
I,; t
Een booniachtige heester met enverdeelden stam, d ie ,
oorspronkelijk in Zuid-Amerika te huis behoorende, thans
over den geheelen Oost-Indischen Archipel verspreid en bijna
bij elk Javaansch Imis aangeplant is. Hij is eenhuizig, van
daai' dat men van mannelijke en vrouwelijke planten spreekt
en deze door verschillende namen, b. v. in het Javaansch dooi
Kate.s-gantoel en Kates-gamblo, aanduidt.
De vruchten worden evenals de meloenen bij ons gegeten;
het vleesch is aangenaam zoet van smaak, doch eenigszins Ilauw.
De talrijke in de vrucht aanwezige zaden smaken niet
onaangenaam, maar sterker en zijn wormdrijvend.
De vruchten, zoowel als de bladeren, bezitten purgeerende
eigenschappen; de laatste zijn dan ook een bekend geneesmiddel
bij paarden.
Aan de bladen schrijft men de eigenschap toe om vleesch,
'd a t daarin gedurende een paar uren gewikkeld is geweest,
zeer malscli te maken.
Rubiaceae.
95. Cof f ea a r a b i c a L.
M. Koppi.
Aanwezig:
a. de vrucht op spiritus;
b. de vruchten met den tak in was geboetseerd.
Behalve het bekende gebruik van de koffie, waarvoor ver-
wezen wordt naar dit artikel onder de handelsproducten, zij
hier nog vermeld, dat van het hout wandelstokken vervaardigd
worden en de inlander bij gebrek aan zaden zich van de
gedroogde en gerooste bladeren een drank weet te bereiden,
die eenigszins naar een (lauwe koffie zweemt.
Is de bes door mislukking der bevruchting slechts eenzadig,
dan is die meer rond en draagt dan den naam van mannetjes-
koffie.
96. Mo r i n d a ci t r i f o l i a L.
M. Mangkoedoe of Tjangkoedoe.
Aanwezig :
a. de vrucht op spiritus;
b. de vrucht (patjee) in was geboetseerd;
C. fotografische afbeelding der vrucht.
De vrucht is eetbaar, doch niet smakelijk en wordt dan
ook slechts bij uitzondering door den inlander gebruikt. De
jonge bladeren dienen als groente, en verschillende deelen
der plant worden als geneesmiddel aangewend.
Uit de bladeren heeft men een groene kleurstof (groene
indigo) willen afscheiden, doch zonder veel gevolg.
In den wortel is eene roode kleurstof bevat, die veel hij het
batikken aangewend wordt; waarom dan ook deze plant, h. v.
in de omstreken van Batavia, in het groot aangekweekt wordt.
Sapotaceae.
97. A ch r a s S a p o t a L. = S a p o t a A c h r a s Mill.
M. Sawoe manila.
Aanwezig;
a. de vrucht op spiritus;
h. de vrucht in was geboetseerd;
C. fotografische afbeelding der vrucht.
Van deze in Zuid-Amerika te huis behoorenden boom worden
de vruchten, onder den naam van West-Indische mispels of
Sapodillapruimen, in den handel gebracht. Ook op Java komt
hij veelvuldig in tuinen voor en zijn de vruchten om hären
aangenamen smaak zeer gezocht.
De zaden gebruikt de inlander als geneesmiddel en het
hout is zeer gezocht als fijn meubelhout.
rl