j l r y
îi; ii
I 'i Ì
ri 'iii::
. i’l I
ilYf
:T
il-4
iJ
i; I
ir'i
I j fi
ri?V^
m
lil
•1047.
118
1040. Ak'Iioriiea cordata .Mull. (Pseudolrewia inacroidiyllaMiq.) —
K i- tja lo e iiij S. .iava, Hali.
lie t lioiit liccf't geen waarde. De bladen leveren een geneesmiddel
tegen buid-uitslag. 1, 381.
Trevvia uudillora L, -- liin OÌKJ S. Binoeng ¡matjoeng S.
Kajoe tanah Jauii|i. Vour-lndie, Jieiigalon, Z.-liidie, Birma,
Cev’loii, .lava, Sumatra, llivieroevers en vochtige plaatsen.
G.B.
Groole, recbtop groeiende boom met zaebte, witgroene scbors, lang
gesteelde bladen en geelgroene bloemen. Met bout is witachtig, ge-
strekt van draad, vrij taai, zonder duidelijk kernbout. AVordt in Britsch-
Indië voor de inlandsche trommeu en landhouwgcrcedsehaiipeu gebrnikt.
I . 378.
Macaraiiga bancana Mull, (racbysfeiuon baiicanus Miq.). —
M e n g k r a n g . M a n g . Banka, Palembang. ■— I, 382.
M. javanica Mull. (Majqta javanica Bl.). — Mengkrang.
V in , 454.
M. .Mappa Mull. (Mappa moluccana Spr.). — M a d a n g
d a im n a r . T o ta r a p a le iz o n g M. Toetooj) a n tjo c r . — XIV, 414.
M. i (.Mappa taiiaria Spr.). — S a p ie q o e d a n . Sumatra
^ b j a . tamelijk hard bont; wel geschikt voor timmerhout. v .H .
XVI, 288. 289.
M. J (Rottlera glaberrima Hssk.;. — Java. K.li.
VIII, 449.
M. liispida Mall. (Rotdera blsi.ida Krz.). - lla lo k e d a u n
b e sa r . Ambon. K.B. — Vlll, 488.
M. sp. — Sajich. Sumatra.
Dit bout is vrij iijn van vezcl, docli nict bard. Het is gescbikt voor
timmerhout, doili de Alaleier gebruikt het slechts voor het maken vau
windmolentjes. Ook levert deze boom getah. v. H. XA'l, 287.
Tot dit geslacbt bebooren waarscbijnlijk;
M i jr a k Borneo. B a li e k a n g ie n .
A’oor roeispaiien. 1 , 373.
Bolang-ilang. Celebes.
A’oor verschillende materialen bij buisbouw. I , 374; IV, 57.
BeiineUia filiforrnis Mull. {Galearia se.ssilis Z. el M.). —
B a lo iig a h . B a lo n g k a jo e S. D ja n d je u r ta k k o S. Java. G.II.
A’oor buisbouw. De vruchten zijn eetbaar. 1, 389.
1048.
1049.
1050.
1051.
1052.
1053.
1054.
1055.
1056.
1057.
119
1058. Geloiiinm giomernlatum Eudl. — Danglot J. Kinauk S.
Java. K.B.
Groeit liefst öp kleiaclitigen grond tot de hoogte van 20—25 voet;
het hout is geelachtig van kleur en wordt m e e s t d o o r de Javanen voor
piekstokken en andere kleinigheden gehezigd. v. liees Een goede en
voor velerlei doeleinden bruililjiire houtsoort, licht, liing van vezel,
duurzaam , veerkrachtig en taai. Zij komt slechts in middelmatige afmetingen
voor V. M. I , 375; II, 31; XA’I I Ia , 2.
1059.
1060.
1061.
1062.1063
1065
G. obtusum Miq. — Panties. Sumatra.
A'oor huishouw. I , 376.
Carumbium populneum Mull. (C. populifolium Rnw.).
Karoembi. Bodie Sum. Java, Sumatra. G.B.
Een zware hoom van ongeveer 90 voet lioogte. Hij komtyoor in de
lagere bergstreken van AV.-Java eu op Sumatra. Het hout is zeer njn
en zacht en wordt voor planken hij huishouw gehezigd. De hast dient
voor zwart verven Soort. gew. 0.430. I , 380; A', 110.
Excaecaria baccata Mull. (Stillingia paniculata Miq.). •
Boedie saloe. Sumatra, Lampongs. G.B. — ATII, 459.
.
E. iiidica Mull. (Sapinm indicum Willd). — Java en Oost-
Indie. G.B. — VIII, 471.
Elateriospermum Tapos Bl. — Tapoes. 2'apos. Pra. Java,
Riouw. — VIII, 470.
E. spec. — Pradoeng. Banka. G.B.
Goed timmerhout. 1 , 964.
D A P H N 1 P 11 A-1.1. A C E A E .
1066. Daplinipliyllum glaucesceiis \i\. — Soesoen. Madang soesoen
M. Tjepogo. Sumatra.
Hont week , lieh t, weinig duurzaam. grauwachtig w it , yoor >
muurplaten, dwarsbalken en ander binuenwerk, niet voor stijlen. 1 , 867
XA’IIK . 17.
■.■rii k
I a*f
#■ : ;i.
J liiP