
■ri'
i
33. H. elatns Swartz. — Waroe goenoeng. Uit West-lndie. Java,
längs de wegen. Als H. tiliaceus, doch met aan den voet af-
geknotte bladen.
De bast levert een vezelstof, die in West-lndie onder den
naam van Magagna- of Cnbabast een vrij uitgebreid handelsartikel
uitmaakt en vooral tot inpakken van sigaren gebezigd
wordt. — V.
34. H. tricuspis Banks. — Societeits-eilanden; gekweekt in Indië.
Een boom welks groene deelen met wit dons bedekt zijn-
Bloemen geel, aan den voet purper. — V.
35. H. Rosa sinensis L. — Kembang sepatoe. In geheel Indie in
tuinen gekweekt. Een booraachtige heester, met eironde, gladde,
kort gespitste bladen en groote, dikwijls dubbele, paarse, gele
of witte bloemen. — V. Bast.
De bloemen zijn zeer geliefd bij de inlanders en dienen om
scboen- en ander ledei’werk zwart te maken.
36. H. liliiflorus Cav. — Bourbon. Waarschijnlijk eene verscbei-
denheid der vorige. — V. Bast.
37. H. mutabilis L. — Waroe landak. Kakapassan. Indie, Java,
in tuinen gekweekt. Kleine boom zonder stekels; bloemen
’s morgens wit, ’s avonds donkerrood. — V. T.
38. H. venustus BI. — Waroe landak. W. gempoer v. Sw. Java,
in tuinen gekweekt. Als de vorige; doch meer behaard. De
bloemen zijn wit of rood. — V.
39. H. callosus El. — Kakapassan koeiiing. Kapas oetan. Java. —
V. Bast.
40. Thespesia macrophylla BI. — Waroe laut. Molukken, Java.
Een boom met bartvormig spitse, perkamentachtige, kortgesteelde
bladen en gele aan den voet purpere bloemen. —V.
41. T. Lampas Dalz. (Hibiscus Lampas Cav.). Kapas oetan of
Konneng. Java, Afrika, Britsch-Indië. Boomachtig, met bart-
Yormige drielobbige, behaarde bladen; bloemen als de vorige.
De bast is stevig en kan, volgens Wiesner, door scheuring
tot een fijne vezelstof bewerkt worden, die in uiterlijk en eigenschappen
met de Sunn gelijk staat. — V. Bast.
42. &OS STPIUM.
KATOEN.
Mo n s te r s in he t Mu seum.
I . Gossypium sanguineum Hassk. (G. arboreum L.).
3 . G. barbadense L.
3 . G. religiosum Roxb.
4 . G. herbaceum L.
e .G. " var. vitifolium.
6 . G. var. micranthum.
Inlandsche monsters, Ned. Oostindië.
7 . Kapas blanda I , 2 , 3> Soerabaya.
8 . ./ taoen, Soerabaya.
mo h ri, Soerabaya.
Demak.
Lombok.
Saleyer.
Kediri.
Madoera.
Benkoelen.
Banjermassin (Kidney-cotton).
Sumatra, ruw en bewerkt.
9-
1 0 .
11.
1 2 .
13-
1 4 .
15-
1 6 .
17-
Bewerkt katoen.
Katoen en garen, wit en geverfd. Bantam.
„ „ ,! geverfd, Buitenzoi'g.
, ,, « voor vischlijnen, Timor.
19 ■• :1h-,. P ■I-
2 j . „ , » Salatiga.
22. Papier van Gossypium vitifolium.
.il ••