
y
H:
f '■
f .
I I O
I I I .
112
113'
114
lis
116
1 1 7 ,
1 1 8 ,
1 1 9 ,
120
121
122
123
124,
125
126
127.
tegenwoordig uit Borneo, Sumatra, Malakka enz, naar Londen
en Hamburg uitgevoerd en vooral in laatstgenoemde plaats
tot wandelstokken bewerkt, over Europa verzonden. Nog
altijd wacbt dit artikel op een Nederlandschen ondernemor.
Marow si-mamboe (Daemouorops grandis Griff.) Gewone bruine of
mannetjes-rotti ng.
R. Babie (Ptycbosperma Sp.)
R. Marow padi (Calamus Sp.) Aanbevolen voor invoer.
R. Benkoan (Daemonorops oblongus Mart.) Aanbevolen voor invoer-
R. Dabnan besi (Kortbalsia ?) Aanbevolen voor invoer.
R. Loeak (Kortbalsia?)
Pinang oetan (Ptycbosperma Sp.) Aanbevolen voor invoer.
boekit
kali
R. Gangoen, (Calamus Sp.)
Kadjatouw (Eugeissonia tristis Griff.), wortel. B e r tam M. Deze
rottingsoort is de voortreffelijkste van de gebeele verzameling voor
wandelstokken. D e Eugeissonia’s maken geen stam, maar zetten zicb
in de breedte door jonge spruiten uit. D e wandelstokken worden
verkregen van wortels, die zicb uit den voet, borizontaal of opwaarts
gekeerd, in de lucbt verleugen. D it is de Kadjatouw (Teysmann).
D e stokken zijn recbt, fraai afloopend in dikte, donker en lichtbruin
gestreept en vrij wat lichter en sierlijker dan de gewone
bruine rotting; daarbij zeer taai en sterk.
R. Bakauw (Calamus Sp.) Aanbevolen voor invoer.
R. Tria (Calamus adspersus?) Aanbevolen voor invoer.
R. Mata hari (Calamus Sp.) Aanbevolen voor invoer.
R. Mataug (Calamus Sp.) Aanbevolen voor viechtwerk.
Pinang goring (Ptycbosperma Sp.)
R. Toengal (Calamus caesius?) Aanbevolen voor viechtwerk.
Kayoe bidaroe. Aanbevolen voor viechtwerk.
R. Toboe broeing, Beerenriet. Zwart en sterk. Zeer geschikt voor
wandelstokken, parasols enz.
SUM A T R A .
128. Djernang (Daemonorops Draco Mart.) Palembang.
129 . Si-mamboe, l e soort, Banjoe Assin »
130 . Boengkoes afd. Sipoeti, Palembang; prijs 30 cents de 100.
1 3 1 . Afd. Mokko Mokko, Benkoelen.
1 3 2 . Keraoerang afd. Sipoeti, Lampongs,- prijs 60 cents de 100.
afd. Sipoeti, Lampongs; prijs- 10 cents de 100.
1 3 3 . Siap,
13 4 . Beberás, - . «
. » 60
1 3 5 . Semoeli, .
136 . Peledas ■ « «
30
1 3 7 . Pantis, « "
20
13 8 . Soetsoe, Moesi, Palembang.
139 - Segah, afd. Sipoeti, Lampongs; prijs f l , — de 100.
R I O U W .
140. Sage Badak, rivieren Paney en Bela, Riouw; prijs l O Sp. Matten
de 100 bos.
B IL L IT O N .
1 4 1 . Nangak.
14 2 . Bakau.
14 3 . Loea.
144. Mansoelak.
14 5 . Blambangan.
146. Boeway.
14 7 . Semamboe.
148. Oedang.
149. Koepak.
150. Kikir.
1 5 1 . Passir.
1 5 2 . Dahan.
1 5 3 . Pako.
15 4 . Pongho.
15 5 . Bidei.
156 . Toengal.
Verschillende voorwerpen van Rottan, als hoeden. manden, sigarenkokers,
matten en kleedingstukken, zie afd. Nijverheid.
311. Koi-thalsia robusta Bl. — Oea J. Java, Sumatra, Borneo.
312. K. Junghuimiana Miq. — Rottan-sampei. R. sampoui. iava.
De Korthalsia’s zijn kleine palmen met dunne stammen
en ruit- of wigvorrnige, stekelig getande bladen. — V.
313. Metroxylon laeve Mart. — Sagoe papeda M. Ambon, ATrg/J.
Gladde Sagoe. Archipel, Achterindië. Stam middelmatig hoog,
2 voet dik met onregelmatige lidteekens der afgevallen bladen
bedekt. Bladveeren 20 voet en langer, lang gesteeld; bloemkolf
zeer groot; vruchtjes schubbig. Uit den stam wordt de
Sagoe gewonnen. De hladen dienen tot dakbedekking.