
Urt icaccae.
115. A r io car i ) us p o in i I'o r in i s T. ot B.
M. Tewoe laiidoeh.
Aanwezig:
a. lie vruclit op spiritus.
Deze veelvuldig op Java voorkoniende boom levort geen
cetbare vruchten, doch een grof roodachtig gekleurd hout,
dat voor huishouw gebruikt, doch spoedig door witte mieren
vernield wordt.
Zie hierover hij de ,,lloutsoorten” .
11 ti. A r 1 0 c a r p u s i n t e g r i fo 1 i a 1,.
i\F. Nangka.
Aanwezig :
a. de vrucht op spiritus.
b. gekleurde afbeelding der vrucht;
fotografische » » '*>
Van dezen, door geheel Voor-liidie, den Oost-Indischen,
Archipel en op de Stille Zuidzee-eilandon voorkomenden hoogen
boom, worden de vruchten gaarne gegeten, ofschoon zij voor
den pas in Indie aangekoinen Eiiropeaan een to sterken, min
of meer naar vluchtig vetzuur zweemenden reuk bezitten.
Do zaden worden door den inlander geroost genuttigd.
lie t melksap vormt eon vogcllijm, die ook gebezigd wordt
oiu ratten te vangen.
Het hout is geel gekleurd on wordt voor ineiibels aangewend.
117. Ar t o c a r p u s p o l y p h e m a P e r s.
M. TJampcdak.
Aanwezig :
a. fotograiische afbeelding dor vrucht.
Nog andere soorten van dit geslaeht, h. v. Artocarpns
incisa L. (Soekoe of hroodboom), verdienen hier vermeld
te worden.
118. U r o s t i g m a I n c e s c e n s Miq. =
Fi c n s i n f e c t o r i a Roxh.
M. Pohon Loa.
Aanwezig:
a. de vrucht in was geboetseerd.
De vrucht {boewa Loa) wordt voornamelijk door herten
gezocht en gegeten.
De inlander gebruikt ze somwijlen ook tot het bereiden
van roedjak.
Giietaceae.
119. G n e t n m G ne mo n L.
M. Meniengo of Maniendjoe.
Aanwezig:
a. de vruclit op spiritus;
h. Een tros vruchten in was geboetseerd.
Deze boom komt over den geheelen Indischen Archipel,
de Philippijnen, Mariannen enz. in het wild voor, doch wordt
in die streken ook veelvuldig aangekweekt.
De jonge bladeren en vruchten worden, gekookt zijnde,
gaarne als groente hij de rijst genuttigd.
Uit de hastvezels kan een sterk en duurzaam touw vervaardigd
worden.
Miisaceae.
120. Mu s a Cl i f f or t i a n a L. var. a s p e rma .
M. Pisang kapok.