
handvormige afvallende bladen en talrijke witte of roode
bloemen, die vóór de bladen ontluiken. De wollige stof die zich
in de vrucht ontwikkelt, heeft dezelfde eigenschappen als de
kapok. Zie volgende soort.
KAPOK.
45. Eriodendron anfractuosum D. C. (Bombax pentandrum L.). —
Kapok, Randoe.
Overal in N. Indie aangeplant Oost-en West-Indie, tropisch
Afrika. Een hooge boom met recht opgaanden stam (in de
jeugd doornig), horizontale takken, handvormige afvallende
bladen en witte bloemen. De vruchten zijn langwerpig en
brengen een massa wollige .stof voort, die als kapok hekend is.
Deze nuttige boom wordt op Java meest hij de woningen
der inlanders gevonden, groeit snel en draagt hinnen weinige
jaren vrucht. De boomen worden ook längs de wegen geplant
om als levende telegraafpaleu te dienen.
De wollige stof der vruchten wordt meer en meer een geacht
handelsartikel. Zij dient voornamelijk voor opvulsel van meubels
en kussens en is daarvoor geschikter dan andere vezelstoffen
omdat zij altijd luchtig blijft en niet opeenpakt. De
proeven om haar te spinnen zijn wegens de kortheid der vezels
nog niet gelukt. A'oor bereiding van schietkatoen en van zoo-
genaamd halfstof in de papierfabrikatie wordt zij toegepast.
Volgens Dr- Franz von Höhnel te AVeenen is de kapok het
heste materiaal voor opvulling, weinig minder in hoedanigheid
dan het echte dons. Zij bestaat uit 0,5 tot 2 cM. lange zijdeachtig
glanzende vezels van geelwitte kleur en onderscheidt
zich door haar glans, haar kortheid en geelachtige kleur licht
van katoen.
Vooral in Australie is de vraag naar kapok zeer toegenomen.
De invoer bedroeg aldaar in 1886 500,000 Kilo. Uit Java alleen
werden er te Melbourne ingevoerd 7995 halen ter waarde
van M 22.600.
Uit een vergelijkend onderzoek omtrent de vulwaarde van
Engelsch-Indische en Java-kapok is gehleken dat men met 20
pond Java-kapok hetzelfde kan doen als met 29 pond van het
Eng.-Indische product. Daaruit volgt dat de bedden enz. met
Java-kapok gevuld en ook de andere daarvan gemaakte artikelen
veel lichter en gemakkelijker te behandelen zijn. (Ind.
Mercuur 1886 N°. 38). De Javaansche kapok is beter gezuiverd
en in drie kwaliteiten gesorteerd. De halen met ruwe kapok
krijgen door het zware persen een bruine kleur, doordat de
zaden hunne olie afgeven.
De uitvoer van kapok uit Nederl. Indie bedroeg in 1884
/521,915, waarvan voor /346,815 naar Nederland.
K a p o k in he t Museum.
1 .
2 .
3.
4.
5.
Kapokvruchten, Probolingo.
ongezuiverd.
Salatiga.
Handelsmonsters in 3 nummers.
Werktuig om kapok van de zaden te zuiveren.
De behandeling van dit werktuig is als volgt: Na de wol
van de buitenschil ontdaan te hebben, worden de zaden, waar
de wol luchtig omheen zit, in een mand of kist geworpen.
Vervolgens neemt men een bamhoe-latje, lang ongeveer
Meter en hevestigt er aan het einde twee kruisgewijs verhon-
den latten van 1 dM. lengte. Dit horizontale kruis wordt boven
op de kapok geplaatst en door beweging der lat tusschen de
handen in draaiende beweging gebracht. Hierdoor komt eerst
de hoven-oppervlakte en daarna de meer beneden liggende
kapok met- het kruishout in aanraking, waardoor het zaad
losraakt en allengs op den bodem der kist of mand valt. Is
de hovenlaag aldus gezuiverd, dan neemt men die kapok er
uit en plaatst die elders in de zon te drogen, zorgdragende
dat de wind de uiterst lichte vlokjes niet bereiken en mee-
voeren kan.
Aldus gaat men voort, telkens den gezuiverden vooi’raad
in een andere kist overbrengende om gemakkelijker en beter
de overblijvende kapok te kunnen bewerken, tot men slechts
pitten in de eene en gezuiverde wol in de andere kist verkregen
heeft.
Op Java is een van rottan gevlochten vuillinnenmand zeer
geschikt voor de kapokzuivering, kunnende de wind door de
2*
1'
ul