
Sa ratoc
Z > S
Inlandsche
benaming.
Land van
Oorsprông.
45
46
47
48
49
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
Getah soendi
(vermengd
met getah boeroe
en houtdeelen).
Getah poetih
(onvermengd)
Getah merah
(zuiver, van
jonge plan-
ten).
Getah merah
(zuiver van
volv-assen
planten).
Getah Bang-
koe.
Balem Warin-
gin.
Melaboewai.
Balem Abang.
Poetih.
Getah balam.
Getah balam.
Getah sontik.
Balam sontik.
Balam poetih.
Getah balam.
Getah Balam.
Laboeatan
B a to e .
Siak.
(Sumatra).
Palembang.
Sikajoe.
Ilir&Banjoeasin
Palembang.
Batoeradja.
(Sumatra).
Moko-Moko
(Sumatra).
Bijzonderheden.
veel waarde heeft, kost 12 dollars
per pikol van 62I/2 K- G.
D e wijze van voortplanting wordt
geheel aan de natuur overgelaten.
A ls een natuurlijk g evolg van de
uitroeiing der boomen neemt de
productie af.
In de afdeeling Tebing Tinggi
vindt men de balem kedjil, abang,
waringin en poetih.
D e uitvoer bedroeg ± 250 pikols
en de prijzen waren per pikol van
62I/2 K. G.:
Balem kedjil / 70 ä / 80.
■' abang •• 80 ä " 100.
Waringin » 50 ä " 70.
Balem poetih ■' 50 ä « 70.
Getah balem ” 75.
In Sikajoe en Batoeradja wordt
voor de balem poetih/ 4 0 per pikol
van 62I/3 K. G. betaald.
D e Melaboewai dient slechts om
soorten te vervalschen.
In de residentie Bengkoelen gedijen
de boomen, welke de getah pertjah
opleveren, het best in moerassige
gronden en slechts bij uitzondering
worden zij in droge en zandgronden
aangetroffen.
Eerst bij een ouderdom van 20 ä
25 jaren beginnen de boomen te
produceeren.
Plet inzamelen geschiedt door in snijdingen
in den bast te maken en
• het vocht in kommen of houten hakken
op te vangen.
D e uitvoer kan op ± 40 pikol
I I I
£ c c
Inlandsche Land van
c Bijzonderheden. G rt ^ c 0
benaming. Oorsprong.
Z > B
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
Getah bringin
« doerian.
•1 bringin.
doerian.
N o . J.
» doerian
N o . 2 .
« Njatoe.
(door den
Chinees
Foeng Sjoe Djin
genoemd).
Getah poedoe
” djongkang
» kapoewa.
" san gai.
" katenggé.
// njatoe.
» koelan.
» djiloetoeng
Getah balem.
Getah balem.
Sintang.
Montrado.
Sambas.
Sintang.
Sambas.
(Wester afdeeling
van
Borneo).
Toelang Bawang
en Se-
mangka.
idem.
(Sumatra).
per jaar gerekend worden, waarvan
de prijs van f 3 tot/ 8 per pikol van
62V2 K. (t. bedraagt.
In de afdeeling Sintang wordt de
getah in twee hoofdsoorten verdeeld,
nl. de getah lemboet en de getah
merah.
Tot de getah lemboet behooren
de Entangan of Djenkoang, noelang,
kaja ara ampelas en tot de getah
merah, de getah doerian, baringin o f
kabat, engkaroe, poedoe, kapoeak,
djangkar of nangka.
In den handel wordt echter geen
onderscheid gemaakt, omdat de zoe-
kers ze bij elkaâr mengen en ook
omdat die soorten moeielijk van
elkadr te onderscheiden zijn.
D e uitvoer kan jaarlijks op 500a
pikols gesteld worden
De prijzen per pikol van 62I/3
K G. zijn als volgt:
Getah bringin 35 tot 70 dol.
" doerian No. I 40 tot 100 "
-/ doerian No. 2 15 tot 50 "
» poedoe f 45.60.
• djongkang - 10 .— .
» kapoewa » 60. — .
” sangay “ 46.50.
» njatoe " 1 16 .50.
” djiloetoeng ■' 5 — •
kolan " Il6.50._
Deze soorten zijn alleen in g e noemde
afdeeling bekend en worden
verdeeld in balem baringin en balem
doerian.
Op 20 à 25 jarigen leeftijd kunnen
de boomen geëxploiteerd worden,
door insnijdingen in den bast te
maken en onder die openingen bamboezen
kokertjes te hangen, ten einde
het uitstroomende vocht op te
vangen.
Voortplanting geschiedt door b e middeling
der vogels, die zieh met
het vleesch der vruchten voeden en
de pitten door het bosch verspreiden.