
A.
a. Djarak kepier. Ricinus communis L. var.
h » krebo » » » Japara.
^ 3 » » » Madura
d. » kepjar » »
e. » kalappa » rugosus Mill. » Madura.
De wonderboom behoort M'aarschijnlijk oorspronkelijk in
0 -Indie te h u is , doch is thans niet alleen in Indie inheemsch,
maar wordt zelfs in verschillende deelen van Europa, voornamelijk
in Italie. om zijne oliehoudende zaden gekweekt. In
Indie is hij een overblijvende h e e ste r, maar in meer noordelijk
Europa wordt hij een ja arp lan t, die echter in goede zomers
to t zelfs .in Zweden rijpe vruchten draagt. De zaden leveren
de bekende ricinus- of castorolie (Oleum ricini), een algeineen
gebezigd purgeermiddel. Deze olie wordt n it de zaden door
persing verkregen; nadat zij van het nitwendige omkleedsel
ontdaan zijn, worden zij gekneusd en als nu a an d ew e ikm g
eener hydraulische pers onderworpen, waarhij uit de gepelde
zaden ongeveer 40, «/o olie verkregen kan worden. In Engelsch
Indie waar groote hoeveelheden dezer olie bereid worden, geschiedt
dit hij de gewone temperatuur, doch in Italie worden
de metalen persplaten tot ongeveer 40 « C. verwarmd. De
aldus verkregen olie is van een stroogeele k le u r , helder en doorschijnend.
Het verdient opmerking dat terwijl op Java de plant
¡00 welig t ie r t , de afscheiding van olie in het groot voor mtvoer
niet plaats heeft, terwijl toch u it Calcutta bijv. in het ja a r
B 1, t+qUS in 1878 rnim
11887/u0 oonnggeevveeeeir 3o millioen Lite rs en ook u it Italie in 1878 ru im
600 000 Lite rs n a a r E n g e l a n d uitgevoerd w e rd e n , deze la a tste
verkregen uit zaad in de omstreken van Verona en Legnano
verbouwd. Behalve als geneesmiddel wordt de castorolie, voora
de mindere of gekleurde soorten in de zeepziederijen gebruikt
In Indie geschiedt de bereiding van djarakolie (minjak djarak)
door den inlander met zijn gebrekkige hulpmiddelen op zeer
onvolkomen wijze, zoodat altijd een min of meer donker gekleurd
produkt verkregen wordt, hetgeen door den Javaan
hoofdzakelijk als verlichtingsmiddel in zijne palita of wel met
kalk en kapok innig gemengd tot kalefaten van zijne schepen
gebruikt wordt. Cver de olie hij het hoofstuk vetten enz.
B.
a. Zaad van Widjin. Sesamum indicum DG.
b. » » » )) » » van Japara.
fam. Sesameae.
Deze plant wordt sedert ouheugelijke tijden in de tropische
gewesten om haar oliegehalte verbouwd, ook in Europa, in
een gedeelte van Griekenland en Turkije aangekxveekt, maar
het gewas slaagt n ie t, zelfs in het zuiden van Frankrijk. Op
Java komt deze plant zoowel in het wild als verhouwd voor ;
dit laatste heeft vooral in de omstreken der Wijnkoopersbaai
plaats.
In Engelsch In d ië , maar voornamelijk op het eiland Formosa,
geschiedt de aanplant in het groot en het was hoofdzakelijk
uit deze landen dat de invoer in F ra n k rijk , voornamelijk over
Marseille, in het ja a r 1872 ruim 50 millioen Kilogrammen
van dit zaad bedroeg.
De daaruit geperste vette olie k a n , naar men z eg t, in alle
opzichten met de beste olijfolie wedijveren en in Bengalen en
Japan wordt zij in de huLshonding vooral tot die diensten gebezigd,
waarvoor men hij ons hoter gebruikt.
Behalve deze diensten wordt de olie gebruikt als geneesmiddel
bij rheumatisme en bij het verven van zijde.
Over de olie zie bij vet artikel »de Vetten.”
C.
Bidjie randoe. Zaad van den Kapokhoom. Eriodendron
anfractuosum L. fam. Sterculiaceae.
Deze zaden bevatten eene groote . hoeveelheid vette olie, die
er door persing u it verkregen kan worden en door de inlanders
tot lampolie gebezigd wordt.
-f.,:.