
■J I
'
Ord. H a e m o d o r a c e a e .
273. Sanseviera Zeylanica. Willd. Moorva, Bowstring Hemp.
Ceylon, Bengale, China, Java. Stengelloos, overblijvend.
Bladen uit den wortel spruitend , de buitenste korter, breeder
en uitgespreid; de binnenste meer opgericht,!—4 voet lang,
half rolrond, aan het binnenvlak gegroefd, scherp gespitst;
bloemschacht uit het hart der bladen, 1—2 voet lang, recht-
standig, met groenachtig-witte bloemen in bundels.
Welbekend wegens hare uitmuntende vezelstof. De plant
wordt gemakkelijk vermenigvuldigd door worteluitloopers en
tiert in nagenoeg alle gronden, terwijl zij overvloedigsprui-
ten geeft en zich naar alle richtingen verspreidt.
De bereiding der vezels door de inlanders bestaat in de
bladen eenige dagen in ’t water te laten liggen en de vleezige
deelen te doen verrotten. De vezels worden dan gemakkelijk
afgezonderd. Anderen kloppen de bladen en schrapen het
moes er uit, als bij de Manilla-hennep. Van 40 pond verkreeg
Roxburgh !1 pd. schoone vezels en hij stelt vast dat hij
geschikte kweeking de plant tweemaal ’s jaars oogst kan
leveren.
De Moorva-vezel is zeer zacht, zijdeachtig en buigzaam en
gelijkt op die van de Ananas. De vezels worden gebruikt
tot touwwerk, lijnen, garen, koord en boogpezen. Volgens
Roxburgh zijn zij sterker dan Russische hennep. Monsters
vezel, machinaal op Jamaica bewerkt, zijn door de Londensche
makelaars geschat op £ 20—35 de Ton (1000 Kilo).
Kew Bulletin N°. 5.
274. S. cylindrica Boj. — Zanzibar. Bladen rolrond, 3—4 voet
lang, donkerkleurig, boogvormig, stomp; bloemtros lang,
met cylindervormige, opeengehoopte groenacbtige bloemen.
Het touw van de vezels dezer plant wordt het meest geschikt
heschouwd voor diepzee-peilingen. Kew Bulletin N°. 5. — V.
275. S. fasciata. — V.
276. S. la tifo lia Bot. Mag. (Cordyline flexuosa Miq.) — Anjoe-
wang, Kasintoe S. Java, in tuinen. Boomachtig; bladen gedrongen,
ongesteeld, aan den voet breed, stengomvattend,
spits, 1—2 voet lang; bloemen hleekgeel in een enkelvou-
digen tros.
hili' '
Groeit wild onder het kreupelgewas, zonder onderscheid
van bodem; wordt gemakkelijk door afgesneden wortelloten
voortgeplant. Zelfs bij middelmatige vochtigheid groeit zij
3—4 voet hoog. De bladen bevatten een groot aantal fijne,
■sterke, lange, witte vezels. Bewerking door de inlanders als
bij de vorige. Volgens Roxburgh leveren 80 pond versehe
bladen ! pd. vezels. Men kan op twee oogsten jaarlijks rekenen
en het vezelgehalte der volgroeide bladen is nog hooger.
De vezels zijn zeer sterk en hebben een groot weerstands
vermögen. Door roting worden zij wankleurig en zwakker.—V.
Ord. A m a r y l l id e a e .
Tot deze familie hehoort de welbekende hoiiderdjarige Aloë (Agave
araericana), waarvan in Mexico en Centraal-Amerika eene zeer sterke
vezelstof wordt gewonnen, die als Ixtle of Pita-vlas bekend is en volgens
Royle vlas en hennep in sterkte overtreft. De nitvoer van Ixtle in
1884—85 bedroeg eene waarde van / 1,344,000.
■277. Agave aiigusfifolia Haw. - St. Helena; te Buitenzorg gekweekt.
Stam kort; bladen zeer smal, lancetvormig gezaagd.
V. T.
278. A. Caiitula Boxb. (A. Rumphii Hassk.). - Nanas sabrang
S. Nanas kosta M. Nanas blanda M. Bengale, Java, Molukken ;
op de vlakten, wild of verwilderd. Stengelloos ; bladen vleezig
met zware doornige tanden; bloem vertakt; bloembuis in t
midden vernauwd; helmdraden veel langer dan het omgekrulde
bloemdek. Miquel hield haar voor niet inheemsch op Java.
Rumphius beschreef haar reeds in zijn Ambonsch Kruidboek.
Volgens Teysmann groeit zij op alle soorten van gronden,
tot 2000 voet hoven de zee zeer welig, is gemakkelijk te
kweeken en zeer doelmatig voor heggen tot afsluiting van
het vee. Een volwassen plant levert jaarlijks 26 bladen, ge-
woonlijk 1,75 M. lang en 0,08 M. breed. De vezelstof wordt
door verwijdering van het celmoes, hetzij door kloppen, hetzij
door trekken door een gespleten bamboe verkregen i). !00
*) Op Manritins bezigt men voor de bereiding der vezelstof uit Aloë een
werktuig bestaande uit een rad, ter grootte van een wagenrad en aan den
.omtrek voorzien van 1 4 - 15 klanwen. Dit rad wordt op de eene of andere
WIJS in beweging gebracht en maakt 4 0 0 - 5 0 0 omwentelingen in de minuut,
waarhij de klanwen tegen eeu houten klos werken. In dit werktuig woiden
de hladen gestoken en van het celmoes ontdaan. /a«!. 30 April, 1887-