
i ri
: f.
743. S. nilidiiiii 151. — N J a lo e .1. .Tava, Haiika. G.B.
Goed tiniiiierliüut. Voor liids-, doch niet voor scheepsbouw. In water
niet diuirzaimi ; barst gemakkelijk ; komt voor in lengte van 8 el op
0.40. Het laat zieb goed bewerken en komt in aard overeen met
notcnboomcnhout. Tijdsch. /¡eew. V. I , 659; VI, 17.
744. Achras Sapota L. — S m i io - m a n ii la . K a jo e s a w o . Afkorastig
uit Trop. Aiiiorika cn iii Oost-Indië gekweekt. G.B.
Een groote boom met roodbruin, hard, zwaar en zeer duurzaam
hout (Bullet- of Bully wood Engelsch ) en zeer smakelijke vruchten.
H I , 36; V l l l . 36; X V IIIi, 22.
745. Palaquium Gutta Pierre. (Isoiiaudra Gutta Hssk.). - I ) a -
d a it w Banka. D jn t o e k d a w io n Borneo. N ja t o e en N ja t o e
d o e r ia n M. B o e lia n te m b a g a M. B a l a m te m b a g a Sumatra.
G e ta h - jie r tj a -b o om . Sumatra, Borneo, Celebes, Malakka,
Rionw, Banka cnz. G.B.
Eeu groote boom met lederaeMige bladen. Ilout zeer zwaar, taai,
bjn, veelal donker roodbruin, voor huis- en scheepsbouw, meubels,
stokken enz. zeer gescbikt Door insnijdingen in den stam verkrijgt men
het melksap, dat uitgekookt en gedroogd de Getah-pertja vormt. Door
de roekelooze verzameling dezer stof door de inlanders, verminderen
deze boomen meer en nicer in aantal. Proefneiningen tot aanplanting
en geregelde aftapping der boomen zijn aanbevolen. Wegens zijne nuttige
eigenscliappen verdient deze boom wel de aandacht tot aanplanting.
1 , 622; A'l, 51. Zie Tijdschr. v. Nijv. 1884, bl 301.
746. (Palaquium) Isonandra Lampoiiga Miq. — K a lim a n g g o e n g .
Sumatra.
Voor buisbouw gescliikt. 1 , 663.
747. Palaquium rostratum Burck. (Isonandra rostrata Miq ). —
N ja t o - p is a n g . Banka.
Voor huisbonw. I , 664.
748. Bassia sericea Bl. — D je n g k o l. Java. G.B. — III, 110.
749. Mimusops acuminata Bl. — D j i n g k o k S J. D je n g k o l i d .
D je n g k o t . K i - p a n t j a r . K a jo e p a n t j a r S . M . iVy'aioe. Sumatra,
Java. G.B.
Een boom van 100 voet. Het bout is niet geaeht, doch levertnit-
muntende boutskool. Van het sap worden fakkeltjes gemaakt, die echter
minder goed zijn dan die van karet. Hssk. I , 670.
750. M. Elengi L. — K e m b a n g ta n d jo e n g . K i- la n d jo e n g S.M.
B o e n g o ta n d jo e n g Sumatra. K a jo e s a w o M. Voor- en Achter-
lndie. Veel gekweekt. G.B.
Een harde bontsoort, iijn van v e z e l , goed te verwerken. Het geraspte
bout wordt als tabak gerookt. De bloemen zijn geung wit eu worden
tot krausen en arnibanden aan draden geregen, v. H. De bittere bast
wordt lijn gewreven en dient als middel tegen schürft. Het bout is
grof en sterk, maar wordt spoedig van de witte mieren aangetast. De
vrncht is eetbaar, de zaden leveren olie. Brandis. Hssk. T, 168 ; 1 1 1 , 94;
XVTIK, 23.
751. M. Eleiigi L. v. graiidifolia. — Kembang tandjoeng. — H I, 106.
752. M. Kauki L. — Sauw. Sawo. Sawoe M. Java, Sumatra,
Malakka, Tropiscb Australie. G.B.
Een bijzonder fraaie bontsoort, uitstekend geschikt voor nicubals.
I , 669; H I , 111.
753. M. spec. — Tandjong. Molukken.
Slechts voor brandstof bruikbaar. I , 671.
Tot de familie der Sapotaceeen bebooren voor een groot
deel de talrijke boomsoorten, onder den naam Balam en
Njatoe bekend.
De meeste Getah-pertja van Sumatra wordt van deze
boomen verkregen.
De volgenden zijn op bet Museum aanwezig;
754. Balam. Sumatra.
Hout dicht en hard; goed tinimerbout. Door insnijdingen iu deu bast
verkrijgt men Getah-pertja. I , 674; XVI, 1 6 , 17.
755. Balam bakoelo.
Hout grof en zacht; wordt tot omwanding gebruikt. XAI,. 18.
756. B. baringin. Sumatra, Borneo.
Een der boogste en zwaarste Balam-soorten. Levert uitmuntend werk-
hout en getah. XVI, 19. Het roodbruin hout is vooral voor balken
en stijlen geschikt. XIV; 3 7 6 , 4 5 6 , 633.
757. B. djamboei
Hout zwaar, fijn van vezel en bard, tot werkhont geschikt. De
boom levert eetbare vruchten en getah. XVI, 20.
758. B. garoendjoeng.
Een zachte, lichte, fijne houtsoort, waaruit zicb veel getah afscheidt,
XIV, 458; XVI, 21.
759. B. lanang.
H on t n ie t b a rd , f i j n v e z e l i g en gemakkelijk te bewerken. L e v e r t getah.
XVI, 22.