
í í:%! m
i!b
irri i. :
Ti;
r | '! ! '"V ■';|i 'i
rii
:ri1ri
ft*;..
fili'
,Vf
\ V :
ii!
!■ r
Ly : ri ; Ilf [í%:i rají
I r ir i:/
Uipíji
I'.íjil.ík"!'-.-’. ,■:
'I! i
r ' ! ' !
ri i,
343. Zizj'phus Horsfieldii Miq. — .Iroi k i k o e /ie la n g g e d e h S . A r o i
g o e i'c t. Java, oj) kalkachtige groiulen in de bergstreken. Su-
inati-a. (i.B.
344. Z. spec. — K a ie m p a s ijo u w . Celebes.
Voor luiisbouw bruikbaar. C. I, 134; IV, 67.
A M P E I, 1 U E A E .
345. Cissus pergauiacea Bl. — K i- h e x 'r e m S. Java.
Het bout is voor huisbouw gescbikt. C. De vruchten der Cissus-
soorten zijn eetbaar; de bladen worden als znring en als geneesmiddel
gebezigd. llssk . I, 528.
Tot deze familie belioort waarscbijnlijk:
346. L e n k ie of L a n g k ie J. (Leea sp.i) Java. G.II.
Groeit meest längs rivieren en wellen, in zwarte en roode gronden.
De inlanders gebruiken bet bout tot gamelangspelen; het is ook goed
voor scbeepsbenoodigdbedeu, en kan tevens in plaats vau Wali koekoen
gebruikt worden v liees. Verseliilleiide Leea-soorten worden volgens
Hssk. Ginggiang genoemd. 1, 529.
S a p i n d a c e a e .
347 Ei-ioglossum edule Bl. (E. rubigiiiosnm Brand.). — K i - h i -
d o c n g S . K la y o e . K i- la la y o e of K a t l i l a y o o J. Zeer verspreid
over den ludiscben Arcbipel eii de N.W.-kust van Australie.
Hooker. K.B.
Een boom of heester met roestkleurig behaarde scheuten, blad- en
bloemstelen en piramidale bloemtrossen, Hout sterk en duurzaam, inwendig
donkerbruin. Hot wordt echter niet gebruikt. Vruchten eetbaar.
1, 521.
348. Allopliyllus sundanus Miq. - K a l c m p a j a n M. H a li p p a ja n
Mandb. K i- b e iu o k S. K a l im b o e la n g . D J a n d je r ta k o . De ge-
beele Arcbipel.
Tamelijk goede houtsoort voor planken; ook voor huisbouw wel gebruikt;
bladen als smeersel tegen huiduitslag gebruikt. C. — v.H. I . 523-
XVI, 105.
f il't
349. Allopliyllus Cobbc Bl. (Schniidelia raeeuiosa L.). — r j o e k i l a n
J. K U n t in g b a r o e of K . b ir o e J. De geheele Arcbipel, N. Australie.
Achter- en Voor-Indiii, veelvuldig in Oost-Java. K..B.
Een kleine boom , iu lage landen en bij de kust een heester, somtijds
van grooten omvang en klimmend. Bloemen geelachtig wit, inhundels,
klein; vruchten rond, rood en glanzig. De wortel i s . zegt men. samentrekkend,
de rijpe vruchten worden gegeten. Hoo/«-. Van het gladde,
weeke, fraaie hout worden stokken gesneden, waaraan de inlanders een
bijgeloovige waarde hechten, als zouden die stokken de slangen verdrijven
Het hout wordt inwendig dikwijls door de witte mieren aangetast.
V. Rees. Een wandelstok.
350. Dodonaea Burmauniana D.C. — K e s ie m a k . Kedirie.
XVIII«, 7.
351. Sclilcicliera trijuga Willd. (Stadinaniiîa trijuga Spreng). —
K e s a m b i of K o s a m b i M.S.J. W e s e m v.M. Bado Mak. K o e le
in Solor, S a m b i op Bima. Geheel Indië, Soenda-eilanden,
Molukken, lagere streken van Timor. G.B.
Stam 5—6 voet omvang met diepe schorsspleten, dikwijls hoi bij de
groote exemplaren.met een breede, afgeronde kroon. Bast grauw of granw-
bniin, met ondiepe holten, door afhladderende scliubben. Bloemen geel in
trossen • vruchten zoo groot als muskaatnooten ; zaadlohben vol vette olie.
Hout lichtbruin, vast van weefsel. tamelijk gestrekt van draad ; bet
hartliout rood of roodbruin, zeer zwaar, fijn , taai en sterk. VV egens
znn bijzondere taaiheid en bet vermögen om aan den invloed van zoet
water en afwisseling van vochtigheid en droogte iveerstand te bieden,
tot ankers voor kleine vaartuigen gebruikt. Voorts wordt bet gebruikt
tot stijlen in den huisbouw en voor stampers vau rijstblokken, die
zonder te splinteren, regelmatig afslijten. De boutskool geeft een zware
gloeibitte. De zaden leveren eene vette olie, ten onrechte Makasser-
olie genoemd. Voor kammen of rondsels bij molenwerk zou dit bont
met voordeel kunnen worden aangewend. Volgens B randis wordt in
vele streken van Britsch-Indië van de takken lak gewonnen ; te Mir-
zapoer wordt het lak als het beste geroemd, dat 10 jaren goed b ly tt.
terwiil dat van andere plaatsen slechts 2 jaren bruikbaar «- Soort.
gew. 0.878. Sf. I , 520; I I , 53; I I I , 47; V, 52 ; XIV, 320 ; XVIIIc 8 .
352. Xcrospermuiii Noroiihanum B \ . — K i h o ê h o f S e g e lS . K ih o e h .
T j e r a g a l m o n je t . R a m h o e t a n o e ta n . West-Java, in de lagere
bergstreken, Malakka, Singapoer, Pinang. G.B.
Het hout is wit. vrij zwaar, fijn, hard en taai on voor hmsbouw
geschikt en gemakkelijk te bewerken. Soort. gew. 0.669. S t. I, 509; \ , 93.
353. Nepliclium mutabile Bl. - P o la s s a n . P o e la s s a n S . P e n in g -
p e n in g r a m h o e t a n . Sum. W.K., Java, Borneo, Sumatra,
Celebes , Malakka.
Voor verschillende materialen bij huisbouw. De smakelijke vruchten
worden gegeten. C. 1 , 511.
ÍL1I".-
Sri Iiririj
jri
;l
J ■ ji.
I ,i1-1
ri- '
I*'
Î ; t
iri'i-
.
■ ii;?
■ I I r
■ . ' 4-'