
!t
' I
, r
S ’S Ö
6 « Wa3 3 O > s
Inlandsche
benaming.
22-52
Land van
Oorsprong.
Getah Karèt.
(Ficuselastica
o f Urostigma
karet).
Uit de verschillende
afdeelingen
van de resi-
dentieBantam
(Java)
Bijzonderheden.
en laat het sap uit talrijk gemaakte
insnijdingen iu bladeren loopen, die
tot reservoirs moeten dienen.
Een volwassen boom levert 20,
soms 25 K. G. getah. D e prijzen
varieeren al naarmate vau de h o e veelheid
getah Soendik, die er bijge-
voegd is.
Voortplanting heeft plaats door
middel van zaad.
In de residentie Bantam komt de
karetboom in noemenswaardige hoeveelheid
voor, waar hij het weligst
in humusrijke moerasachtige gronden
groeit. Op tienjarigen leeftijd
kan men beginnen den boom te
tappen en moet daarmede uiterst
voorzichtig te werk gaan om hem
niet uit te putten.
Meer dan i K .G . ’sjaars moet
men niet verwachten.
Op 15 à 20 jarigen leeftijd be-
gint hij eerst te bloeien en vruchten
te dragen en kan men ook meer sap
verkrijgen. Heeft hij op 35 jarigen
leeftijd den vollen wasdom bereikt,
dan kan de productie tot een pikol
’sjaars stijgen.
Het aftappen geschiedt door in den
boom een zeker aantal liefst horizontale
insnijdingen te maken.
Het witte melksap laat men stil
längs den bast afdruipen, waarna het
tengevolge van het bloot staan in
de lucht en de aanraking met den
bast, die een bruinachtige verfstof
bevat, een donkere of vuil bruine
kleur krijgt.
Na verloop van 3 of 4 dagen wordt
de getah ingezameld e n in den handel
gebracht.
D e uitvoer bedroeg uit Laboean
(Tjaringin) 124, uit Anjer slechts
2I/3 pikol.
De prijs op de plaatsen van afscheep
hedraagt / 1 0 0 ,— per pikol
van 62I/2 K. G.
ia l s Inlandsche 1 Land van 3 ^C ^ C!
r-< Bijzonderheden. 0
benaming. Oorsprong.
> a
S3
58
62
63
Karèt kajoe.
idem.
idem.
idem.
Komering,
Ogan oeloe,
Ranau.
Ogan oeloe,
Ranau.
Batoeradja
(Sumatra).
54
55
57
61
BalemKedjil.
Karèt akar.
idem,
idem.
Palembang.
Ranau.
Moesi ilir.
Komering,
Ogan oeloe
en Ranau.
(Sumatra).
D e karet kajoe groeit in de bosschen
op beschaduwde plaatsen op
een humusrijken grond.
D e boom kan op 25 jarigen leeftijd
geëxploiteerd worden
Men verkrijgt de gom door insnijdingen
iu den bast op onderlingen
afstand van I/2 Meter, waarna het
vocht uitvloeit enbehoorlijk verhard
zijnde met een gekromd puntigijzer
wordt uitgelicht.
D e karèt kajoe sterft eerst na tien
jarige exploitatie, gedurende welken
tijd men circa 3 pikol getah kan verkrijgen,
door elk kwartaal den stam
op nieuw in te kepen.
D e voortplanting wordt bevor-
derd door gevogelte en eekhorens, die
zieh met de vruchten voeden en de
pitten door het bosch verspreiden
In den laatsten tijd heeft men in
de Komering Oeloe getracht de
karèt kajoe aan te planten, door van
den boom in exploitatie een gedeelte
af te snijden en op nieuwen grond
nabij geboomte over te brengen.
D e uitvoer b e lo o p t’s jaars 36 p ikols,
welke ter plaatse van afscheep
/ 1 0 5 per pikol van 62I/2 K. G. kost.
Deze boomen komen voor in de
afdeelingen Ranau. Moesi ilir,Komering,
Ogan oloe, en T ebin gT in g -
gi, doch worden door den inlander
uithoofde van de te geringe productie
niet geëxploiteerd.
Voor het winnen der getah wordt
de boom nooit omgekapt.
Nadat hij van insnijdingen voorzien
is, laat men hem een dag of vijf
onaangeroerd staan om het uitdrui-
pende vocht gelegenheid te geven
op te drogen.
D e harde zelfstandigheid wordt nu
van den boom losgemaakt en zonder
verdere bewerking in den handel g e bracht.
Van een boom kan niet meer
dan 3 à 4 K. G. g verkregen worden.
I,
|ii;i
:• -i
'i
Id