
in Frankrijk «Graine roche” worden genoemd, en zijn ongeveer
zoo groot als een hoenderei. Zij bevatten in de geschilde
pitten 65 pCt. vet en berekend op de ruwe noten 11.22 pCt.
Het vet heeft een smeltpunt van 26° C. en bestaat uit 50.2 pCt.
trioleine eii 49.8 pCt. tripalmitine.
De noten der C. gtobrwru Pers. zijn ook in gebruik en komen
in Suriname tevens onder den naam van bokkenoten voor.
Aanwezig:
a. de noten van C. butyrosum W.
b. u n u n tomentosum W.
c. n u » « glabrum Pers.
d. höt vet uit de noten van C. butyrosum W.
e. // « u n n " n tomentosum W.
f. de bast van C. tomentosum T'F., tegen koorts in gebruik
en Souari-bast genoemd.
y. het hout eener Caryocar-soort (collect, v. S.), dat zelden
gebruikt wordt.
13. Oarai’pa Richardiana Cambess. en andere C. soorten.
Synon.: Matakki, Maratakki of Matague {Surin.), Caraipé
of Manche-hache (Fr. G.).
Groeiplaats: Suriname.
Aanwezig:
ffl. bet hout (collect, v. S.), dat in Suriname veel voorkomt
en voor duigen van suikervaten gebruikt wordt.
Ma l v a c e a e .
14. Hibiscus esculentus L. (Abelmoschus esculentus Gnill. et Perr.)
Synon.: Calalou of Calpu Gombo (W. Indie), OAro of 0/cra
(0. en W. Indie), Gigambo (Curaçao), Uehka(kxahi'€),Bamiyah
(Perzië), Bendikai (Britsch Indie).
Groeiplaats: Inheemsch in de oude wereld ; in het wild komt
de plant ook voor in Unyoro in Afrika, dicht bij het meer Victoria
Nyanza. Zij wordt gecultiveerdin alletropischegewesten.
Aanwezig :
a. de vrucht.
Deze bevat veel plantenslijm, waarschijnlijk in samenstelling
overeenkomende met die van Althaea-wortel, en wordt als
verzachtend middel tegen verkoudheid gebruikt; ook dient
zij tot het dik maken van soep.
b. het hout (collect. Br.).
15. Hibiscus Sabdariffa Perott.
Synon.: Roode Zuring.
Groeiplaats: 0. en W. Indie.
Aanwezig : u
a. een monster hruin gekleurde gelei, uit de bladeren bereid.
De plant levert een zeer geliefde, door zuringzuur
frisch smakende groente.
16. Paritium elatnm Don. (Hibiscus elatus Sw.).
Synon.: Maho i). •
Groeiplaats: W. Indie.
Aanwezig:
«. de vezels van d e n b a s t ; de z e is voor touwwerk geschikt en
dient 0. a. om de Havana-sigaren mede vast te binden.
17. Katoen.
Monsters in het Museum.
A. van Gossypium.
a. zuiver katoen van de plantage Moedkommer.
, „ „ // // Zeezicht.
c.' „ „ „ den Heer J. P. Haase qq.
d. ruw " " idem.
g „ „ met de pitten van de plantage Esther’s rust.
f. de geheele vrucht.
alle van Suriname.
g. Katoen van Aruba, van den Heer A. J. van Koolwijk.
h. W. Indisch katoen.
i. Katoenpitten.
„ olie, ruw en gezuiverd.
B. van Eriodendron anfractuosum D C.
I. Kankantrie-katoen, van den Heer J. P. Haase Jr., Suriname.
0. van Bombax Ceiba L.
m. Zijdekatoen.
') De Ivira draagt ook dea naam van Maho.