
k. Cacao, geschonken door den Heer J. J. P. Wessels te Saramacca.
l. a van de plantage Berlijn.
m. n n a t Spieriiigshoek.
ii. n n a a Pepei’pot.
0. » a 11 a de Morgenstond.
p. " " " " Kwatta.
q. n a a a Broederschap.
/’. a a a a Crappahoeli.
s. a a a a Leliëiidaal.
t. Rnw bewerkte chocolaad van de plantage Spieringshoek.
M. a a a a a a Peperpot.
V. Cacao-boter, een monster van slechte qualiteit.
w. Ruwe cacao-azijn, bruinachtig geel van kleur en aangenaam
van smaak.
X. Azijn van cacao, geschenk van den Heer Henry Stolting.
ij. Verdikt cacao-sap.
z. Spiritus uit cacao-sap.
aa. Vrucht der Theobroma Cacao, geschenk van den Heer
G. F. Westerman.
De productie van cacao in Suriname bedroeg:
1237707 K.G. in 1882.
1765174 a a 1883.
1382035 a a 1884.
1337459 // a 1885.
1537768 a a 1886.
Volgens het laatste regeeringsverslag over 1886, uitgebracht in
1887, waren er in Suriname 75 piantages, waarop cacao de hoofd-
cultuur was en op 305 kleinere piantages werd cacao nevens producten
van den kleinen landbouw verkregen. Op de piantages de
Hoop, St. Barbara en de Guineesche Vriendschap in Boven-Suri-
narae is in 1886 de suikercultuur door die van cacao vervangen.
De grootste, die meer dan 40.000 K.G. in 1885 opleverden, zijn
de volgende:
District Beneden-Cottica, plantage Frederiksdorp, 63055 K.G.
a a Commewijne » Wederzorg, 55910 a
a a a a Vi’iendsbeleid
en Ouderszorg, 48329 «
a a a a Spieringshoek, 57097 a
District Beneden-Suriname, plantage Jagtlust, 66323 K.G.
„ „ Para, " de Morgenstond 78652 "
a a Saramacca, » Caledonia, 43427 a
Vele piantages worden daar vermeld met zeer geringe productie,
zelfs beneden de 100 K.G. en een met slechts 4 K.G.
Vele verbouwen dan ook tevens andere producten, zooals koffie,
koren, aardvrnchten, in het dhstrict Coronie ook cocosnoten; bijna
alle verbouwen tevens bananen (Musa paradisiaca L.), die als
schaduwboomen dienst doen en vooral bij hoog gelegen cacaotuinen
onmishaar zijn.
Uit het verslag eener Commissie, benoemd door de Land- en
tuinbouwvereeniging Suriname te Paramaribo op 8 Mei 1887, tot
onderzoek naar de voor de cultuur meest aanbevelenswaardige
oacaosoorten, blijkt dat men in Suriname de volgende soorten
onderscheidt:
1°. gewone gele, 2°. komkommervormige of kaaiman, 3°. por-
seleinacbtige, 4°. roode of Caracas, 5°. Esmeralda en 6°. Cosmania.
De twee laatste soorten zijn afkomstig van de plantage Lust
en Rust.
De Commissie, bestaande uit de H.H. Ph. G. Scliluch, G. H.
Barnet Lyon en J. R. C. Gongrijp, bepaalde zich tot het wegen
der cacao-boonen, nadat zij uit den bolster waren verwijderd en
tot het wegen dier boonen, nadat zij gebroeid en gedroogd waren.
Het gemiddelde gewicht, dat overbleef, bedroeg voor:
N°. 1 44,9 pCt. van 20
a 2 42 a // 10
a 3 44,8 // // 10
a' 4 39 a // 20
a 5 59 a U 3
a 6 39 a H 3
Zooals men bemerkt is van N°. 5 het gewichtsverlies het geringst;
daar de proef echter met slechts 3 boonen genomen werd,
kan men daaraan niet zooveel waarde toekennen als aan de proeven
met N°. 1 en N°. 4. Daaruit zou blijken dat men aan de gewone
gele een hoogere waarde moet toekennen, dan men gewoonlijk
doet. De Commissie spreekt echter als haar gevoelen uit, dat het
onderzoek niet uitgebreid genoeg geweest is om een bepaalde