
ly i,'
SI i:í
f é #
Ord. M y r t a c e a e .
H 8 . Barringtonia spicata Bl. — Poetat lakki S. M. Java en
andere Soenda-eilanden. Hooge boom met langwerpige, gezaagde
bladen en groote bloern-aren. — V. T.
Ord. M e l a s t o m a c e a e .
119. Marumia muscosa Bl. — Tjalontjong berem S. Segoengoe,
Sedoedoe ajer Pal. Harendoeng-badak, Aroy-harendong S.
Java. Een min of meer klimmende heester met poederige,
bruine takken, glanzige, eirond-spitse bartvormige bladen,
roodkleurige hloemen in trossen en eetbare bessen — V.
Ord. C a c t e â e .
Welbekende vetplanten.
120. Opuntia coclicnillifcra Mill. — TjeuU badak S. TjeribonS.
Cochenille- of Nopal-cactus. Oorspronkelijk uit Z.-Amerika;
op Java gekweekt voor het winnen van cochenille uit het
bekende insect. — Blad en V.
Ord. C u c u r b i t a c e a e .
De familie der Meloenen en Komkommers.
121. Luffa foetida Cav. — Ojong S. Boeloestroe M. Oost-Indië,
Mascarenen, Java, algemeen längs de heggen. Een kruipende
of klimmende plant met bartvormige, 5-lohhige of 7-hoekige
bladen, groote, gele hloemen en langwerpige, puntige
vruchten.
Het fljne vezelnet dat van de vrucht overblijft, dient als
spons. — V.
122. Ccphalandra indica Naud. (Coccinia Wightiana Rocni.). —
Papassang lalakki J. Papassang M. op Bali, of Gambas.
Yoorindië, Java, Bali, Molukken, Afrika. Een klimmende
plant, nagenoeg glad, met enkelvoudige klauwieren. Bladen
5-lohhig of 5-hoekig; hloemen wit; vruchten bolvormig,
scharlaken. — Y.
123. Zauouia inacrocarpa Bl. — Aroy kitjoebong S. Java, op den
Parang. Klimmende plant met langwerpige, spitse hladen;
hloemen groenachtig; vruchten langwerpig-holvormig, driehoekig;
zaden met groote, teedere, vliesachtige vleugels. — Y.
Ord. A r a l i a c e a e .
Bij ons vertegenwoordigd door bet Kfimop.
■124. Aralia papyrifcra Hook.— Rijstpapierboom. Eiland Formosa.
Rechtopgroeiende heester met dikke, houtige stengels, die
veel wit merg hevatten. Bladen lang gesteeld, handvormig,
5-lobhig, van onder roestkleurig-viltig.
Uit het m e r g wordt het zoogenaamde Chineesche rijstpapier
gemaakt.
1. Stuk van een stengel met het merg.
2 . Monster papier uit het merg bereid.
Yolgens Miquel zoude van eenige Araliaceeen in Ned. Indie,
o. a. de Trevesia sundaica en T. moluccana, een dergelijk merg
kunnen verkregen worden. Flora v. Ned. Indie, I, p. 749.
Ord. R u b i a c e a e .
Deze uitgebreide familie, waartoe de Kina en de Koffie bebooren,
is bij ons vertegenwoordigd door de Meekrap, bet Walstroo enz.
125. Nauclea grandifolia D. C. — G e m p o l 3. Klepo J. Bjahon M.ad,
Java, hij rivieren en moerassen. Boomachtige heester; hladen
glad, gesteeld., aan den voet spits, aan den top stomp; bloemen
eenzaam. — Y.
126. Uncaria Gambier Roxh. — Gambier M. In geheel Indie en den
Archipel gekweekt. Klimmende heester met gladde, eironde
of spitsere hladen; hloemen in bolvormige, gesteelde hoofdjes,
purperachtig.
Deze plant is algemeen hekend wegens het uit de bladen
door afkokine verkregen looistof-houdend product, de Gambir.
Y. T.
127. Grfflthia la tifo lia T. B. — Metti. Banka. Heester. — Y.
3*
fliíY
r i i
Jf
I
A «5
hi