:;í :
" l í T
I' Ï10
1?
. i
l'll
/ / í ¿ ß
’ fe/'fef :
fe £ ;,|feferi ' í
( i) Brande
Lcev. van
de Ruyter.
fo J .ijó .
( 1) Brandt
L cev. van
íe , Ruyter
fol. 157.
(3) Brandt
Leev. van
de Ruyter
£01.158.
15 59 .
(4) Aitze-
mazaakeii
van ftaat
cn oorl.
IV . dee!,
fol. 143.
’s Daags naa den gewonnen zeeflag
kwaamen dc Nederlandfche íchepen,
die dc foldaaten , de ( i ) lyfcochc ,
den krygs- cn anderen voorraad voerden,
voorKoppenhage; alwaar op ’c gezigc
dicr naderende vloote eene ,juy-
chende vrcugdegalm opging, en de algemeene
nieuwsgierigheydontelbaare menigte
naar den oever lokce, om den onderftand
te zien, die daadelyk onder ’c beleyd van
den Kornel Puchler, tot groote blydfchap
des Konings, wierdc aan laud gebragt.
Welke, verftaande hoe de Admiraal van
WaíTenaar door onpaífelykheyd het te
huys moeft hoadcn, hem z e lf aldaar (x)
bezocht, verwelkomde, wegens de be-
bevochte zeege geluk wenfchte, en op
eene zeer verpligtende wyze voor zynen
betoonden dienft bedankte. Eu dewyl de
Zweeden. verre van hec aangevange beleg
van Koppenhage daarom op re bree-
ken, in hunne krygszugcigc aanílagen dagelyks
voortvoeren, bevaalen dc Vereenigde
Staaten, terwyl z y onder Michíel de
Ruyter eenen tweeden onderftand voor
dea Koning van Deenemarke vervaardigden
, den Admiraal van WaíTenaar met de
zynen ondertuiTchen voor (3) Koppen*
hage te overvvinteren; vermids dc Nederlandfche
matroozen, nevens de onc-
fcheepce landsknechten en krygsvernufte-
lingen aldaar zeer wel te paíTe kwaamen,
om ’c beleg uyc te houden, en de felle
ftormen, die de Zweeden van tyd cot tyd
op dc ftad deedcn, re helpen afflaán. T e
meer dewyl alíe de wateren door de fterke
vorft , geduurende het voorjaar des
jaars zeftienhonderdnegenenvyfcig, zoo
fty f bevroozen waaren , dat men de
grachten tot den grond toe (4) hebbende
opgebyc daarin gecn water vondt; zulks
de ftad in zeer grooc gevaar was van ftor-
menderhand overwcldigd te worden. Dc
Koning van Zweede dierhalven willende
met dit vriczende weder gewin doen,
deed alle zyne krygsvolkeren, als Zweeden,
Lappen, Finnen , leren, Schotten,
Engelfchen, Duytlèrs, en Poolcn , uyc
Schoonen en Funen in Zeeland komen,
om de belegerde ftad mec zyn ganfche leger
over ’c y s van aile kanten tegelyk ce
beftormen. Ten tien uuren dcsavondsvoor
dcn elfdcn van Sprokkelmaand, naar de oude
tydsrekening, wierdc gevolgelyk dc aanval
op drie plaacfen tegelyk, achter hec
Koninglyke îlo t , tegens hec waterbol-
werk en het daarnevens (y) gelegen rave-
ly n met eene fchrikkelyke verwoedheyd begonnen.
Zoodra dit gevecht aanving begaf
zich de Koning van Deenemarke in
perfoon derwaarc, verzeld mec zync
Hofraaden, en voornaamfte Hoofdbcvel-
hebberen, ftelde orde op hec afflaan der
vyanden , en moedigde dc zynen door
zyne tegenwooidjgheyd onophoudenlyk
aan, om onbevreefd den Zweeden het
hoofd ce bieden. En ofichoon de aanval-
iers op die wyze nu een- en andermaal waaren
afgeflaagen, zoo voerden z y echter
telkens weêr nieuwe benden ten ftorm
aan ; totdat mec hec aanbreeken van den (6)
dag ook hun moed begoft te breeken, en
z y eyndelyk, buyten hoope zynde van
deeze zoowel befchermde ftad rc zullea
winncn, met bebloede koppeii en
grooc verlies raocften aftrekken, en nevens
zeerveele gequetften al lier ftorm-
gereedfchap in dc magc des Konings van
Deenemarke laacen; toc wiens eer dicgeld-
ftuk, wegens deeze overwinning, gemunt is.
(s) Aitze-
ma zaaken
van IVaat
en oorlog,
IV .d e d ,
fol. 427.
(6) Aitie:
ma zaalcen
van ftaat
en oorlog,
IV . deel,
fol. 428.
Op de eene zyde zict men door eene hand, die uyt de wolken komt, met een zwaard cene andere,
welkc naar de Koninglyke Kroon van Deenemarke grypt, afhakken; binnen dit randfchrift:
S O L I D EO G L O R IA .
A A N GOD A L L E E N D E E E R .
Wegens
Wegens het daadelyk afilaan van zoo verwocden ftorm, die allccn was aangelegd, om zich van
dc Deenfche Kroon mccIlcr tc maaken, op den —
I I F E B r u a r i í ,
naar de Deenfche tydsrekening : wclke dag daarom ondcr dc Koninglyke Kroon op de zelfde zyde (r) Pfalm
io. ut- rt.iuv.li- ^-juv, iirt.tu UG irtuicii^^cviuciiic ipci- Gij iciicttcr F Cn DeteReiienae -
if. I. c a
■ XXXI.
- ¿.3. en4.
( i) LBoek
Sam. kap
VII. ¿ . l a
F r e d e r i k d e n J I I , ondcr eeneVorftlykc kroon,cn als ruftende op eenen rotsfteen, het zinoe- 1
beeid des hetrouwens (i) op den Godiyken byftand, zooals ook die gewyde (i) Hebreeuwfche 1
byfchrift beveftigt;
E B E N - E Z E R .
S T E E N D E R HUL P E .
Voorts leeft men de w.aarde deezer geldftukken, en hcc jaat hunnir miinnnge in den
rand:
I I I I .M A R K D A N S K E . löyp.
D E E N S C H E F I E RM A R K S T U K K E N . 16(9,
Sc'derc- dcn afgeflaagen ftorm , had*
den de Afgezanten der Vereenigde Geweften
al liim vermoogcn ingcipannen,
ora dcn Koning van Zweede cot vreed-
zaamcr’ gedachten cc beweegen. Doch
z y , cot hun leetweezen , alle hunne
aangevvende poogingen vruchtloos ziende
afloopen , zoo kreeg dc R u y te r ,
die nu met eene tweede vloote uyt hct Va-
derlandinde Zondc gekomen was, bcvel,
(3) Brandt mids hcc t’huyswaarc keeren van den (3)
de Riiyter! gcwordcii. Admiraal van Waflenaar,
fo!.i85. metde opgefchorte vyandlykheden tegens
(4) Brandt Zwccdc CC hcrvatten, cn(4) naar Kiel cot
deTilYe? inneeraen van hcc Dcenlche krygsvolk,
fol. 187*.°^ zeylen. Niec zoodra was de iulcheeping
aldaar verricht, o f dc Nederlandfche
vlooc ging den zesden van Slagtmaand nyt
die rivier onder z e y l, om , waare hec
moogelyk, by Kartcrauude de beraamde
landing ce onderneemen. Toc uytvoering
van dit oogmerk wicrdt gevolglyk nietalleen
die ftad, maar ook dc Zweedfche
ruycery die langs den oever - gefchaard
ftondt, heftig belchoocen. OndertuiTchen
iprong hec Nederlandlehc en Deeniche
krygsvolk uyt de floepen tot hun middel
in ’c w a te r, bereykte den oever, cn
dwong de. Zweeden hun voordeel te vcr-
l!ecv'£^^n ( i ) Karcemunde ce wyken.
dc Ruyter! Doch eerlang wierdc ook die ftad zelve
foi.i^ü. doorde Zweeden verlaaten, en inmiddels
dc medegebragte Deeniche ruytery op Funen
ontlcheepc; alwaar den vierden dag naa
(6) Brandt deezc landing ook de Keyzerfche, Branden-
Leev. van burgfche, cnPooIfchc hulpbenden, met bc-
eenige booten aanlaudden. Met
deezen onderftand vcrfterkt, troknu hct ie*
ger der gezamentlyke Bondgenooten naaf
de Zweeden, die omtrent N y borg, onder ’c
beleyd van den Prins vanSultsbach, cn den
Veldmaarfchalk Stecnbok ftonden, en
verftaande de'aankomft van ’ c verbonden
Ieger, hec hunnen op hec hellen van een
taamelyk langgcbcrgte,achter eene dikke
haagen dicpe gracht, in flagorde fchaar-
dcn. Desonaangezien trokken ’er de
Bondgenooten op aan, en wierdc door de
Deeniche ruytery hec gevechc, op den
vierentwintigften van Slagtmaand, begonnen.
Dc Zweeden, door wauhoop aan- *
gefpoord, dreevcn niec alleen dceze aanval-,
lets terug, maar wierden ook ten deele
meefter van’c Deenfche gefchut; zulks de
Veldmaarlchalk Schak, (7) die over ’t(7)l3«iidf
middenlyf hct gebicd voerde, ook dc 5;"Ru7tei
Nederlandfche ibldaaten beval aan te val- fol. 193.
Icn: ’c gene mec gcvelde picken en zoo onbefchroomde
trcd gefchie'dde^dat'de Zweedfche
rechter vleugel, te vergeeflch een- ea
andermaal getracht hebbende hunne orden
te breeken, telkens op de pieken wicrdt ge-
ftuyc, haare ftandplaats en geichuc moeft
verlaaten, ja zich eyndelyk zclvc op de
vlugt begeeven. De flinker vleugel poogde
zich ondertuiTchen nog in eene naauwte
te handhaaven; doch aldaar insgelyks
door dc Nederlanders zynde aangetaft,
zag z y zich ook ecrlang genoodzaakt om
mede binnen Nyborg re wyken. ’c Welke
te lande door ’ c zeegepraalende leger
ftraks ingeflooten en te water door de N e -
derlandfche vloot, (8) naa ’ [ inneemen
van de Schans Knncshovec, zoo hevig deRuytcf,
V v v v v X be-^®*-'^^
il