
•! . Î.ÏJ
•1
Deze wortel eii liet daaruit bereide meel ziju iu West-Indie
een lioofdvoedsel voor de bevolkiiig, dat ook door de I,uro-
peanen niet versmaad wordt. Zij komt ook sints onheiigelijke
tijden op Java voor, alwaar zij van China ingevoerd schijnt
te zijn, maar tot nog toe heeft de Javaan niet die partij getrokken
van de plant als men billijkerwijze verwacliten moclit.
Cfschoon men er allerwege paggers (heiningen) van maakt en
nil en dan ook wel de wortels als spijs n u ttig t, is liet er echter
verre van dat zij als een hoofdvoedingsmiddel aangeplant wordt.
Tot nog voor korten tijd werd zij uitsluitend voor de inland-
sche m a rkt, voornamelijk in liet Dantam.sche verbouwd, van-
waar zij dan veelal naar Batavia gevoerd werd om na gekookt
te zijn, aldaar aan de warongs als versnapering verkocht te
worden. Sints de laatste jaren wordt zij echter op de Costknst
van Sumatra in het groot voor de Europeesche markt aangekweekt
en het daaruit hereide meel over Singapore naar
Frankrijk gevoerd, waar het voornamelijk in weverijen ge-
hruikt wordt.
Amn de plant zelve bestaan twee varieteiten, waarvan de
eene, die rauw uiterst vergiftige eigenschappen heeft, de
bittere cassave genoemd wordt, terwijl de andere variëteit,
die onschadelijk is, den naam van zoete cassave d ra agt; bij
verhitting gaan echter die vergiftige stoffen verloren en beiden
zijn eetbaar. Tot nog toe verkeert men in het onzekere om-
ti-ent den aard dier vergiftige stof. Sommigen hehben gemeend
die aan blauwzuiir te moeten toeschrijven.
In Z.-Ainerika wordt het meel na kneuzing van den wortel
op dezelfde wijze als dit hij o n s bij den aardappel geschiedt, er
nit afgescheiden en in deu liandel onder den naam van tapiocca
gebracht. Cp dezelfde wijze geschiedt dit thans op Sumatra.
Cebi k e t e h l a of k e t e l l a of Chi dj awa .
B a t a t a s e dul i s . Clio is.
a. Knollen van deze plant.
b. Aleel uit den wortel.
Deze plant komt in Indië in liet wild voor, doch wordt
om zijne eetbare wortels veel verbouwd. Omtrent de afkomst
is men nog in hot onzekere, daar het gevoelen van sommigen,
als zoude zij uit Amerika afkomstig z ijn, reeds door Rumphius
in twijfcl werd getrokken, daar liij deze plant reeds in de
meest woeste oorden van de Aloliikken vond. De knollen zijn
langwerpig van vorm, zoetaehtig van smaak, zeer voodend
eu bevatten eene groote hoeveelheid zetmeel. zoo zelfs dat
van een baoe eene maand na het planten 500 kilo zetmeel
vekregen wordt.
Voor liet invoereii van den aardappel in Europa werden deze
knollen in Spanje en de Canarische eilanden verhouwd, reeds
in aaiimerkelijke hoeveelheden naar Engeland gevoerd, waaraan
men het bij geloof hechtte dat deze wortels , als voedsel g eb ru ik t,
ouden'van dagen wederom nieuwe krachten verleenden. Door
den aardappel is deze aanplant geheel verdrongen op genoemde
plaatsen.
Zooals gezegd is, worden de knollen van deze kruipende
plant als aardappeleii door den inlander genuttigd, terwijl hij
de jonge nitspriiitsels als salade eet.
Ko emi l i k e n t o n g . Co l e u s t i i b e r o s u s Bth.
J a V a a n s c li e a a r d a k e r.
Wortel van deze plant.
Deze plan t, wellicht van Malakka afkomstig, wordt thans
veelvuldig in den Indischen archipel om zijne eetbare en
voedzame wortels verbouwd. Deze zijn rond, knollig van
vorm en worden afgekookt, evenals bij ons de aardappelen,
door den inlander gaarne gegeten.
j ■ 'r., ,
I',"*
P«-' 13
"■ 'i : ' i n
li’
L i l
%ilHin
»TL
}}■
iu
i* "'V '