
13. Sponzeu. Euspongia species, behoorende tot de Coelenterata.
De beste sponzen, Euspongia officinalis L., worden aangetroflen
aan de kusten van Griekenland en van de eilanden
der Aege'ische zee, aan de oostelijke punt van het eiland
Candia en aan de kusten van Syrie en Klein-Azie. Tot de
voortreil'elijkste rekent men de Syrische, waarvan de hoofd-
stapelplaats Smyrna is.
De sponzen worden verzameld of door duikers, waarvan
sommige vijftig Meter diep kunnen duiken en zelfs vier minuten
onder water blijven, of wel door middel van lange vorken,
waardoor zij naar boven worden getrokken.
Aanwezig;
a. Sponzen van Aruba.
b. ■' , de plaats van inzameling wordt niet vermeld.
Beide monsters bestaan uit kleine sponzen, welke niet van
de beste qualiteit zijn.
B. P LANTAA RDIGE STOFFEN.
D i l l e n a c e a e .
1 . Curatella americana L.
Synon. : Wilde C.ashew, niet te verwarren met de Anacardium
Rhinocarpus Benth, en Hook., die ook wilde Cashew-boom genoemd
wordt.
Groeiplaats; Zuid-Amerika.
Aanwezig;
a. De bast, die als geneesmiddel gebezigd wordt.
h. Het hout, twee monsters, waarvan een monster van de
collectie V. S. ’) Het wordt niet als timmerhout gebruikt.
An o n a c e a e .
2. Anona muricata L.
Synon.: Zuurzak.
Groeiplaats; De warme streken van Amerika.
Aanwezig:
a. De vezels en het touw daarvan gemaakt, dat echter geheel
krachteloos is.
h. Het hout (collectie Br.), dat van eene wilde Anonasoort
afkomstig is.
>) De collectie houtsoorten van den Heer van Sijpesteijn wordt door v. S.,
die van den Heer Bremer door Br. aangegeven.