice voor den
zeventienden ( f ) van Zomermaand op-
brccken. ’c Gene dcn Spaanjaard tyd en
gelegenheyd verfchafte, om tegens de
Franfche grenzen de meefte bezettelingen
van Vlaandre, Henegouwe, Luxemburg,
en Namen vroegtyds byeen te rukken.
Van ’c laatftgemelde Geweft was thans ten
tyde Opperlandvoogd en Hoofdbevelhebber
de Heer Klaude van Lannoy (6) Graaf .
van Lamotterie, en Ridder v a n ’ t Gulden des rau-
vlies. Dees, welke eene Zoon was van
Jakob van Lannoy en Suzanna van Noyel-
Ics, heeft twee Vrouwen gehad: tc wecten,
Maria van Gnernouval, Dochtcrvan
Philips van dien naam, by welke hy eenen
Zoon Philips, Heer van Komtcville geteeld
heefc, die even als zyn Vadcr Lid
van den Raad van oorlog, Hoofdbevclhcb-
berin 'c Ieger van den Koning van Spanje
in Nederland , midsgaders Opperhofmce-
ftcr van den Aartshertog Leopold en Don
Johan van Ooftenryk geweeft i s , en in
dcn veldflag by Duynkerke gequetft zynde
, naamaals in ’r jaarzeftienhonderdacht-
(t)L c cnvyftig, ( i ) verfcheydene kinderen naa-
laatende, is overleeden. Zyne tweede
d^oool. Vrouw was Klaude , Graavin van E ltz ,
4<9- die hem Magdalene Thereze van Lannoy
gebaard heeft. Wanneer dc Hertog van
Arenberg te Madric in de gevangenis ge-
p) iivul fmeecen, en gevolgelyk zyne bedieningen,
yi/.ijj. gelyk verhaald is (* ) , daarvoor in beflag
genomen waaren, zoo wierden deszelfs
Landvoogdy en Hoofdbevelhcbber-
Ichap van Namen aan deezen Graaf van
Lannoy by voorraad in ’tjaar zeftienhon-
derdvicrcndcrtig opgedraagen, en door
hem deu vyfden van Bloeimaand van 1642.
Bruflel derwaart (x) zynde vertrokken , (ziMerc.
hoewel tegens den zin der Rcgeeringe dier
ftad, in bezic genomen. En vermids die [onixx.
deswegen eenige Gemagtigden aan den pag. 317-
Graaf van Aytona zondcn, en dc Hertog
van Arenberg federt in die bewind herfteld
wierdc, zoo is hy eerft, dewyl de gemelde
Hertog in ’c voorgaande jaar overleedc,
met den aanvang van dit tcgenwoordige ,
in dac hooge bcwind volkomen bevcs-
cigd, waarvan de gedachtenis op deezen
legpenning bewaard wordt.
Hcc gekroonde wapenfchild van den Graaf van Lannoy, welke in ’t (3) volgende jaar door de (3)De!ices
dood zyne Bedieninge ontruymde , ilaat omhangen met den Riddcriyken halsband van’ t Gulden
vlies, binnen den zoom deezer tytelen, op de voorzyde: in pagTj
C L A U D E D E L A N N O Y , C o m t e D e L A M O T T E R Y ;
G o u v e r n e u r , E t C A P i t a i n e G e N e R a L D u
C o m t é D e N A m u R .
K L A U D E V AN L A N N O Y , G R A A F V A N L AM O T T E R I E ;
L A N D VO O G D , E N H O O F D B E V E L H E B B E R V AN
'T G R A A F S C H A P N AME N .
De tegenzyde bevat het wapenfchild van Namen, en in den rand dit omfchrift ;
G E C T o ir S d e s E S T A T S DE N A M U R . 1642.
L E G P E N N I N G E N D E R S T A A T E N V A N N AM E N . 164t.
WKommdyn
Leevcn
Vin Fredr.
Headr.
Ii.deel.
fol-116.
Onder deezen, midsgaders Don Francisko
dc Melo, en andere Veldoverften, mids
hec ftilleggen des Staatfchen legers, verga-
derden vroegtyds de Spaanfche benden op
de grenzen van Vrankryk omtrent Y n ch y ,
drie mylen van Hondcourt, met voorneemen
ora de Fran9oizen, die zich onder hec
beleyd van dcn Maarlchalk van Guize, (4)
omtrent een hal/ uur van Chatelet op eene
hoogte aan dc Schelde begraaven hadden,
te verneftelen. Toc dac eynde den zesen-
twintigften van Bloeimaand hec Spaanfche
Ieger in drie deelen des morgens vroeg verdeeld
zynde, toogde Melo naar den vyand,
cu ontdekkende in ’t naderen eeae taamelyke
opening tuiTchen het flot cn dever-
fchanfmg der Fran90izen, iiet hy (y) zyn DKomr
voec-en paardevolk langs dien kant aanval- lSvcii
Ien. En ofwel de ruytery aanftonds wierdt vanFredr.
afgeflaagen , hervattede hy echter den
ftryd,bekwam eenige ftukken die hy tegens fo’i. 117’
zynen vyand keerde, terwyl het andere
deel zyns legers , onder den Hoogbevelhebber
Bek mec dcn derden aanval ook
binnen de verichanfmg raakte. De Fran-
9oizen hielden echter ftand, tot dat de
Spanjaards, door hunne achterhoede onder
Don Karlos Guasko onderfteund , hen
deeden deynzen , en meer en meer ont-
Ihoerende eyndelyk geheel op de vlugc
X x x X joegen.
i-iT
Ì',
' j ;
ic'
M
■ i l l