
eigenschappen der vrnchten, wier sap ontsteking veroorzaakt
en op de hiiid hlaren wekt; op de oogen kan hetsapblind-
heid te weeg brengen. De rook van bet hout brengt ook
die vergiftige werking voort.
Zic als tegengift de Bignonia Leucoxylon L. op bl. 48.
Aanwezig :
a. het zaad, dat volgens opgave van den inzender geen
vergiftige eigenschappen zou bezitten. Bonaire.
111. Hura crepitans L.
Synon . : Postentrie of Zandkokerboom (Surin.), Sandboxtree
(Eng. G.).
Groeiplaats : Gniana.
Aanwezig:
a. het hout (collect, v. S.), dat wegens de vergiftige werking
van het melksap, dat uit den boom vloeit, zelden gebruikt
wordt.
112. Ricinus communis L.
Sj'non.; Krapatta-boom.
Groeiplaats: inheemsch in 0. en W. Indie en in Zuid-
Amerika,
Aanwezig :
a. de ricinus-olie, ook /irapoi-o/ie genoemd, verkregen door
uitpersing van het zaad, lichtgeel van kleur. Curaçao.
Zij is reeds beschreven in den Catalogus 2® dee),
le stuk, bladz. 13.
113. Cassare en tapiocca.
Deze lichamen zijn afkomstig van drie planten, namelijk
de Jatropha Manihot L. (Manihot utilissima Pohl) of de
bittere cassave.
de J. Janipha L. (Manihot Janipha Pohl) en de J. Aipi
(Manihot Aipi P oh l), beide bekend als zoete cassave:
Deze planten dragen ook den naam van Maniok en zijn
inheemsch in tropisch Amerika; zij worden ook veel gekweekt
in tropisch Afrika en Azië en we! voornamelijk wegens de
groote hoeveelheid zetmeel in hare wortels aanwezig. De
wortel der zoete cassave kan zonder nadere toebereiding
gegeten worden, dan dat men hem in asch roost of in water
kookt; de wortel der bittere cassave daarentegen bevat een
vergiftig melksap, dat eerst door uitpersen, wasschen, drogen
on roosten moet worden vei-wijderd; de dan ovei-blijvende
massa draagt den naam van Couac.
Als men het geraspte moes niet laat drogen, maar terstond
■op ijzeren platen verhit, dan ontstaat er een soort van beschult,
dat den naam draagt van cassave-beschuit, of cassave-hrood.
Het fljne zetmeel, dat zich na het uitwasschen met watei-
uit het afwaschwater afzet, draagt den naam van tapiocca
of van Braziliaansch arrowroot; hetgeen zich later afzet en
bestaat uit zetmeel met plantenvezels verontreinigd, wordt
cassave of mandiocca genoemd.
Van de monsters in het Museum werd doör den Heer
•Steenstra de volgende samenstelling gevonden :
Couac. Cassave.
■zetmeel, cellulose, enz........................ 70.94 73.44
eiwitstoffen............................................ 5.96 2.86
suiker en dextrine............................... 8.70 5 .—
vet 0.15 0.20
■zouten.................................................... 0.40 0.48
water 43.85 18.02
100.— 100.—
Het zetmeel der bittere cassave werd gemiddeld samengesteld
gevonden uit:
zetmeel enz............................................. 84.65
minerale bestanddeelen...................... 1 3 5
water..................................................... 44.—
100. —
De monsters in het Museum zijn onder de volgende be-
naraingen ingezonden:
«. Zetmeel van Manihot utilissima Pohl, ook genoemd
valsch arrowroot. Suriname.
b. Couac uit de bittere cassave.
C. Stijfsel van Maniok (Manihot utilissima Pohl). Suriname.
d. Tapiocca van Manihot utilissima Pohl. Suriname.
e. « n Jatropha Loeflingii (J. Janipha L.). Britsch
Gniana.