
9 7 . Bignonia Leucoxylon L.
Synon.: Groenhart (Siii'iu.), MarisibalU (Eng. G.), Arra-
honee (Caraib.).
Groeiplaats: W.-Indië.
Het sap, zoowel van den bast als van de bladeren, is een
heelmiddel tegen de zeer vergiftige werking der Manschinellen-
vruchten {Hippomane Mancinella L.).
Aanwezig :
a. De bast, die als looistof dient en Mariballi genoemd wordt ;
het gehalte aan looizuur bedraagt slechts 0,5 tot 0,75 pCt.
b. Het hout (collectie v. S.), een der duurzaamste en beste
houtsoorten van Suriname.
98. Sesauiuin orientale L. en 8. indicum L.
Groeiplaats: 0.- en W.-Indië, Klein-Azie, enz.
Het zaad der plant levert de bekende Sesam-olie, die reeds
door de Babyloniërs en de oude Egyptenaren gebruikt werd
bij het voedsel en als brandolie. Van Britsch-Indië werd in
1871 op 1872 uitgevoerd 565.854 Cwt, en in 1869 van het
eiland Formosa 2.200,000 K.G. Zanzibar en Mozambique leveren
ook groote quantiteiten; verreweg de grootste hoeveelheid
wordt in Frankrijk ingevoerd en daar gebruikt om olie uit
te persen, die de olijfolie in de meeste gevallen kan vervangen;
voornamelijk geschiedt dit te Marseille.
Aanwezig ;
a. Het zaad.
b. De olie, verkregen door uitpersing der zaden; zij draagt
in Suriname de namen van Monjera- en Wangala-oHe.
Zij bestaat voor het grootste deel uit triole'ine. Zij wordt
zoowel door warme als koude persing verkregen; die van
koude persing is goudgeel van kleur, smakeloos en wordt
eerst op — 5 ° C. vast. De quantiteit olie bedraagt somtijds
zelfs 60 pCt. van het zaad.
99. Cybistax aulisyphilitica Mart. (Jacaranda procera Spr.).
Groeiplaats : Brazilie, Columbie.
Aanwezig :
a. De bladeren, Caroba-bladeren genoemd. Zij zijn in Brazilië
en ook in Europa als geneesmiddel in gebruik ; zij bevatten
o. a. carobinezuur, een harsachtig lichaam, carobon .genoemd,
en carobinum.
Cr e s c e n t i a c e a e
100. Crescentia Cnjete L.
Synon.: Kalebassen-boom.
Groeiplaats: Inheemsch in Gniana en van daar naar de
heete streken van Amerika overgebracht.
Aanwezig:
a. Allerlei vaatwerk uit de harde, houtachtige schalen der
vruchten verkregen.
b. Vette olie, bestaande op de gewone temperatuur uit
eene dikke, witte vloeistof. Curagao.
CONVOLVULAOEAE.
101. Ipomoea (Convolvnlns) Batatas Lamk. (Batatas edulis Chols).
Synon.: Zoete bataten, pataltes of Indische aardappelen.
Groeiplaats: inheemsch in de beide Indien, gekweekt in
alle tropische gewesten, ook in Spanje, op de Ioni.sche eilanden,
in het zuiden van Frankrijk, enz.
De wortelknollen, de bataten, zijn samengesteld uit:
zetmeel............................................. 13.3
suiker................................................ 3 3
eiwit.................................................. 0.9
Cellulose.............................................. 6-8
vet en andere organ, stoffen.... 7.5
minerale bestanddeelen................ 1 5
water............................................... 66.7
100. —
De invoer van Suriname is gering; gewoonlijk niet meer
dan 200 K.G. ter waarde van /'28.
Aanwezig:
a. Verschillende monsters van het meel der bataten,
Inlandsch aardappelmeel. Onder deze benaming zijn twee
monsters ingezonden; de vorm onder den raicroseoop komt
niet overeen met dien van ons aardappelenmeel. Wellicht
zijn zij van de I. Batatas of van Solanum alatum Dun. of
S. sativum Dun. of van eene Dioscorea afkomstig. Zij zijn
beide zuiver afgescheiden, wit van kleur en bevatten 83 en
84 pCt. zetmeel on tusschen 15 en 16 pCt. water.
r