
1
L e gumi n o s a e
38. Indigofera liiicloria L.
Synon.; Indigo-plant.
Groeiplaats: Inheemsch in 0 . I.; de strnik wordt echter in
vele streken aangekweekt.
Zij levert de bekende indigo; vroeger waren er in Suriname
eenige aanplantingen van indigo, tlians bestaan zij echter niet
meer, zoodat zij voor Suriname van geen belang meer is. Het
is dns minder noodzakelijk hierover uit te wijden.
Aanwezig;
a. het kruid.
39. Mora excelsa Benth.
Synon.: Peto, Witte Mora.
Groeijilaats: Guiana.
Aanwezig:
a. de bast, als geneesmiddel en tevens als looistof in gebruik.
h. het liout. 2 monsters (coll. v. S. en Br.), dat een uitstekend
timmerhout is; in Suriname wordt het weinig,
in Engelsch Gniana veel aangetroffen.
40. Loiichocarpiis violacens Ktli.
Synon.; Stinkhout, Nekoe, Tiengi hoedoe (Neger Eng.),
Bai-arie.
Groeiplaats: Suriname.
Aanwezig:
«. het hout, dat als vischvergift dient.
41. Macliaerium Schombiirgkii Bentli.
Groeiplaats: Guiana.
In Suriname wordt de boom weinig, daarentegen meer in
Britsch-, zoowel als Fransch-Guiana aangetroffen.
Het hout is in gebruik voor fraaie meubelen, en is in
Britsch-Guiana bekend als Tigerwood ; het draagt daar ook
den naam van Ilikirebouraballi en in Fransch-Guiana dien
van Moutouchiraou, in Suriname dien van (Ilooglandsch) Bébé.
Aanwezig:
a. het hont in beide collectiën (v. S. en Br.).
42. Pterocarpus siiberosiis Pers.
Sy n o n . : (L a a g la n d sc h ) Bébé (S iirin .), Curdwoodtree (Br. G.),
Moutouchi hlanc de marécage (Fr. G.).
G ro e ip la a ts ; Guiana.
Aanwezig: .. . ,
a. het hont (collect, v. S.), in S u r i n a m e hij vischnetten in
g e b ru ik ev en a ls k n rk .
43. Haeinatoxyloii caiiipecbiamim L.
G ro e ip la a ts ; Mexico en C e n tra a l-A m e rik a en wel v o o rn a melijk
a an de C am p è c lie -b a a i.
De boom levert liet bekende Campeche- of B l a u w hout van
den handel, hetwelk veel als verfstof in gebrnik is. Hetchro-
mogeen in het bont aanwezig wordt liaematoxyline genoemd.
Aanwezig ; , u +
a. het hout van St. Domingo, en twee monsters (collect.
v, S. en Br.).
44. Caesalpinia coriaria Willd. , ,
Synon.: Amerikaansche S u m a c h , Dtvi-dwi, Lihi-dibi, Wata
ptana, (C u ra ç a o ).
Groeiplaats; W. Indië en Zuid-Amerika.
De vruchten, liauwtjes. zijn belangrijk; zij zijn van een
vino-er breedte en 0.07 M. lengte, kastanjebruin van kleinen
bevatten vier tot aclit platte gele zaden. De v.riicliten, in
den handel dividivi genaamd, bevatten veel looizuur, volgens
sommigen zelts 56 pCt. en zijn daarom als looimiddel m gebruik,
voorts als v e r f s to f en als adstringens in de geneeskunde.
Zii wordt namelijk veel verbouwd op de W . Indische eilanden.
De opbrengst op Curaçao bedroeg 283908 K.G. in 1886,betwelk
alles werd uitgevoerd. .n-r-r-.
De uitvoer van Bonaire bedroeg in hetzelfde jaar 19ob/1
K.G. tot een waarde van /6848, die van Aruba 6798oK.G.
ter waarde van / 3400.
Aanwezig ;
a. de vruchten van W.Indie.
l, „ „ ,t Curaçao.
„ „ „ Aruba, van uitmuntende qualiteit.
d . !, « « Bombay.
e. Inkt nit de divi-divi gemaakt. Aruba.
f . het hout, als verfstof in gebruik. Aruba.