
(•¡111
4 i i î
I m
gevallen kan men gebniik maken van een mengsel van 10
dl. gnttapei’clia, 4 dl. reuzel en 3 dl. h a rs , hetwelk na zachte
verwarming zoo week is, dat het met de hand in de fijnste
verdiepingen van het voorwerp kan gedrukt worden. Met dit
mengsel overtrekt men nii het beeid en hecht de verschillende
stukken van den vorm aan e lk a â r, nadat men ze eerst aan
de binnenzijde met graphiet geleidend heeft gemaakt. De
matrijs, die dan aan de onderzijde geopend moet zijn, hangt
men in het metaalbad, waardoor de galvanische stroom geleid
wordt. Om de afscheiding van het metaal gemakkelijk en
voortdurend circulatie in het bad te doen plaats grijpen, brengt
Lenoir nog eenige platinadraden in de holte van den vorm,
echter zoodanig dat zij het graphiet niet aanraken. Wegens
den hoogen prijs van liet platina beveelt Sonolet, de ingénieur
van Ciiristolle Sc Co., aan een kern van lood van gaatjes
Toorzien in de liolte van het voorwerp te plaatsen en wel
zoodanig, dat zij overal nagenoeg even ver van de wanden
verwijderd is.
E b o ni e t van g' u 1 1 a p e r c li a.
Evenals het caoutchouc kan men de guttapercha ook iu ebo-
met veränderen door bijvoeging eener grootere hoeveelheid
zwavel en verhitting op lioogere temperatuur dan bij het vulcaniseeren.
Men gebruikt dan 20 tot 30 pCt. zwavel en verhit
gedurende G à 8 nren. Het zoo verkregen eboniet is volkomen
zwart, zeer hard en neemt eene schoone politour aan. Het
is voor alle voorwerpen geschikt, die men van het gew'one
eboniet maakt.
Gebruik van den afval van caoutchouc en guttaperclia.
G u t t a p e r c h a .
Als oude voorwerpen van guttapercha of afval niet gevulcaniseerd
zijn, dan kan men volstaan met ze a f te wasschen
met w a te r, te koken met eene oplossing van bijtende natron,
wæderom a f te wasschen, te drogen en te kneeden. Gevulcaniseerde
stukken worden längeren tijd met een sterkere
oplossing gekookt, dan met water afgewasschen, gedroogd en
daarna opgelost in zwavelkoolstof of in een ander oplossingsmiddel
en de afgegoten vloeistof gedestilleerd.
C a o u t c h o u c .
Afval van ongevulcaniseerd caoutchouc behoeft men slechts
door drukking aan elkaàr te doen kleven en dan tusschen
cilinders te laten passeeren. Het gevulcaniseerde wordt echter
moeilijk weder bruikbaar gemaakt. Men snijdt het caoutchouc
dan iu zeer kleine stukjes en kookt deze vele uren achtereeii
met eene oplossing van bijtende natron en wascht daarna af,
verkrijgt echter na drogen eene stof, welke voor voorwerpen
van prima qualiteit niet kan dienen en in den regel tot eboniet
wordt verwerkt; ongelijkheid in de qualiteit wordt daarbij
minder opgemerkt.
Fabr ieken, aanvoer, prijzen enz.
F a b r i e k e n .
Hier te lande bestaan twee fabrieken, namelijk die van de
Heeren Bakker en Zoon te Ridderkerk, »St. .loris” genaamd,
die voornamelijk caoutchouc, maar ook guttapercha verwerken,
en die van de Gebr. Merens te Haarlem, die uitsluitend caout-
chouc-artikelen maken, De uitvoerige prijscouranten dierfirma’s
kunnen ieder de noodige inlichtingen verschaffen. Eene fabriek
door de firma Pompe en Go. te Amsterdam, (3e Wittenhurger-
dwarsstraat) opgericht, is gereed, maar nog niet in werking.
Zij wordt electrisch verlieht om gevaar van ontvlamming van
brandbare oplossingsmiddelen te verminderen, is op ruimen
voet ingericht en voorzien van de nieuwste machines.
lu Rusland zijn er vier fabrieken, namelijk twee te Petersb
u rg , een te Moskau en een te Riga; bijzonderheden over de
belangrijkste fabriek, die te Petersburg gevestigd is vindt
men op bl. 54 vermeld.
P