
ill
Al
i
Inlandsche
benaming.
Land van
Oorsprong.
Bijzonderheden.
56 Getah karit.
S9
60
64
65
68
66
69
70
idem.
idem.
Karet akar.
idem.
idem.
(Chilocarpus
costatus Miq).
Karfet nassi.
» boeroek.
■< batang.
Iliran, Ban-
joe asin en
Moesi ilir.
Komering
Ogan oeloe,
Ranau.
idem.
(Sumatra).
Moko Moko,
Ommelanden
v. Benkoelen,
Kaoer.
(Sumatra).
Lai's.
Residentie.
Benkoelen
^Sumatra).
De uitvoer bedraagt uit de afdeeling
Komering, Ogan oeloe en
Ranau slechts 3 pikol ’sjaars, terwijl
de prijzen van / 5 0 .— t o t /7 5 .— per
pikol van 62I/2 K. G. varieeren.
Deze boomen komen slechts in
genoemde afdeelingen van de residentie
Palembang voor. De gronden
waarin die het beste groeien, zijn
de alluviale in een weinig hooge
streken, die vrij van overstroomin-
gen moeten z ijn ; minder goed echter
in moerassige streken. Zij worden in
de afdeeling Moesi ilir bijna uitslui-
tend aangetroffen in de uitgestrekte
bosschen der boven Batang Lekoh,
grenzende aan de Oeloe Rawas en
Djambi, terwijl de exploitatie voornamelijk
plaats heeft door de Koe-
boe’s, die deze streken bewonen. D e
getah woi'dt verkregen door insnijdingen
in den stam, zonder dat de
boom geveld wordt. De hoeveelheid
per volwassen boom bedraagt ± 2
K.G. D e prijs is g ew o on lijk y 80.—
per pikol van 62I/3 K. G.
Voortplanting geschiedt door ont-
kieming der vruchten, die op den
grond vallen.
Deze woekerplanten hechten zich
met hare wortels aan een boom om
zich met diens sappen te voeden.
Voor men de plant kan exploiteeren,
moet die den ouderdom van circa
tien jaren bereikt hebben.
Het aftappen van de getah g e schiedt
door insnijdingen met den
,.petat” in den stam te maken.
Het vocht wordt dan in bakken
opgevangen en laat men dit een paar
dagen staan om te stollen. D e prijs
bedraagt gewoonlijk f 0.(30 tot f 0.80
per K. G
D e kar6t batang wordt verkregen
van een boom, die batang kar6t heet;
de kar6t boeroek en nassi echter van
klimplanten, waarom zij ook wel
S .S . Inlandsche
benaming.
Land van
Oorsprong.
67 Karet kajoe.
Bijzonderheden.
Ommelanden
V . Benkoelen.
(Sumatra)
71
75
Getah djintaiui
idem.
Montrado,
Sambas(Wes-
ter afdeeling
van Borneo).
worden aangeduid met den algemeenen
naam van kar6t akar, in tegenstelling
met karet batang. Op 20
jarigen ouderdom kan een begin met
de exploitatie gemaakt worden.
Deze heeft plaats door het maken
van insnijdingen in den bast,waaruit
de gom te voorschijn komt. Bij de
kardt akar wordt de plant in den
regel bij den wortel afgekapt, de
stam in stukken van een halven Meter
lengte gesneden en deze op een
hoop gestapeld. Na een paar dagen
aldus gelegen te hebben, is uit de
einden al de gom uitgevloeid. Een
plant van tamelijke grootte kan
± 25 K. G. gom opleveren.
Deze boomen groeien het best op
rooden kleigrond längs de oevers der
rivieren en kunnen op 12 jarigen
leeftijd afgetapt worden.
Van de getah bestaan drie soorten,
nl. kar^t dahoen lebar of karet padi
heran; karet soetra en karet bloelang
of karet boenoet.
D e prijs bedraagt gewoonlijk
/ o 80 ä / i per K. G.
Uit deze afdeeling werd aan kardt
kajoe en akar dr 40 pikols van 62J
K. G. uitgevoerd.
De slingerplant djintaän levert de
getah van dien naam, door den
Chinees Phak Sjoe Djin genoemd.
Deze plant, welke veel overeenkomst
met rotan heeft, kruipt over
den grond o f slingert zich om nabij
zijnde boomen. Zij gedijt het best op
zandgrond, zoowel op heuvels en
bergen als op vlak terrein.
Op tienjarigen leeftijd kan men
beginnen haar af te tappen.
De inzameling der getah heeft
niet plaats door aftapping der Sappen
van de levende plant, maar door
deze geheel te vellen, waarna over
den geheelen stam met den parang
ringvorraige insnijdingen op afstan-
;■ !'