
van het zetmeel, ook als voedingsmiddel. In versehen toestand
is deze echter zeer scherp en doet de huid ontsteken; alsdan
kan hij dienen als geneesmiddel tegen de vergiftiging met
het sap der vruchten van den Manschinellenhoom.
Aanwezig:
a. het zetmeel uit den wortel, bekend onder de namen van
IF. hidisch arrowroot, Pijlwortelmeel, W. Indische
Saleh en Amerikaansche stijfsel; het is gemakkelijk
verteerbaar en daarom veel als voedingsmiddel voor
zwakke gestellen en kinderen in gebruik. De uitvoer
nit Suriname is zeer gering; zoo werd in 1885 in bet
geheel uitgevoerd 328 K.G. ter waarde van f 328 en
wel uitsluitend naar Nederland. Het aantal monsters
bedraagt vier en volgens opgave alle van de M. arundinacea;
enkele aanverwante soorten, namelijk de M .
indica Juss. en de M. nobilis Moore leveren ook het
W. Indisch arrowroot.
-128. Musa paradisiaca L , M. sapientum L,
Synon.: Banaan of Bananen-pisang.
Groeiplaats: Men houdt 0 . Indië en de aangrenzende
eilanden voor het vaderland dezer hoomen ; op Ceylon trelt
men den hoom menigvuldig in het wild aan. Naar de sage
liet God, toen hij de eerste menschen schiep (sommigen
meenen, dat het paradijs op Ceylon moet geweest zijn) ook
de bananen nit den grond te voorschijn komen, alzoo zonder
zaad ontstaan, hetwelk zij ook thans niet bevatten ; zij planten
•zieh namelijk voort door uitloopers, want de zaden gaan
ten koste van het vruchtvleesch verloren. De bananen worden
thans in alle tropische gewesten aangetroffen en leveren
aan de inboorlingen het dagelijksche voedsel; een enkele
boom levert jaarlijks meer dan 50 K.G. vruchten. Volgens
von Humboldt kan één morgen lands met bananen beplant
50 menschen voeden, terwijl dezelfde rnimte met tarwe
bezaaid in gewone tijden slechts 3 menschen zou kunnen
-voeden.
In Suriname vindt men de bananen op de meeste cacao-
plantages; zij doen dienst als schaduwboomen en vooral bij
Iiooggelegen cacao-tuinen zijn zij onmishaar.
Aldaar werden verbouwd in:
1882 1883. 1884. 1885. 1886.
598.116 . 514.107 . 412.995 . 483.443 . 681.387 bossen.
De uitvoer is van geen beteekenis.
De vruchten worden zoowel in onrijpen toestand, wanneer
zij melig zijn, als in rijpen staat, als bijna al het zetmeel m
suiker is overgegaan, rauw, geroost, gekookt, enz. genuttigd.
Corenwlnder onderzocht de rijpe vruchten en vond daarin :
E iw it............................................................ 4 .8 2
Vet....................................................
Suiker, organ, zuren enz............ 19.66
Minerale bestanddeelen................ 0.79
Water...’.......................................... "^3.90
Verlies............................................. 0-^^
100.—
Aanwezig:
a. Bananen-meel, Gongotee, van M. paradisiaca L.; twee-
monsters van Suriname zijn door den Heer Steensma
onderzocht, die de samenstelling vond als volgt:
Zetmeel, cellulose, enz................ 70.04
70.04 71.40
Eiwitstoffen.........................
5.93 3.63
Suiker en dextrine............
. . . 4.86 7.03
Vet........................................
Zouten. . . . , ......................
0.25 0.20
1.02 1.34
17.90 16.40
100.— 100.—
6. Bananenmeel, Bakove, Bacoha, van M. sapientum L. oi
M. rosacea Jacq.
c. de vezels der bladeren van M. paradisiaca L ., die geschikt
zijn voor touwwerk en evenals die der M. texlilis.
N. V. E. als Manilla-hennep hekend zijn.
129. Curcuma longa L.
Synon.: Gele Gember.
Groeiplaats: Voornamelijk Zuid-Azië, doch wordt ook irfc
andere streken gekweekt.
ri I
if
! I