
rn
erkend, van Fransch-Guiana de rivier de Marowyne en van
Brazilië het Toemoecoernaque-gebergte.
De bewoonde gedeelten van Suriname worden verdeeld in
districten, namelijk: de hoofdstad Paramaribo met hare bui-
tenwijken en gronden, voorts Boven-Cottica, Perica, Boven-
Commewijne, Commetewane, Matappica, Beneden-Cottica,
Beneden-Commewijne, Boven-Suriname, Beneden-Suriname,
Boven-Para, Beneden-Para, Boven-Saramacca, Beneden-Sara-
macca, Nikkerie, Coronie en Marowyne.
De West-Indische eilanden beslaan eene oppervlakte van
20,5 vierkante geographische mijl.
Bevolking. Be bevolking bedroeg op het einde van 1886, de
P)0schnegers en Indianen daaronder niet begrepen, 56869 zielen.
De getalsterkte der bevolking op de eilanden bedroeg in 1886 voor;
Curacao.................................. 25203
Bonaire.................................. 4043
A ru b a ..................................... 6579
St. Martin (Ned. gedeelte) 4526
St. Eustatiu s....................... 2312
Saba....................................... 2458
Totaal 45121
Nijverheid. Wat de delfstoffen betreft, is Suriname enkel
van belang wegens de goudontginning, waarvoor alleen in
1886 werden verleend 331 concessiën; de grootte der gezamenlijke
concessiën in hectaren uitgedrukt bedroeg op het
einde van 1886;
in Boven-Suriname , . . 276587,295
» » Saramacca.. . 72162,9
aan de Marowyne . . . . 63529,5
» » Tempati 400
» » T ib iti..................... 200
Totaal. . . . . 412879,695
Op de eilanden Curacao en Aruba is de exploitatie van
phosphorzure kalk het belangrijkste, zooals later zal worden
beschreven ; daarop volgt die van het zout, dat uitgevoerd
wordt van Curaçao, Bonaire, Aruba en St. Martin.
Landbouw. De hoofdproducten, die door Suriname worden
opgeleverd, zijn het suikerriet en de cacao; daarop volgen
bananen, maïs, kokosnoten, aardvrnchten, koffie, rijst. De
vruchtbaarheid van het land is zoo buitengewoon, dat men
deze reeds in de vorige eeuw door vele schrijvers vindt geroemd.
Vele producten van het land behoeven slechts te worden
ingezameld, zooals de bokkenoten, die een uitmuntend vet
opleveren, balata, hars- en gomsoorten, onder welke laatste
er zijn, die de uitstervende Arabische gom kunnen vervangen ;
voorts looimiddelen, houtsoorten enz. In vele opzichten gaat
echter Suriname achteruit, want het is niet alleen de suiker-
industrie, die kwijnend is, maar katoen, koffie, maïs, arrowroot,
rijst, indigo werden vroeger in veel grooter mate geteeld dan
th an s het geval is.
Zoo .vestigt Jhr. Mr. W. Elout van Soeterwoude in zijn
onderhoudend geschreven boekje »Onze West” de aandacht
op de tabak, het bromelia-vlas en de rameh, waarvan de
cultuur in Suriname uitmuntend zou kunnen gelukken. Maar
of er alles al gemakkelijk kan groeien en men mist de werk-
krachten to t beplanting en tot inzameling, dan helpt de
wonderdadige vruchtbaarheid van den bodem niet veel ; dat
gebrek aan werkkracht is voornamelijk daaraan te wijten,
dat de Negers zich aan geregelden arbeid onttrekken.
Onder de houtsoorten zijn er vele van uitmuntende qualite
it; sommige zijn voor meubelen zeer geschikt, andere
kenmerken zich door groote hardheid, weder andere door
een groote duurzaamheid^ zoodat zij langen tijd aan ongedierte
wederstand bieden. Der vermelding waardig zijn bruin-
h art, groenhart, locus, bolletrie, bijlhout, ceder, wane, krapa,
ijzerhart. Ik behoef slechts te wijzen op de brochure van
Jhr. 0. A. van Sijpesteijn, Oud Gouverneur-Generaal van
Suriname, getiteld: »Over Surinaamsche houtsoorten” , waarin
men 77 houtsoorten meer of minder uitvoerig vindt beschreven.