
M a g n o l i a c e a e .
8. Talanm.i Candollei Bl. — Tjoendjoeny. Tjocntjoen bao. Tj.
ivange S. Java; ook in tuinon gejilant.
Levert verf- en looistof. I I , 94.
9. T. Kuiniillii Bl. — Tjampaka oetan M. Thaas Tons. Ambon,.
Celebes.
Voor materialen bij huisbouw. ('. I , 236.
10. T. rubra Miq. — Madang tjampago, M. taloen M. Sumatra.
b'iju en niet hard; gebruikt voor bet maken van taboew’s , de groote
trommeu, die men onder een afzonderlijk dak naast de huizen der hoofden
aantreft. 1. 237; XVI, 167.
•II. T. gigantifolia Miq. — Kajoe hanin Sum. Banio Sum. Sumatra:
bergstreken boven 300 M.
Zeer hard, zwiuiv, donkerroodhriiin; voor allerlei timmerhout, als
stijlen, dwarsbalken enz. geschikt. De lauge stammen geven halken van
15 M. Van de wortels worden sehotcls voor het goud wasschen gemaakt.
V.IL XVI, 32—33; XIV, 381; 1. 839.
12. Aromadendrou elegaiis Bl. —■ Ki-loengloeng S. Djalalrang.
Madja S. Java. G. B.
Boom van 50—60 voet. Hij komt voor in de Preauger landen, l e zone.
Iiet hout, in geaardheid overeeukomende met dat vau sommige Cupu-
lifercn, is lieht, doch ook niet duurzaam, evenwel zeer bruikbaar iu den
huisbouw. Soort. gew. 0.472. AY. Hot bout is bijzonder sterk en voor buiabouw
en meubolen geschikt. lls s i . De schors is bitter aromatisch. 71/7^. V, 115.
13. Maiiglielia Smiiatraiia Miq. — Madang knladi.
Zeer licht en zacht, grof van vezel, granwacbtig; voor buiabouw, meer
voor plaukeu, dwarsbalken en biunenwerk. ('. 1 , 242; X , 18; XIV , 4 1 6 ,
513; XVI. 189.
14. M. glauca BI. — Baros J. Java. G. B.
Goed bouw- eu inenbelhont, zeer geschikt voor fijn werk. X V I II, C, 3.
15. Michelia Gliam|iaca L. — Tjampaka. Tjampakka M. S. Tj.
foeroe Tons. Over gebeel Indiii tot op den Himalaya; Soenda-
eilanden, Molukken, Timor, enz. G.B.
Het spint ia fijn, wit en wordt voor huisraad en huffeljukken gebezigd.
Iie t hout is zwart en levert fraaie scheeden voor wapens, ook geschikt
voor nieuhels, als men stukken heeft, die groot genoeg ziju. De bloemen
worden om baar aangenamen geur veelvuldig als sieraad gebruikt. Ook
welriekende zalven worden er mede bereid. I , 238; IH , 55 ; XIV , 629 ;
XVIHa, 18.
10. M. Cliampaca L. v. pubiuervia. — Tjampaka warna. Ill, 33.
17. M. montana Bl. — Bjalatrang of Tjampaka goenoeng S. Madang
tjampaka. Java, Sumati'a. G. B.
Zeer goed tiramcrbont. C. 1, 239 ; X V I, 203—204.
18. M. lanuginosa Bl. (M. velntina Bl.) — Mangliet S. Tjampaka
boeloe S .lava. G. B.
Zeer goed timmerliout, (!. I , 240.
Tot deze lamilie beliooren waarscliijnlijk:
19. M. sp, ■— Tjampaka edja. Celebes.
Ilout van‘weinig waarde. I , 244.
20. „ „ — Tjepoko sikar. Java.
Tamelijk goed hout. C. I , 243.
Ì, — Wasian. Celebes.
Voor materieel bij buisbouw. C. 1, 241 ; IV , 10.
,, — Tjampaka oetan. Menado. — T. IV, 21; XIII, 94.
» — „ /’oeroe. Menado. — S. gew. 0.53. XIII, 51.
24. Unona (lasymaschala Bl. — Medang andjolai. Sumatra.
Het bout is hard en duurzaam, fijn en buigzaam van vezel en zeer fraai
en glanzig. Gebruikt voor huisbonw. De vruchten dienen als aas om
Argusfazaiiten te vangen. v. II. X V I, 162.
25. Saccopetalum Horslleldii Binn. — Kalak gadang. Kediri.
X l l la , 6.
2 1 .
22.
23.
A n o n a c e a e .
20. Uvaria purpurea Bl. v. Hava Scheff. (Uvaria flava T. & B.).
Limang Bk. Kadjang kadjoeng S. Kanjoeng J. Samang Bk.
Larep poeti Sum. Akar sengkarang. A. sekarang Bk. Scheff.
Obs. III. Akar koebang Sum. S. II.
Tamelijk bruikbaar bout. C. I , 247.
27. //------(U. macrophylla Rxb). — Kenonga. Voor- en Achter-
Indiii, Java. S. H.
Als de vorige. Spoedig aan bederf onderhevig. v. M. I I , 60.
28. D. spec. — Wankol. Celebes.
Bij huisbouw te gebruiken. C. I , 248; IV , 32.
Ilf