
C. eene houtsoort, Bastaard-locus genoemd, een monster
(collect. V . S.) waarschijnlijk van een naverwanten boom
afkomstig. De Negers noemen dit hout Singa-ptretou.
51. Aracliis hypogaea L.
Synon.: Pinda, Aardnoot, Aardeikel.
Aanwezig:
«. de vrnchten, een monster van Suriname, een ander van
Aruba.
b. de olie uit het zaad geperst, bekend als Pinda-, aardnoten-.
gronilnoten-, aardeikel- en katjang-olie. Zij is reeds beschreven
in den catalogus, 2e deel, l« stuk, bl. 8.
De olie is een belangrijk handelsartikel, die ook in ons land
geperst wordt, o.a. door de flrma’s T. Duijvis ,Iz. en T. Crak,
beiden te Koog aan de Zaan. De handel in Pinda’s is in Suriname
van niet veel belang; in 1885 bedroeg hij slechts 1376 K.G.
Uit Aruha is de nitvoer meer; deze bedroeg 950 vaten in
1886, ter waarde van /’4750, die uit St. Eustatius was SS’/a
vat in 1886, ter waarde van /355
52. Voiiapa clirysostachys Miq.
Synon.; Water-groenhart (Surin.), Ouapa (Fr. G.), Wapa
(Curaib.), evenals het Bijlhout.
Groeiplaats : Suriname.
Aanwezig:
a. het hout, twee monsters (collect, v. S. en Br.), van goede
hoedanigheid, dat echter niet veel voorkomt.
53. Dipterix odorata Willd.
Synon.: Tonkaboom.
Groeiplaats; Inheemsch in Suriname.
De boom, welke eene hoogte van 20 tot 27 M. bereikt, is
bekend wegens zijne welriekende, zwarte zaden, die bij de
inhoorlingen als zweetdrijvend middel in gebruik zijn en tevens
als halskettingen dienst doen. Vi’oeger gebruikte men het zaad
hier te lande om aan de snuif een aangenamen geur te geven.
Hun bestanddeel is cumarine.
In 1885 werd uit Suriname 348 K.G. boonen, ter waarde
van /'348, naar Nederland verscheept.
Aanwezig :
a. de peulen.
b. de tonkaboonen.
van beide meer dan één monster.
r. het bout, 2 monsters (collect, v. S. en Br ), dat zeer zwaar
en deugdzaam is en het Pokhout uitmuntend kan vervangen.
54. Geoffi'oya retusa Lam. (Andira retusa Kth.).
Synon. ; Kabbes.
Men onderscheidt in Suriname verschillende soorten van
Kabbes, die allen een goed timmerhout opleveren en wel de
^ zwarte, bruine, roode en gele of witte Kabbes.
Over de afkomst heerscht veel twijfel.
Het schijnt, dat de hovengenoemde boom zwarte Kabbes
genoemd wordt en dat de roode Kabbes, die den bekenden
Surinaamsclien wormbast (Cortex Geoffroyae surinamensis)
oplevert, eene varieteit dier plant is, nameiijk de A. retusa
surinamensis T). C. (Geoffroya surinamensis Bondi).
Of de bontsoorten, bruine en gele of witte Kabbes genoemd,
van andere planten afkomstig zijn, dan wel of de kleur samenbangt
met den ouderdom van het hout, is twijfelachtig.
Aanwezig:
a. zwai'te Kabbes, 2 monsters (collect, v. S. en Br.)
h. bruine » I " (collect, v. S.)
C. roode " 3 « (collect, v. S. en Br.)
d. gele of witte » 2 « " "
55. Vouacapoua americana Aubl.
Synon. : Bruinhart (Surin.), Blackheart of Black Greenheart
(Eng. G.), Dakamaballi (Arowakk.), Ouacapou (Fr. G.)
Aanwezig:
a. het hout. drie monsters (collect, v. S. en Br.), is het
duurzaamste en sterkste, dat in Suriname wordt aan-
getrolfen.
56. Robinia Panacoco Aubl. (Swartzia tomentosa D.U.).
Groeiplaats: Guiana.
Het hont van den boom draagt verschillende benamingen,
als Apatoe- of Apoetoe-hout (Smin.), Cluhivood, brown Ebony
3»