¡//i:
: i
t i f i l l
' I : 'I
1902. Sipat. Java.
Alleen voor hrandstof. I , 795.
1903. Sirii! koeboeeng. Sumatra.
Vrij zaeht, niet iijn, veel voor planken gehruikt. Ue groote hladeii
dienen voor het dicht dekken van hoopen padi en de getah vooiTiet
lijnien van hont. XVI; 325, 826.
1904. Si Tangelimai kasser. Sumatra.
Timmerhout voor cylinders van suikermolens. I , 885*.
1905. Si Tjere. Sumatra.
Boom niet groot; hout licht, fijn en zacht, alleen voor hrandhont
gehrnikt 8 Bladen als geneesmiddel cnz. door den Maleier gehruikt.
1906. Si Toengke. Sumatra.
Zeer zacht en grof; toch door de Maleiers voor planken bn huishouw
gehruikt. XVI, 329.
1907. Sjengal. Palembang. — XIV, 588.
1908. Soegie manai. Celebes.
Vooral voor kleine prauwen. I . 1262.
1909. Soehoel soehoel. Sumatra.
Voor huisbouw. De bladeren leveren een geneesmiddel tegen koorts.
I , 934*.-
1910. Soeloe. Banka.
Goed timmerhout. I , 1044.
1911. Soemantoeeng. Sumatra.
Vrij fijn en niet hard, slechts voor hrandstof gehruikt. XVI, 330.
1912. Soembar. Borneo. — I, 1203.
1913. Soempang. Borneo.
Prächtig donker gestreept, als Palissander. Voor kasten, tafels en
andere meuhels. I , 1202.
1914. Soending. Banka.
Goed timmerhont. I , 1016.
1915. Soerija. Tondano
Soort. gew. 0 32. X III, 47.
1916. Soeroes. I, 1328.
1917. Soetie. Banka.
Brandhout. I , 1317*.
1918.
1919.
1920.
1921.
1922.
1923
1924.
1925.
1926.
1927.
1928.
1929.
1930.
1931.
1932.
1933.
1934
1935
1936
1937
1938
181
Solo. Banka.
Voor sleepriemen en scheppers. I , 992*.
Solowan. Borneo. ■— XIV, 599.
Sonket soiiket. VII, 10.
Soreh. Timor.
Brandhout. I , 1285.
Sragawie. Pontianak. — XIV, 601.
Tadoek. Timor.
Brandhout. I , 1302.
Tagegoe. Sumatra,
Voor huishouw. I , 893.
Tabala. Sumatra.
Piet hout heeft geen waarde. Op deze boomen nestelen hijen. I , 892.
, Talak. Palembang. — XIV, 351.
. Talakan. Sumatra.
Hard, fijn en goed te bewerken, door de Maleiers weinig gehruikt.
XVI, 340,
Talanan. Sumatra.
Fijn, hard, voor huisbalken zeer gezocht. XVI, 341.
Talawi. Sumatra.
Grof en zacht, zonder waarde. De boom levert vruchten, die gehruikt
worden hij het bereiden van toespijs hij de rijst. XVI, 342.
Taloe parampoean. Sumatra. — XIV, 450.
Taloe.ntoe. Minahassa. — IV, 60.
Tamhoelinas. Menado. - XII, 89; XIII, 7.
Tamhaloem, Sumatra.
Voor huishouw'. I , 924*.
Tandi poetih. Menado. — XII, 32.
Tandi meirah. Menado. — XII, 33.
Tandoe meirah Menado. — XII, 90.
. Tanga. Timor.
Brandhout. I , 1290.
. Tangil of Lahoesor. Molukken.
Brandhout. I , 1272.