
I i ï
m u s Dr a c ü Wi l l d . ( D ae mo n o r h o p s Dr a c o Ma r t . ) ,
de D r a c a e n a Dr a c o L. en de P t e r o c a r p n s Dr a c o L.
Met zekerheid weet men slechts,. dat de C a l am u s Dr a c o
het drakenhloed oplevert. Deze boom behoort tot de zoogenaamde
Rotan-palmen, wordt in het Maleisch Djernang
o-enoemd en aangetroffen te Palemhang, Djambi en P n am a n ,
voorts op Java, Borneo en waarscliijnlijk ook op vele der
Sunda-eilanden.
In het Museum zijn mon.sters Drakenhloed van Java,
Sumatra en Borneo.
Afscheiding. De schalen der vruchten in njpen toestand
zijn bedekt met een roode hars, die in zoo groote mate aanwezig
is, dat de schalen nauwelijks meer te zien zijn. De
hars wordt verzameld door de vruchten in een zak te kloppen
; de schalen en andere deelen der vrucht worden dan
verwijderd en de hars zacht verwarmd, zoodat zij week en
tot stukken of hallen gekneed wordt.
Eigenschappen en samenstelling. Het drakenhloed is rood
van kleur, zeer oplosbaar in de gewone oplossingsniiddelen
van h ars, zooals in alcohol, benzol, chloroform, zwavelkoolstof,
zuurstofhoudende ætherische oliën. In aether is het weinig
oplosbaar. Het lieeft een zoetachtigen, eenigszins scherpen
smaak, smelt op ongeveer 120 ° C ., onder ontwikkeling van
dampen van henzoêznur.
Het bestaat nit een eigendommelijke h a rs, wellicht samengesteld
volgens de formule C. oH^ oO* ; ™°rts is er een
weinig eener olieachtige vloeistof en kaneelzuur in gevonden.
Bij verwarming heeft men in de destillatie-producten aange-
toond: benzoëzuur, aceton, toluol, dracyl en styrol.
Uitvoer. Het drakenhloed wordt in groote hoeveelheid van
Bandjermassin uitgevoerd naar Singapore, Batavia en China.
Toepassingen. Het wordt als kleurmiddel van pleisters en
tandpoeder en, in de nijverheid, van vernis gebruikt.
Stoklak en gomlak.
14. Onder stoklak verstaat men het product eener schildluis,
de Coc cus l a c c a , welke in O.-Indie leeft op de takken van
verscheidene plan ten , die een harsachtig sap bevatten, zooals
de F i c u s r e l i g i o s a L. en F i c u s i n d i e a L., de Cr o t o n
l i i cci f er i im L. en de Bi i t e a f r o n d o s a Roxb. Dediertjes
hebben de grootte eener lu is , zijn rood van kleur en leven in
groote hoeveelheid bij elkaar, ziiigende op de takken der genoemde
boomen. De bevruchte wijfjes zwellen tot een hlaas op , die
met roode vloeistof gevuld schijnt, waarin zich later delarven
ontwikkelen. Gedurende haar leven zweeten de wijfjes eene
harsachtige massa u it, die zich langzamerhand zoo ophoopt,
dat zij de diertjes geheel omgeeft. Men verzamelt de takjes,
waarop zich de harsklompen met de ingesloten diertjes bevinden
en hrengt deze in den handel onder den naam van
stoklak. Verwijdert men de takjes, dan wordt de overblij-
vende hars gomlak genoemd.
Het stoklak wordt in C.-Indie en wel voornamelijk in Bengalen
längs den Ganges en in Siam verzameld. De voornaamste
haven van uitvoer is Calcutta.
In het Museum zijn monsters stoklak en gomlak van Java
en Sumatra.
Het gomlak dient tot de bereiding van twee kleiirstoffen,
de lak-lak en de lak-dye en van een h a rs, het bekende
sehellak.
Lak-dye wordt verkregen door het gomlak met een slappe
oplossing van soda uit te wasschen en de vloeistof dan met aluin
neder te slaan. Hetgeen na het uitwasschen met soda overblijft,
wordt gesmolten, gezuiverd en in plaatjes gegoten; deze hars
noemt men sehellak. Lak-lak is een minder zuivere soort van
lak-dye.
Toepassingen. De genoemde kleurstoffen worden in de zijde-
en wolververij gebruikt; sehellak dient tot het maken van
vernis en van zegellak.