
■ Ji
f;
li- '
h.
I N L E I D I N G .
In 1580 gi'ondvesUen de Hollanders de eerste nederzettiiigen
op de kusten van Guiana. Deze breidden zich meer en meer
uit, zooals blijkeri kan uit hetgeen de West-Indisclie Compagnie,
bij hare oprichting in 1621, onder haar beheer kreeg,
namelijk; Berbice, ten westen van Suriname, Demerary, ten
■westen van Berbice, en Essequebo, ten westen van Demerary,
benevens St. Eustatius. In 1667 werd ook Suriname op de
Engelschen overwonnen en in 1746 kwam ook Demerary
onder ons bestuur. Zooals bekend is gingen in het begin
dezer eeuw de meeste onzer Kolonien aan de Engelschen over
en in 1814 werden, wat West-Indie betreft, slechts Suriname
en enkele eilanden aan ons teruggegeven, terwijl wij Demerary,
Essequebo en Berbice niet terug ontvingen.
In dit boekje vindt men de bescbrijving van alle producten
u it liet Koloniaal Museum, welke uit Suriname en de Westindische
onder Nederlandsch Bestuur staande eilanden, namelijk
Curacao, Bonaire, Aruba, St. Martin (gedeeltelijk), St.
Eustatius en Saha afkomstig zijn; de eerste drie eilanden
behooren tot de eilanden onder den wind, de laatste drie tot
de Kleine Antillen.
W a t de uitgebreidheid van ons grondgebied in Suriname
betreft, daarover ontbreken de juiste gegevens ; eigenaardig
is het in de meeste Koloniale verslagen dezelfde phrase te
vinden : »Het grondgebied der Kolonie Suriname onderging
geene verandering” ; wij moeten teruggaan tot het verslag
over 1849, waar men vermeld vindt, dat volgens schatting
van den luitenant ter zee Baron P. Mel vili van Carnbee, de
uitgestrektheid 2812 vierkante geoigraphische mijlen zou bedragen.
1