
!.j
Cu c ur b i t ac e ae .
77. Cucurbita Pepo L.
Synon.: Pompoen.
Groeiplaats: Inheemscli in Middel-Aziö, groeit bijna overal.
Aanwezig :
a. Het zaad, pompoen-pitten genoemd; het bevat eene vette
olie, die door de inhoorlingen voor huiselijk gebruik aangewend
wordt. Aruha.
78. Zanonia macrocarpa Bi.
Groeiplaats; O.-Indië, waarschijnlijk naar W.-Indië overgebracht.
Aanwezig:
a. De vrucht met de zaden.
h. De zaden, voorzien van groote vliezige aanhangsels.
Ca c t a c e a e .
79. Opuntia cnrassavica Mill
Groeiplaats: Aruba.
Aanwezig:
a. De gom, Spaansche juffrouw-gom genoemd; zij is vdt,
dof, zweit in water zeer langzaam op, doch lost daarin
niet op.
80. Cereus lieptagonns Han.
Synon.; Dato (inlandsche benaming).
Groeiplaats: Aruba.
Aanwezig:
a. De roode vruchtschil.
b. De geschilde vrncht op jenever; de vrucht wordt gegeten.
C. De grijsachtige doornen.
d. Het hout.
R u b i a c e a e .
81. Coffea arabica L .
Synon : Koffie.
De koffie is uitvoerig beschreven door den Heer van Gorkom
in het le deel, le stuk van den catalogus; ik meen dus te
kunnen volstaan met daarheen te verwijzen.
Wat nog W.-Indie in het bijzonder betreft, kan ik mededeelen
dat de productie van Suriname bedroeg:
9289 K.G. in 1884.
9853 // ff 1885.
11621 ff ff 1886.
De uitvoer bedroeg in 1885 slechts 1425 K.G ter waarde
van f 1169.
Op Curagao en de andere W.-Indisclie eilanden wordt geen
koffle gecultiveerd.
Zooals hieruit blijkt, beteekent de koffle-prodiictie niet veel.
Onlangs werden in Suriname proeven genomen met den aanplant
van Liberia-koffie op de plantage Mon Trésor. Het verslag,
daarover uitgebracht in de jongste vergadering van de
Land- en Tuinbouwvereeniging Suriname te Paraniaribo, was
zeer günstig. Het volgende ontleenen wij daaraan;
1°. de kosten van aanplanting en onderhoud der Liberia-
koffie ziillen minder bedragen dan die voor de cacao;
2°. de boom groeit zoowel in klei- als zandbodem en schijnt,
naar de uitkomsten in verschillende landen verkregen, het
weligste te tieren in de lage landen;
3°. eenmaal tot ontwikkeling gekomen, vereischt de boom
minder zorg dan de cacaoboom ;
4°. hij is van eene bijzonder taaie houtsoort, heeft weinig
te lijd en van in s e c te n en w e e r s ta a t de gewone b lad z iek te b e te r
dan de boomen der andere koffiesoorten ;
5°. na drie jaar is de boom reeds vruchtdragend, de productie
gaat die van andere koffiesoorten v e r te boven, bedragende die
van een volwassen boom van vier tot acht pond in bet jaar;
6°. hij draagt het geheele Jaar door (de vruchten rijpen in
7 à 12 maanden naar gelang de bloesems zich zetten in verband
met seizüenverandering), de rijpe vruchten vallen niet
af. zoodat men ten allen tijde kan plukken;
7°. de aroma en smaak der Liberia-koffie overtreffen naar